Gemeente Doorn
Verordening cliëntenparticipatie sociale zaken
De raad heeft op 2 juli 2002 vastgesteld de verordening
Cliëntenparticipatie Sociale Zaken.
In deze verordening wordt geregeld dat er een cliëntenraad wordt
opgericht voor sociale zaken. Het doel van de cliëntenraad is
enerzijds signalen afgeven over de kwaliteit van de dienstverlening en
anderzijds adviseren als ervaringsdeskundigen bij beleidsontwikkeling
en -evaluatie. Naast uitkeringsgerechtigden op grond van de Algemene
bijstandswet, zullen ook niet-uitkeringsgerechtigden (Nug-gers) en
burgers met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet
gevraagd worden zitting te nemen in de cliëntenraad. De verordening
treedt 1 september 2002 in werking.
Deze verordening ligt ter inzage in de Infohoek van het gemeentehuis,
in de openbare bibliotheek, in Park Boswijk en in Huize Beatrix.
Op deze verordening is de Tijdelijke referendumwet (Trw) van
toepassing. Burgemeester en wethouders hebben op grond van artikel 22,
eerste lid Trw besloten dat over het besluit van de raad tot
vaststelling van deze verordening een gemeentelijk referendum kan
worden gehouden. Tegen dit besluit van burgemeester en wethouders
staat beroep open bij de Afdeling Bestuursrechtspraak. Een gemotiveerd
beroepschrift dient binnen zes dagen, ingaande de dag na bekendmaking
van het besluit, te worden ingediend bij de Afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den
Haag.
Inleidend verzoek tot het houden van een referendum.
Op grond van artikel 44, tweede lid Trw kan iedere kiesgerechtigde
binnen drie weken na deze bekendmaking persoonlijk een inleidend
verzoek tot het houden van een gemeentelijk referendum indienen. Het
verzoek tot het houden van een referendum kan uitsluitend worden
gedaan door middel van een bij de afdeling Burgerzaken te verkrijgen
formulier. Bij de indiening en ondertekening van het verzoek dient men
zich te identificeren.
Vervolgprocedure
De procedure omtrent het definitieve verzoek tot het houden van een
referendum, volgend op het inleidend verzoek, wordt bekendgemaakt
indien minimaal 1% van de kiesgerechtigden (circa 80 personen) een
geldig inleidend verzoek heeft ingediend. Indien deze drempel niet is
gehaald, wordt de afwijzing van het inleidende verzoek bekendgemaakt
onder vermelding van de wijze waarop hiertegen beroep kan worden
ingediend, tenzij in het geheel geen inleidende verzoeken zijn
ontvangen.