Landelijke Huisartsen Vereniging
Huisartsen nu ook poortwachter voor GGZ, maar ondersteuning ontbreekt
De huisarts is sinds 1 juli officieel een nieuwe taak rijker. Op die
datum is een maatregel van kracht waarin de huisarts is aangewezen als
verwijzer naar het RIAGG (tweedelijns GGZ). Hoewel de LHV inhoudelijk
achter de maatregel staat, constateert zij dat er qua ondersteuning
niets concreets is geregeld.
De maatregel betekent een verzwaring van de taak van de huisarts. De
LHV gaf eerder aan inhoudelijk positief te staan tegenover deze
verwijsfunctie, omdat zij inventarisatie van klachten en verwijzing
naar de tweede lijn vindt passen bij de functie van de huisarts. Dit
niet alleen in de somatische, maar ook in de psychiatrische zorg.
Om deze taakverzwaring goed te kunnen uitvoeren, is de LHV echter van
mening dat de huisarts hierin ook moet worden ondersteund met
kwaliteitsbeleid en voldoende verwijsmogelijkheden in de eerste en
tweede lijn.
De maatregel is echter ingegaan zonder dat concrete afspraken zijn
gemaakt met de LHV rond deze verwijsfunctie. Ook is de LHV niet van
tevoren op de hoogte gesteld van de afkondiging in de Staatscourant
van 4 juni. De LHV heeft niet ingestemd met deze maatregel en heeft
daarom haar teleurstelling uitgesproken over de gevolgde procedure en
heeft hiertegen ook protest aangetekend bij de minister van
Volksgezondheid.
De maatregel is echter wel met ingang van 1 juli van kracht geworden,
waardoor patiÎnten een verwijskaart van de huisarts nodig hebben om
bij het RIAGG terecht te kunnen. De LHV adviseert haar leden voorlopig
om zoveel mogelijk te handelen zoals dat reeds gebruikelijk was. Dit
betekent:
* Een huisarts die reeds actief een verwijskaart uitschreef voor het
RIAGG kan dit gewoon blijven doen.
* Een huisarts die tot nu toe geen verwijskaart afgaf voor het RIAGG
kan in het vervolg alleen op verzoek van de patiÎnt pro forma een
verwijskaart hoeven af te geven via de assistente.
Deze maatregel is een uitvloeisel van het bestuurlijk overleg met GGZ-Nederland en Zorgverzekeraars Nederland in het najaar 2001. VWS wilde concrete afspraken voor een goede verwijzing.