Ingezonden persbericht

PERSBERICHT

Hoogland, 2 oktober 2002

Studie in 118 Nederlandse ziekenhuizen wijst uit:

"Vijfmaal zo vaak aangeboren afwijkingen
bij minder goede diabetesregulatie"

Vrouwen met type 1 diabetes, bij wie sprake is van een 'minder goede' diabetesregulatie, hebben een vijfmaal zo grote kans een kind te krijgen met aangeboren afwijkingen. Maar ook bij vrouwen met een 'goede' diabetesregulatie is deze kans nog altijd tweeëneenhalf keer zo groot vergeleken met vrouwen zonder diabetes. Dat blijkt uit het onderzoek "Diabetes mellitus type 1 en zwangerschap in Nederland anno 19992000" van het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht.

De resultaten van dit onderzoek worden vrijdag 4 oktober bekend gemaakt op een symposium in Zeist en staan vermeld in het kwartaalblad "DiabeteSpecialist", dat op diezelfde dag verschijnt. Het onderzoek betreft vrouwen met diabetes mellitus type 1 die zwanger werden in de periode van 1april 1999 tot en met 31 maart 2000. Het gaat hierbij om de zwangerschappen van 323 vrouwen in 118 Nederlandse ziekenhuizen. De studie is uitgevoerd door mevrouw drs. Inge Evers, arts-onderzoeker van de afdeling Obstetrie van het UMC Utrecht. Zij hoopt op 5 november aanstaande op deze studie te promoveren.

Verhoogd HbA1c

Het percentage aangeboren afwijkingen neemt toe, naar mate bij de vrouw de HbA1c-waarde *) vroeg in de zwangerschap hóger is. Bij vrouwen zonder diabetes is de kans op een kind met aangeboren afwijkingen 2,6 procent. Bij vrouwen met diabetes en een HbA1c van zeven procent of láger is deze kans 6,3 procent, terwijl de kans op aangeboren afwijkingen oploopt tot 12,9 procent bij een niet-optimale HbA1c-waarde bóven de zeven procent.
*) Het geglycosyleerde hemoglobinegehalte (HbA1c) is een maat voor de gemiddelde bloedglucosespiegel van de voorafgaande zes tot acht weken; bij gezonde mensen ligt het HbA1c meestal tussen vier en zes procent.
Bijna de helft van alle baby's van vrouwen met diabetes heeft ook een te groot geboortegewicht. Daarnaast hebben veel pasgeboren baby's verlaagde bloedglucosewaarden. Ook de moeders met type 1 diabetes betalen een behoorlijke prijs voor hun zwangerschap. Tien keer zo vaak als normaal komt ernstige hoge bloeddruk voor, in combinatie met eiwituitscheiding in de urine. De dikte van het kind leidt dikwijls tot vroeggeboorte of maakt een keizersnede noodzakelijk.

Vijfenzeventig procent

Vijfenzeventig procent van alle zwangere vrouwen met type 1 diabetes is 'keurig' ingesteld met een HbA1c van zeven procent of lager, slikt foliumzuur en doet alles om een zwangerschap goed te volbrengen. Toch kunnen er problemen optreden bij moeder en kind. "Wij beginnen ons steeds meer te realiseren dat de bloedglucoseregulatie nog beter moet. Misschien moet je vóór de conceptie al streven naar een HbA1c-waarde binnen de normaalgrens, dus ónder de zes procent", zegt prof.dr. Gerard Visser, gynaecoloog in het UMC Utrecht, die samen met internist dr. Harold de Valk het onderzoek begeleidde.

"Continue metingen met een glucosesensor hebben uitgewezen dat er ook bij een aanvaardbaar HbA1c sprake kan zijn van bijzonder sterke bloedglucoseschommelingen. Deze fluctuaties zijn bij diabetische zwangeren groter dan bij andere mensen met diabetes. Je kunt gerust zeggen dat voor de diabetesinstelling van zwangere vrouwen geldt: bijna normaal is nog niet goed genoeg", aldus de onderzoekers in "DiabeteSpecialist".

Een scherpere diabetesinstelling kan leiden tot frequente en ernstige hypoglykemieën, waardoor de vrouw wordt belemmerd in haar sociale leven. Vaak wordt bijvoorbeeld geadviseerd om geen auto te besturen en de omgeving te waarschuwen dat er hypo's kunnen optreden. In de onderzochte groep vrouwen overleed er één als gevolg van een hypoglykemisch coma.

Vijfentwintig procent

Als het gaat om reductie van risico's valt natuurlijk veel winst te behalen in de groep van vijfentwintig procent zwangere vrouwen bij wie sprake is van een matige of zelfs slechte diabetesinstelling. Harold de Valk: "Het is waarschijnlijk niet zo makkelijk om dat percentage terug te dringen. In deze groep zitten vooral lager opgeleiden en sociaal zwakkeren. Je ziet dan ook veel ongeplande zwangerschappen. Deze vrouwen realiseren zich waarschijnlijk niet dat aangeboren afwijkingen met name in de éérste weken van de zwangerschap ontstaan. Je kunt tegen zo'n vrouw wel zeggen 'wacht nog even met een kind, totdat je diabetes goed is ingesteld', maar blijkbaar komt dat onvoldoende over. De wens om kinderen te krijgen kan sterker zijn dan het advies van de internist."

Risico's verkleinen

Volgens de onderzoekers spelen de diabetesverpleegkundigen - naast de internist - een belangrijke rol bij de voorlichting: zij moeten jonge vrouwen wijzen op het grote belang van een heel scherpe diabetesinstelling, zeker vóór de conceptie en tijdens de eerste drie maanden van de zwangerschap. Het ligt ook voor de hand meer zwangere vrouwen te behandelen met insulinepomptherapie bij het streven naar lagere HbA1c-waarden.

Ook het gebruik van kortwerkende insuline analogen lijkt tot de mogelijkheden te gaan behoren. Op dit moment worden deze insulinepreparaten nauwelijks gebruikt door zwangere vrouwen met diabetes, omdat nog niet volledig is uitgesloten dat dit zou kunnen leiden tot embryonale schade. "Het is wel een dilemma", meent Gerard Visser. "Met kortwerkende insuline analogen kun je een vrouw vaak scherper instellen, maar het is nog niet geheel duidelijk welke invloed die analogen hebben op de vrucht. We denken nu dat de schade meevalt, maar honderd procent zekerheid daarover is er nog niet."

Terugkijkend op hun onderzoek zeggen Inge Evers, Gerard Visser en Harold de Valk: "De studie laat zien dat er nog genoeg te verbeteren is, hoewel het met de huidige behandelmethoden helaas nooit mogelijk zal zijn om iedere zwangere vrouw met diabetes perfect in te stellen. Maar het is natuurlijk wel frustrerend te moeten vaststellen: de beste zorg is nog niet goed genoeg, waar het gaat om zwangerschap en diabetes!"



Ingezonden persbericht