European Commission
IP/02/1138
Brussel, 24 juli 2002
Commissie verleent vrijstelling voor multilaterale
afwikkelingsprovisies voor grensoverschrijdende betalingen met
Visa-kaarten
De Europese Commissie heeft bepaalde multilaterale
afwikkelingsprovisies (multilateral interchange fees - MIF) voor
grensoverschrijdende betalingen met Visa-kaarten vrijgesteld volgens
de mededingingsregels van de Europese Unie, na belangrijke wijzigingen
aan het systeem door Visa. De nieuwe MIF zullen niet alleen in
absolute bedragen worden verminderd, maar ook op het niveau van eraan
gekoppelde kosten, wat de situatie voor detailhandelaars en,
uiteindelijk, voor de consument aanzienlijk zal verbeteren.
Een multilaterale afwikkelingsprovisie (multilateral interchange fee
of "MIF") is een interbancaire betaling die plaatsvindt voor met
betaalkaarten verrichte betalingen.
In het Visa-systeem wordt deze provisie door de bank van de
detailhandelaar betaald aan de bank van de kaarthouder en vormt zij
een onkost voor de eerstgenoemde bank die normaal op de
detailhandelaars wordt afgewenteld als een deel van de vergoeding die
de detailhandelaars voor elke betaling met een Visa-kaart aan hun bank
betalen. Het niveau van de MIF voor Visa - dat van toepassing is
behoudens andersluidende afspraak tussen twee banken - wordt bepaald
door het bestuur van Visa en is vastgelegd in het internationaal
reglement van Visa inzake betaalkaarten, dat ter goedkeuring bij de
Commissie is aangemeld.
De Commissie heeft in september 2000 formeel bezwaren geformuleerd
tegen de huidige MIF voor Visa, die het bestuur van Visa willekeurig
kan bepalen en die als een zakengeheim worden beschouwd en - bijgevolg
- niet transparant zijn (zie persmededeling IP/00/1164).
Na lang overleg met Visa en raadpleging van de betokken partijen zijn
door Visa hervormingen voorgesteld aan de Commissie, waardoor
krachtens artikel 81, lid 3, van het Verdrag vrijstelling kan worden
verleend.
* Om te beginnen zal Visa het niveau van de MIF voor de
verschillende typen van consumentenkaarten verminderen. Voor
betalingen via Visa met kaarten met uitgestelde debitering en met
kredietkaarten zal het gewogen gemiddelde MIF geleidelijk worden
verminderd, tot 0,7% in 2007. Voor transacties met debetkaarten
zal Visa onmiddellijk een vaste MIF van 0,28 invoeren.(1)
* Verder zullen de MIF worden beperkt op het niveau van de kosten
voor specifieke door emitterende banken verleende diensten die
volgens de Commissie overeenstemmen met dienstverrichtingen van de
bank van de kaarthouder ten gunste van de detailhandelaars, die
uiteindelijk de grensoverschrijdende MIF betalen. Deze diensten
zijn: het verwerken van de transacties, het verstrekken van
betalingsgarantie(2) en de periode van gratis krediet(3). De
kosten zullen worden bepaald op basis van een kostenstudie, die
zal worden verricht door Visa en gecontroleerd door een
onafhankelijke accountant. De beperking zal van toepassing zijn
ongeacht de door Visa aangeboden verminderingen van het niveau van
MIF (dit wil zeggen dat wanneer de maximale kosten minder zijn dan
0,7%, de MIF eveneens minder dan 0,7% moeten zijn).
* Bovendien zal Visa de banken die lid zijn, toelating verlenen om
detailhandelaars op hun verzoek informatie te verstrekken over het
niveau van de MIF en over het relatieve percentage van de drie
categorieën van onkosten (die momenteel als zakengeheim worden
beschouwd). De detailhandelaars zullen van deze mogelijkheid de op
hoogte worden gesteld.
De vrijstelling geldt enkel na wijziging van de MIF
De vrijstelling treedt in werking van zodra Visa de wijzigingen heeft
doorgevoerd - Visa heeft zich ertoe verbonden dit kort na de
vaststelling van de beschikking van de Commissie te zullen doen - en
zal gelden tot 31 december 2007. Na deze datum zal de Commissie het
MIF-systeem van Visa opnieuw kunnen onderzoeken in het licht van de
effecten van de gewijzigde MIF op de markt.
