Landelijke Huisartsen Vereniging
Bestuur LHV hoopvol gestemd over advies CTG: ''Advies herijking
norminkomens is eerste stap''
"Verschillende punten zijn voldoende gehonoreerd, maar we zijn er nog
niet", zegt LHV-voorzitter Bas Vos in een eerste reactie op de
voorstellen van het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) over de
inkomensherijking. "Kijk maar eens naar de pensioenen, die zijn nog
verre van voldoende."
De LHV is tevreden dat er na twintig jaar eindelijk weer een herijking
heeft plaatsgevonden van de norminkomens van vrije beroepsbeoefenaren,
waaronder de huisartsen. Jarenlang wilde geen enkele instantie die
verantwoordelijkheid op zich nemen. Uiteindelijk is het CTG bereid
gevonden de norminkomens opnieuw te onderzoeken, hetgeen nu heeft
geresulteerd in een advies aan de minister van VWS.
Overgenomen
De LHV is blij dat het CTG het salarisdeel van het norminkomen (zoals
aangegeven in het rapport van Hay) heeft overgenomen. Het logische
gevolg daarvan is namelijk, dat ook voor de diensten in de avond,
nacht en het weekeinde een bedrag van Ä 18.222,- moet worden verkregen
met ingang van 1 januari 2003. Op dat punt lijken de LHV en het CTG
elkaar dus te hebben gevonden.
De LHV vindt het jammer dat het CTG nog een definitief standpunt moet
bepalen over de ANW-vergoeding.
Eerste stap
Het honorarium stijgt per saldo, met veertien duizend euro per jaar
voor een werkweek van 42 tot 45 uur; en dat is niet meer dan terecht.
De LHV beschouwt dit dan ook als eerste serieuze stap naar volwaardige
honorering.
Vergelijking
Naar de mening van de LHV moet het inkomen van huisartsen worden
vastgesteld aan de hand van een vergelijking met gelijkwaardige andere
beroepsbeoefenaren. Het CTG heeft vergeleken met de zorg- en
overheidssector, terwijl dat veel breder zou moeten.
Die vergelijking heeft onder meer niet op een juiste manier plaats
gevonden bij het onderdeel pensioen. Daar is uitgegaan van een
PGGM-pensioenregeling, die niet aansluit bij de huidige situatie van
de vrije beroepsbeoefenaren. Die komt dus veel te laag uit.
Marktconform
Het voorstel gaat ervan uit dat ook een huisarts veertig jaar de tijd
heeft om een pensioen op te bouwen. Maar een huisarts start zijn
loopbaan echter veel later dan de meeste anderen: namelijk tussen zijn
30e en 35e jaar. Hij zal dus tot voorbij zijn zeventigste levensjaar
moeten werken voor een volledig pensioen. Verder dienen ook de
vergoedingen voor de arbeidsongeschiktheids- en
ziektekostenverzekering marktconform te worden aangepast, vindt de
LHV.
De LHV verwacht dat de nieuwe minister van VWS de opmerkingen van de
LHV ter harte zal nemen en in het uiteindelijke besluit de
voorgestelde wijzigingen zal overnemen.
Klik hier voor de uitgebreide informatie over het CTG-besluit.