Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
Viss. 2002/4723
datum
22-07-2002
onderwerp
Evaluatie van de sluiting van gebieden in de Noordzee in 2001
TRC 2002/6227
bijlagen
1
Geachte Voorzitter,
De Europese Raad van Visserijministers heeft in december 2000 besloten tot een herstelplan voor de kabeljauw in de Noordzee. Als eerste stap in dit herstelplan is door de Europese Commissie een gesloten gebied ingesteld op de Noordzee. Deze sluiting betrof alle visserijactiviteiten en gold voor de periode van 15 februari tot 1 mei 2001. Tijdens een eerder overleg met de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heb ik reeds twijfels geuit over de effectiviteit van deze maatregel. Naar aanleiding van deze sluiting heb ik u een evaluatie toegezegd van het effect van deze sluiting op de bescherming van kabeljauw.
Bijgevoegd bied ik u het onderzoeksrapport aan dat zich richt op de Nederlandse vloot en derhalve geen eindoordeel over de kabeljauwmaatregel in zijn totaliteit pretendeert te zijn.
datum
22-07-2002
kenmerk
Viss. 2002/4723
bijlage
Uit het rapport blijkt dat de ingestelde gesloten gebieden
waarschijnlijk geen positieve bijdrage hebben geleverd aan de
bescherming van kabeljauw. De visserij verplaatste zich naar
niet-gesloten gebieden, waardoor daar de visserijdruk op volwassen
kabeljauw en de bijvangst van ondermaatse kabeljauw toenam. Mogelijk
was er ook sprake van negatieve effecten op het ecosysteem.
Bij de sluiting van de gebieden is niet uitgegaan van de aanwezigheid
van vis, juvenielen en ei-concentraties, maar van gegevens over de
vangstlocaties uit voorgaande jaren. Het onderzoek lijkt te bevestigen
dat dit een onjuist uitgangspunt is voor besluitvorming en sluit
daarmee aan bij een eerder door mij ingenomen standpunt. De stand van
het huidige visserijonderzoek vertoont overigens nog wel een aantal
kennisbeperkingen ten aanzien van het voorkomen van juvenielen en
ei-concentraties.
Vanuit het perspectief van bestandsherstel is mijns inziens niet de
verplaatsing van de visserijdruk, maar daadwerkelijke vermindering van
die visserijdruk noodzakelijk. Het rapport concludeert hierover dat
verdere vergroting van de visserijdruk op kabeljauw is voorkomen door
de Nederlandse maatregel om stilligging en experimentele toepassing
van selectieve vistechnieken te bevorderen.
Ik zal de Europese Commissie eveneens van dit onderzoek op de hoogte
stellen.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
Bijlage:
RIVO rapport - Evaluatie van het biologisch effect van het gesloten
gebied ter bescherming van kabeljauw in 2001 (PDF-formaat, 1614 Kb)
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
http://www.minlnv.nl/infomart...2002/par02261.htm
.
---