CAO-overleg rijksambtenaren van start
2 oktober 2002
Vandaag is het CAO-overleg voor de 120.000 rijksambtenaren van start
gegaan. Deze CAO moet vanaf 1 december 2002 van kracht worden.
Minister Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) heeft
vandaag, in zijn rol als werkgever, aan de bonden via een brief zijn
inzet bekend gemaakt. In deze zogenaamde inzetbrief staat een aantal
voorstellen om de kwaliteit van de dienstverlening door de
rijksoverheid op het vereiste niveau te kunnen houden. Dit zijn
voorstellen zoals het handhaven en verbeteren van kwaliteit van
dienstverlening, het vergroten van arbeidsdeelname, het terugdringen
van het ziekteverzuim en gelijktrekken van secundaire
arbeidsvoorwaarden. Daarnaast stelt de minister voor om een nieuwe
Arbeidsvoorwaardenovereenkomst af te sluiten met een structurele
salarisontwikkeling van 2,5% en een looptijd tot 1 januari 2004.
---
Handhaven en verbeteren van kwaliteit
Een belangrijk doel van deze CAO is de continuering van de
kwaliteitsverbetering van personeel en organisatie die de afgelopen
jaren is ingezet. Zo is er de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de
kwaliteitsverhoging van het personeel en de organisatie, in de
verbetering van de arbeidsvoorwaarden en in het verbeteren van het
imago van de sector. Dit heeft bijgedragen aan de verbeterde
arbeidsmarktpositie van de sector, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de
grote belangstelling voor het Rijkstraineeproject. Ook nu, in
economische moeilijker tijden moet de sector Rijk een aantrekkelijke
werkgever blijven met volop kansen voor de ambtenaren die zich willen
inzetten en ontplooien. Hiervoor is een flexibele wijze van
organisatieverandering nodig. Daarbij moet de kwaliteit van betrokken
ambtenaren voorop staan en niet bijvoorbeeld het aantal dienstjaren.
Participatie vergroten
Naast de verhoging van de arbeidsdeelname van de oudere werknemer doet
de minister een voorstel om de Uitkeringsregeling substantieel
bezwarende functies af te schaffen. Dit zijn functies die nogal
belastend zijn vanwege fysieke en psychische omstandigheden, zoals
bijvoorbeeld cipiers. De Uitkeringsregeling heeft als nadeel dat
degenen die hiervan gebruik maken, niet snel geneigd zijn over te
stappen naar een andere, niet-bezwarende functie, omdat zij hiermee
hun recht op uitkering verliezen.Hierdoor blijven zij te lang op de
functie hangen, waarbij het risico is dat men ziek of
arbeidsongeschikt wordt. Ter stimulering van een preventief beleid is
het voorstel deze regeling af te schaffen.
Arbeid en gezondheid
In het kader van het terugdringen van het ziekteverzuim en het
verminderen van de instroom bij de WAO doet de minister voorstellen te
komen tot een breder gebruik van positieve prikkels. Daarnaast stelt
de minister voor de mogelijkheid te creëren voor organisatieonderdelen
met een relatief hoog ziekteverzuim om over te gaan tot een al dan
niet tijdelijke, invoering van een bonussysteem voor ambtenaren die
gedurende een bepaalde periode niet ziek zijn.
Tevens stelt de minister ook een versnelde aanpassing van het Besluit
tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel (Btzr) voor, waarbij de
hierbij vrijgekomen middelen ten gunste worden gebracht van de
verhoging van de eindejaarsuitkering.
Moderniseren, harmoniseren en dereguleren
Ter compensatie van bepaalde ongemakken bij de uitoefening van zijn
functie heeft de ambtenaar recht op bepaalde vergoedingen. Dit betreft
ondermeer toelage onregelmatige dienst, de overwerkvergoeding, de
toelage voor bereikbaarheid en beschikbaarheid. Onlangs is door een
werkgroep van Rijk en bonden bekeken hoe de systematiek van deze
vergoedingen kan worden vereenvoudigd en gemoderniseerd. De minister
stelt voor de regelgeving aan te passen in lijn met de aanbevelingen
van de werkgroep. Daarnaast stelt de minister voor om, ten aanzien van
de overwerkvergoedingen, de overwerktoelage vast te stellen op een
uniform percentage van 25 % per uur. Ook wil hij de uitbetaling van de
toelage onregelmatige dienst stopzetten als een ambtenaar langer dan
vier weken niet werkt.
Het uitgangspunt van de minister is dat, waar mogelijk, secundaire
arbeidsvoorwaarden voor alle rijksambtenaren gelijk moeten zijn. Op
basis van de onderzoeksresultaten zoals opgenomen in het rapport Rijk
aan voorwaarden (min van BZK, augustus 2002) is de minister van
oordeel dat in ieder geval de secundaire voorwaarden op de terreinen
van kinderopvang en het woon- en werkverkeer voor harmonisatie in
aanmerking komen.
Ambtelijke integriteit
Minister Remkes doet in de inzetbrief een voorstel om in overleg met
de bonden te kijken of er op het terrein van de ambtelijke integriteit
nadere maatregelen moeten worden genomen. Daarbij denkt hij aan de
mogelijkheid tot de invoering van een sectorale gedragscode en de
nadere concretisering van de rechtsbescherming van klokkenluiders.
---
Arbeidsvoorwaarden Rijksoverheid - persberichten - CAO-overleg
© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -