Voor- en Vroegschoolse Educatie
De gemeenteraad heeft, ter uitwerking van de rijksregeling "Voor- en
vroegschoolse Educatie (V.V.E.), in zijn vergadering d.d. 19 september
2002 de nota "Voor- en vroegschoolse educatie in Bodegraven"
vastgesteld.
Bovengenoemd besluit treedt in werking daags na bekendmaking en wel op
3 oktober. Vanaf laatstgenoemde datum ligt het besluit voor een ieder
en gedurende zes weken na datum van deze publicatie ter inzage in de
leeskamer van het gemeentehuis. Voor nadere informatie of vragen kunt
u zich tijdens kantooruren wenden tot de heer Van der Zwam (tst. 281).
Om u enig inzicht te verschaffen in de door de raad van Bodegraven genomen besluiten volgt hieronder een korte uitleg. Veel allochtone kinderen hebben een forse taalachterstand op het moment dat zij naar de basisschool gaan. De achterstand ligt voor Turkse en Marokkaanse kinderen op gemiddeld ongeveer twee jaar. Autochtone kinderen die voor extra zorg in aanmerking komen, hebben een achterstand van gemiddeld een jaar. Uit onderzoek blijkt dat de leerlingen deze achterstanden in het vervolg van het basisonderwijs niet of nauwelijks inlopen. Dit heeft verstrekkende negatieve gevolgen voor het vervolgonderwijs en de latere maatschappelijke loopbaan.
In april 2000 heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen de Regeling Voor- en Vroegschoolse Educatie (V.V.E.)
ingesteld om deze vorm van achterstand tegen te gaan. Doel van deze
regeling is om meer 2 tot 6 jarige kinderen te laten deelnemen aan
effectieve voor- en vroegschoolse programmas, om zo de achterstand in
groep 3 van de basisschool te voorkomen.
De landelijke regeling is met de vastgestelde nota vertaald naar de
lokale praktijk. De samenwerking en aansluiting tussen
peuterspeelzaal, basisonderwijs en consultatiebureau worden gevormd en
er komt een effectief programma voor de doelgroepkinderen. Daarnaast
komt er een goede informatievoorziening voor de ouders waarin zij
worden voorgelicht over Voor- en Vroegschoolse Educatie.