European Commission

IP/02/1139

Brussel, 24 juli 2002

Commissie legt geldboeten op aan zeven ondernemingen in Nederlands kartel op het gebied van industriële gassen

De Europese Commissie heeft vandaag geldboeten voor in totaal 25.72 million opgelegd aan zeven producenten van industriële en medische gassen wegens het deelnemen aan een geheim kartel in Nederland tussen september 1993 en december 1997. De onwettige regelingen betroffen de levering van verschillende gassen zoals zuurstof, stikstof, koolstofdioxide en argon, waarvoor de kartelleden heimelijke afspraken maakten om de prijzen hoog te houden. Dit is de derde kartelbeschikking die de Commissie dit jaar heeft genomen; daardoor geeft zij nogmaals blijk van haar vastberadenheid om met harde hand op te treden tegen prijsafspraken die afnemers, industriële verbruikers en, in het geval van medische gassen, ook belastingbetalers, schade berokkenen.

In december 1997 en in de loop van 1998 verrichte de Europese Commissie verificaties in de Nederlandse kantoren van NV Hoek Loos, AGA AB, Air Liquide BV, Air Products Nederland BV, BOC Group Plc, Messer Nederland BV en Westfalen Gassen Nederland BV, nadat zij weet had gekregen van mogelijk onwettige gedragingen van deze ondernemingen in Nederland.

De verificatie bracht een prijskartel op de Nederlandse markt voor industriële en medische gassen aan het licht, die - gezien de invoer en uitvoer van deze producten naar en van lidstaten - de intracommunautaire handel beïnvloedde.

Bij de producten gaat het om zuurstof, stikstof, kooldioxide, argon, argonmengsels en acetyleen die in cilinders en in vloeibare vorm (bulk) worden geleverd en in verschillende bedrijfstakken en verwerkingsprocessen worden gebruikt. De grootste hoeveelheden industriële gassen worden gebruikt bij de productie, het snijden en lassen van metalen en in de chemische industrie. Zuurstof, stikstof, kooldioxide en verschillende gasmengsels kunnen bijvoorbeeld ook worden gebruikt voor medische doeleinden, voornamelijk in ziekenhuizen, met name voor de beademing, de verdoving, laboratoriumwerkzaamheden en verschillende andere toepassingen.

Kartel vanaf 1989

De Commissie beschikt over bewijsmateriaal dat tussen 1989 en 1991, en vervolgens van 1993 tot 1997, de belangrijkste leveranciers van industriële gassen in Nederland regelmatig bijeenkomsten hielden om besprekingen te voeren over en afspraken te maken over prijsverhogingen en andere handelsvoorwaarden voor de levering van cilindergas - en soms bulkgas - aan hun afnemers. Zij kwamen overeen ieder jaar gedurende twee tot vijf maanden geen zaken te doen met elkaars bestaande afnemers, teneinde deze prijsverhogingen ten uitvoer te kunnen leggen en om bij de levering van cilinder- en bulkgas aan nieuwe afnemers minimumprijzen en andere handelsvoorwaarden in acht te nemen.

Deze voorwaarden hadden met name betrekking op de huur van cilinders en de transportkosten die afnemers werden aangerekend. Voorts kwamen zij de invoering overeen van een vaste leveringsvergoeding voor bulklevering en van een milieu- en veiligheidstoeslag voor leveringen in cilinders.

Hoewel de Commissie over bewijsmateriaal beschikt voor beide perioden, nam zij voor de berekening van de geldboeten alleen de periode na september 1993 in aanmerking omdat de eerste inbreuk, die meer dan vijf jaar vóór het begin van het onderzoek werd beëindigd, was verjaard.

Hoek Loos, AGA, Air Liquide, Air Products en Messer namen deel aan de kartelafspraken tussen september 1993 en december 1997, terwijl Westfalen slechts aan het kartel heeft deelgenomen van maart 1994 tot december 1995, en BOC van juni 1994 tot december 1995.

De geldboeten waren als volgt:

NV Hoek Loos: 12.6 million

AGA AB: 4.15 million

Air Liquide BV: 3.64 million

Air Products Nederland BV: 2.73 million

Messer Nederland BV: 1.17 million

BOC Group Plc: 1 million

Westfalen Gassen Nederland BV: 0.43 million

Berekening van de geldboeten

Bij de berekening van de geldboeten in antitrustzaken houdt de Commissie rekening met de ernst van de inbreuk, de duur ervan en het al dan niet voorhanden zijn van verzachtende of verzwarende omstandigheden, alsmede een eventuele medewerking vanwege de onderzochte ondernemingen. Tevens houdt zij rekening met het aandeel van de onderneming op de betrokken markt en de totale omvang van de onderneming. Het uiteindelijke bedrag van de boete mag niet hoger zijn dan 10% van de totale jaaromzet van een onderneming.

Bij het vaststellen van de basisbedragen van de aan Hoek Loos en AGA opgelegde boeten d.w.z. vóór een eventuele verlaging op grond van de clementieregeling van de Commissie - hield de Commissie rekening met het feit dat deze beide bedrijven de belangrijkste leveranciers van industriële gassen in Nederland waren tijdens de betrokken periode. Air Products Nederland en Air Liquide BV werden als grote leveranciers beschouwd, terwijl Messer Nederland en BOC middelgrote leveranciers zouden zijn. Westfalen werd geacht een kleine leverancier te zijn.

De Commissie erkende dat BOC en Westfalen uitsluitend een passieve rol hadden gespeeld en niet hadden deelgenomen aan alle aspecten van de inbreuk. Dit leidde tot een vermindering van 15 % van hun respectieve boeten.

Overeenkomstig de clementieregeling kregen AGA en Air Products een vermindering van 25% wegens het verstrekken van bijkomend bewijsmateriaal over het kartel, het geven van uitvoerige toelichtingen over de tijdens de verificaties gevonden documenten en wegens het niet aanvechten van de feiten nadat zij de mededeling van punten van bezwaar van de Commissie in juli 2001 hadden ontvangen.

Hoek Loos en Messer werden eveneens een verlaging van 10% toegekend, aangezien zij de in de mededeling van punten van bezwaar uiteengezette feiten niet betwistten.

De ondernemingen beschikken over drie maanden om de boeten te betalen.