Productschap Vis
Datum:23 juli 2002
NOORDZEEVISSERS HELPEN BIOLOGEN BIJ BESTANDSONDERZOEK
Rijswijk, De Noordzeevissers worden dit jaar uitvoerig betrokken bij
de toestandsbeoordeling van de visbestanden. Deze vormt de basis voor
de adviezen over de maximale vangsthoeveelheden (TACs) later dit jaar.
Deze week krijgen alle vissers uit de Noordzeelanden een vragenlijst
over hun praktijkervaringen met de visbestanden. Hiermee wordt
tegemoet gekomen aan de jarenlange kritiek vanuit de visserijsector
dat in de TAC adviezen te weinig rekening wordt gehouden met
praktijkkennis.
In oktober worden de vangstadviezen van het Advisory Committee for
Fisheries Management (ACFM) verwacht. Tot nu toe is in deze adviezen
de praktijkervaring van vissers maar zeer beperkt meegenomen. Vorig
jaar zijn de voorlopige biologische adviezen in een vroegtijdig
stadium voorgelegd aan de visserijsector. Dit werd door vissers en
visserijbiologen als zeer positief ervaren. Dit jaar is daarom
besloten om de vissers uitgebreider te betrekken bij de advisering.
Alle Noordzeevissers in Nederland, Engeland, Schotland, Duitsland,
Denemarken, België en Frankrijk krijgen deze week een vragenlijst
toegestuurd. Voor de Nederlandse vissers richten de vragen zich op
schol, tong, kabeljauw en wijting. De vragenlijst is een gezamenlijk
initiatief van de North Sea Commission Fisheries Partnership Group
(een internationaal overlegorgaan dat werkt aan de versterking van de
dialoog en de samenwerking tussen visserij en biologen) en Europêche
(de Europese koepel voor visserijorganisaties) in samenwerking met
visserijbiologen.
Met de informatie uit de sector krijgen de biologen een goed beeld van
de toestand van de bestanden zoals die door de vissers worden
beoordeeld. Een betere afstemming tussen praktijkervaring en
onderzoeksgegevens komt hiermee een stap dichterbij. Hierdoor kan het
ACFM zijn vangstadviezen voor het volgend jaar verbeteren.