VSNU



VSNU-persbericht
Datum: 5 september 2002

Tijd om over de grenzen te kijken.
Kwaliteit van onderzoek Economie is hoog.

Het niveau van het economisch onderzoek in Nederland is hoog. Door zich te richten op de betere en kansrijke onderdelen en door minder goede programma's te integreren is de gemiddelde kwaliteit de afgelopen vijf jaar toegenomen. Verschillende onderzoeksprogramma's bereikten of behielden intussen een internationale of wereldfaam of hebben het potentieel om dat te bereiken. Wel ontstonden door de samenvoeging en integratie onderzoeksterreinen waar in Nederland geen of weinig onderzoek naar wordt gedaan. Dat zijn de belangrijkste conclusies van de visitatiecommissie onderzoek Economie. Op 5 september 2002 zal de voorzitter van de visitatiecommissie, prof. P. Vanden Abeele, het rapport aanbieden aan de voorzitter van de VSNU, mr. E.M. d' Hondt.

Het aantal onderzoeksprogramma's is in de afgelopen vijf jaar afgenomen van 90 naar 60. Sommige zijn opgeheven na pensionering van de onderzoekers, maar de meeste programma's met mindere perspectieven zijn geïntegreerd in meer succesvolle of nieuwe programma's. Door minder breed te werken is een aanzienlijke verdieping bereikt. De visitatiecommissie merkt op dat er onderzoeksterreinen zijn waar in Nederland nauwelijks onderzoek meer naar wordt gedaan, zoals recht en economie, economische geschiedenis en filosofie, gezondheidseconomie en het onderwijs in economie. Indien het aantal onderzoeksterreinen verder wordt ingeperkt kan dat nadelig kan zijn voor de internationale positie van economisch onderzoek. Breedte en diepte van het in Nederland gevoerde onderzoek dienen voortaan tegen elkaar afgewogen.

De meeste van de acht universiteiten waar economisch onderzoek wordt uitgevoerd, hebben het economisch onderzoek gestimuleerd door bijvoorbeeld directe prikkels te verstrekken aan onderzoekers, zodat zij meer tijd kunnen besteden aan onderzoek. Ook is economisch onderzoek versterkt door de oprichting van nieuwe of versteviging van bestaande onderzoeksscholen.

De vooruitzichten voor de meeste onderzoekteams zijn zeer gunstig te noemen; bovendien hebben ze de afgelopen periode grote vooruitgang geboekt. Een aantal Nederlandse onderzoeksprogramma's kan zich inmiddels meten met de beste van de wereld. Volgens de commissie liggen daar dan ook de uitdagingen in de toekomst. Verdere internationale ontwikkeling van het Nederlandse economie onderzoek is wenselijk.



VSNU