Geen miljoenenclaim op vakcentrale
Er is geen sprake van dat FNV KIEM een vordering heeft op de
vakcentrale of het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds (GBF) van FNV en
bonden. Dat schrijft algemeen secretaris van de FNV Aad Regeer in
onderstaand verhaal. Hij reageert hiermee op berichten in de pers van
vorige week.
Naast de publiciteit rondom de problemen bij FNV Bondgenoten en FNV
Ledenservice is er in de pers veel te doen geweest over een FNV-ruzie
om geld. Het een zou ook te maken hebben met het ander. Ook
zou sprake zijn van peperdure nieuwbouwkantoren.
Eerst die veronderstelde ruzie over geld. FNV KIEM procedeert daarover
met het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds FNV. Dus niet met de
vakcentrale.
Het GBF is een stichting waar een groot deel van vooral de vermogens
van bonden en vakcentrale zijn ondergebracht. FNV KIEM zit ook in het
stichtingsbestuur en procedeert min of meer tegen zich zelf.
De procedure gaat niet over geld, maar primair over de
rechtsgeldigheid van een bestuursbesluit. Van een vordering van
¤ 34 miljoen op de vakcentrale of het GBF zelf is dan ook geen
sprake.
Het GBF speelt wel een rol bij de financiering van FNV Huisvesting,
inmiddels gesplitst in FNV Vastgoed en FNV Huisvesting. Het merendeel
van de FNV-bonden heeft eind jaren negentig gekozen om met elkaar
'samen te gaan wonen'. Dit op 8 plaatsen in het land.
Daarvoor zouden 7 regio-kantoren (Bergen op Zoom, Rotterdam, Groningen, Weert, Deventer, Amsterdam en Utrecht) en een gezamenlijk hoofdkantorencomplex (Woerden) worden ontwikkeld. Voor de financiering van deze kantoren is toen een lening van 350 miljoen gulden aangetrokken tegen zeer aantrekkelijke condities.
Om deze condities te verwerven moesten harde zekerheden aan de lening
verbonden worden. De betrokken bonden moesten daarvoor een deel van
hun obligaties in onderpand geven. FNV KIEM hoorde daar toen en nu nog
steeds niet bij.
Ook op het beleggingsbeleid heeft het verder geen invloed gehad omdat
tenminste 40% van de beleggingsporteuilles altijd al in vastrentende
waarden werden aangehouden. Daarbij komt dat elke bond zelf bepaalt
hoe hij zijn vermogen wil inzetten. Daar gaan anderen niet over.
Deze lening is ter beschikking gesteld van FNV Vastgoed. Dat is ook de
organisatie die de te bouwen panden in eigendom verkrijgt. Naast de
inmiddels opgeleverde panden in Bergen op Zoom, Rotterdam en
Groningen, alsmede de grondaankoop in Woerden, is met deze lening ook
het FNV Hoofdkantoor en het kantoor van FNV Formaat in onbelaste
eigendom verworven.
Voor de resterende kantoren , inclusief het complex te Woerden is de
helft van de lening nog gewoon ter beschikking. Staat dus gewoon - met
rente - op de bank.
Dit op een rijtje zettend kan gesteld worden dat er intussen wel heel
veel zekerheden zijn: én de gegarandeerde staatsobligaties én de
tegenwaarde van de gerealiseerde panden én de helft van het geld staat
nog steeds gewoon op de bank! De vraag kan gesteld worden of zovéél
zekerheden echt noodzakelijk zijn?
In de verpandings-constructie was en is er voor FNV KIEM geen enkel
risico of nadeel. Hun spaargeld is in niet in onderpand gegeven.
Ook hun idee dat met een meerderheidsbesluit binnen het GBF over hun
vermogen wordt beschikt is volstrekt niet aan de orde. Per direct
kunnen zij - en alléén FNV KIEM - daarover beschikken. Kortom FNV KIEM
ziet spoken en jaagt zichzelf en anderen op kosten, waar niemand bij
gebaat is.
Ten aanzien van het kantorencomplex in Woerden slaat bij deze en gene
ook de fantasie op hol. Ook als het over de kosten gaat. Voor Woerden
is alleen de grond gekocht en zijn uiteraard aanloopkosten gemaakt. De
stichtingskosten moeten echter nog worden vastgesteld.
Daarna gaat pas gebouwd worden. Vaststaat dat de huurprijs zonder meer
concurrerend kan zijn, t.o.v. andere vergelijkbare locaties. Dat geldt
niet alleen voor Woerden, maar ook voor de gerealiseerde kantoren. Ook
door FNV Ledenservice is dat inmiddels erkend.
Neemt niet weg dat altijd goedkoper gebouwd kan worden. Maar dan moet
je wel afzien van een locatie op de kop van een station en inleveren
op het service- en uitrustingsniveau.
Maar dat geeft weer andere problemen, als gewenste uitstraling,
arbo-eisen en arbeidsmarktproblemen. Bij een eerlijke vergelijking kan
FNV Vastgoed en FNV Huisvesting concurrerend leveren. De eisen en
wensen van de opdrachtgever zijn daarbij bepalend.
Doorslaggevende factor is het aantal af te nemen vierkante meter, c.q.
werkplekken. Als het gaat om een keus tussen behoud van
werkgelegenheid en kosten voor een kantoorlocatie dan zitten daar de
kosten.
Nieuwe kantoorconcepten met een hoge bezettingsgraad leiden weliswaar
tot hogere ICT-kosten, maar tot substantieel minder benodigde
vierkante meters.
Aanvankelijk was voor Woerden geprognosticeerd een behoefte van ca.
45.000 m2. Intussen is dat door o.a. deze herallocatie teruggebracht
tot 28.000 m2 en het kan vermoedelijk nog minder.
Daar moet men zich op richten. Dan is er meer te 'verdienen' dan min
of meer in paniek alle kantoren 'in de lucht' te gooien en kijken waar
de brokstukken landen.
Tot slot wordt er van alles en nog wat geroepen over grote
exploitatie-tekorten bij de FNV. Bedoeld wordt dan de vakcentrale en
alle aangesloten bonden.
Indicatief is eens uitgezocht hoe de contributie-inkomsten zich
verhouden tot de uitgaven van de bonden. Per bond kan dit er heel
verschillend uitzien. De eigen vermogenspositie speelt daarbij een
belangrijke rol. De FNV is bepaald nog niet blut!
Op zich is er niks mis mee een deel van het vermogen apart te zetten en het rendement daarop te gebruiken om de contributie van de leden zo laag mogelijk te houden. Ook het vermogen is tenslotte hun geld.
Voorwaarde is wel dat de begrote uitgaven en de werkelijke uitgaven
redelijk met elkaar in overeenstemming zijn en blijven. Is dat niet
het geval en ook het rendement valt tegen (verlies in plaats van
winst) dan kan het hard gaan.
Voor die harde realiteit staat FNV Bondgenoten en in zekere zin ook
FNV Ledenservice. Maar bij FNV Ledenservice speelt ook een belangrijke
rol het sterk teruglopend aantal dossiers. Ook dat vereist, zonder
nader uitstel, een harde ingreep.
Dat is onvermijdelijk in de gegeven omstandigheden. Gezamenlijk
afwegingen maken en uiteindelijk keuzes maken is hierbij een
belangrijke randvoorwaarde. Hoe autonoom iedereen óók is.
Juist nu moet de FNV het van elkaar hebben. 'Gedoe' als met FNV KIEM,
waarvan nauwelijks valt uit te leggen, waar het nu echt over gaat, zou
je niet moeten willen.
Aad Regeer, algemeen secretaris FNV
2 oktober 2002