Gemeente Breda

02-10-2002

Thermisch gereinigd zand bij knooppunt Princeville mag blijven liggen

Een team van landelijke deskundigen oordeelt positief over de toepassing van thermisch gereinigd zand onder de nieuwe op- en afritten tussen de A16 en de A58 bij het knooppunt Princeville. Dit blijkt uit een rapport opgesteld in opdracht van het projectbureau HSL-A16 en de HSL Combinatie Brabant Zuid. De constructie voldoet aan de wettelijke eisen van het Bouwstoffenbesluit. Het projectbureau HSL-A16 bewaakt namens het ministerie van Verkeer en Waterstaat door middel van monitoring of er effecten voor het milieu zullen gaan optreden. De gemeente Breda blijft deze bewaking nauwlettend volgen.

Bij de reconstructie van het knooppunt Princeville van de A16 is 345.000 ton thermisch gereinigd zand gebruikt in de op- en afritten van het knooppunt Princeville. Nadat dit zand was aangebracht bleek dat de verwerking niet in categorie 1 maar in de zwaardere categorie 2 viel. Er zijn voor categorie 2 extra maatregelen bij toepassing voorgeschreven in het Bouwstoffen-besluit. Het projectbureau HSL-A16 en de HSL Combinatie Brabant Zuid hebben daarom in juni een team van deskundigen (Schreurs Milieuconsult, ECN, Tauw en Geodelft) opdracht gegeven om de milieurisicos te onderzoeken en maatregelen aan te geven om dit materiaal toe te passen, zodat het voldoet aan de milieu-eisen uit het Bouwstoffenbesluit.

De werkzaamheden ondervinden geen vertraging door de toepassing op deze wijze van thermisch gereinigd zand onder de nieuwe op- en afritten tussen de A16 en de A58. De gemeente Breda zal de effecten op het milieu nauwgezet blijven volgen. Bij overtreding van de wet zal de gemeente haar verantwoordelijkheid als handhaver van de wet vanzelfsprekend oppakken.

Breda, 1 oktober 2002