De vrijstelling geldt enkel voor grensoverschrijdende betalingen met
Visa-consumentenkaarten (kredietkaarten, kaarten met uitgestelde
debitering en debitkaarten) bij detailhandelaars binnen de Europese
economsiche Ruimte, die ongeveer 10% van alle transacties met
Visa-kaarten binnen de EER vertegenwoordigen. De beschikking is niet
van toepassing op MIF voor betalingen met Visa binnen een lidstaat of
op MIF voor Visa-bedrijfskaarten (door personeel voor bedrijfsuitgaven
gebruikte kaarten).
De Commissie heeft de mogelijkheid van vrijstelling van de gewijzigde
MIF van Visa enkel beoordeeld in de context van grensoverschrijdende
betalingen met het Visa-betalingssysteem. MIF voor betalingen binnen
een lidstaat of volgens een verschillend betalingssysteem dan dit van
Visa zouden moeten worden beoordeeld in het licht van de andere
marktvoorwaarden die hiervoor gelden. Vooral het antwoord op de vraag
wat redelijke en billijke MIF zijn, kan anders luiden in andere
omstandigheden.
Het beleid van de Commissie betreffende de MIF van Visa ligt in de
lijn van vroegere uitspraken inzake MIF. De Commissie is van oordeel
dat het multilateraal opleggen van MIF van Visa tussen concurrerende
banken een beperking van de mededinging vormt. Zij concludeert evenwel
dat multilateraal bepaalde afwikkelingsvergoedingen binnen een
betalingsnetwerk het gunstige effect van productiviteitsverhoging en
besparing kunnen hebben en bijgevolg kunnen worden vrijgesteld, doch
enkel indien zij op redelijke en billijke wijze zijn vastgesteld.
Inzake de MIF van Visa was in 1997 een formele klacht ingediend door EuroCommerce, een Europese organisatie van detailhandelaars. De klacht van EuroCommerce had ook betrekking op MIF in het Eurocard/Mastercard systeem, die bij de Commissie zijn aangemeld. Deze en andere zaken betreffende betaalkaarten zijn nog in behandeling.
De vrijstelling voor MIF van Visa laat de verordening betreffende
grensoverschrijdende betalingen in de euro-zone(4)
, die begin juli in werking is getreden en die een zelfde tarief
oplegt voor gelijkaardige binnenlandse en grensoverschrijdende
betalingen binnen de euro-zone, onverlet. De verordening is van
toepassing op aan het cliënteel van banken aangerekende tarieven, en
niet op interbancaire betalingen zoals MIF.
(1)
Het niveau van MIF vóór deze verminderingen kan niet worden
bekendgemaakt aangezien zij door Visa worden beschouwd als
zakengeheim; Visa meent evenwel dat het effect van de wijzigingen
(voor debetkaarten, kaarten met uitgestelde debitering en
kredietkaarten samen) voor de inkomsten van emitterende banken uit
afwikkelingsvergoedingen voor grensoverschrijdende transacties over de
periode van 2002 tot 2007 een vermindering met meer dan 20% zal
betekenen.
(2)
Het begrip "betalingsgarantie" wordt gebruikt als omschrijving van de
belofte van de bank van de kaarthouder om door kaarthouders verrichte
betalingen uit te voeren, zelfs wanneer zij frauduleus blijken te zijn
of wanneer de kaarthouder uiteindelijk in gebreke blijft, op
voorwaarde dat de detailhandelaar de nodige veiligheidscontroles
uitvoert. Dit vormt inderdaad een soort betalingsverzekering voor
detailhandelaars.
(3)
De "periode van gratis krediet" stemt overeen met de periode voor het
tijdstip waarop de kaarthouder ofwel de rekening van de kaart betaalt,
of (enkel voor kredietkaarten) het saldo van de rekening voor de
kredietkaart overdraagt naar de uitgebreide kredietfaciliteit,
waarvoor intresten worden aangerekend. De Commissie is van oordeel dat
deze "periode van gratis krediet" detailhandelaars in een
grensoverschrijdende context ten goede komt, doordat verdere aankopen
worden gestimuleerd.
(4)
Zie persbericht HYPERLINK
"http://europa.eu.int/rapid/start/cgi/guesten.ksh?p_action.gettxt=gt&d
oc=IP/02/941|0|RAPID&lg=EN&display=" IP/02/941.