CENTRAALFONDSVOLKSHUISVESTING

Vermogen corporatiesector ruim voldoende voor herstructurering

Vermogen corporatiesector ruim voldoende voor aanpak herstructurering en verbeteren marktpositie

Woningcorporaties beschikken over ruim voldoende vermogen om de komende jaren zowel de herstructurering als de noodzakelijke vernieuwing van het woningbezit aan te pakken. De omvang, de verdeling en de ontwikkeling van het vermogen zijn zodanig dat het binnen alle regio.s in Nederland mogelijk is om taken en middelen van corporaties met elkaar in overeenstemming te brengen.

Dat stelt het Centraal Fonds Volkshuisvesting in zijn rapport .Het vermogen en de opgave van woningcorporaties: spanning tussen behoefte en middelen.. De publicatie geeft inzicht in de vermogenspositie van corporaties en zet deze af tegen de opgaven die er liggen op het terrein van de volkshuisvesting en de noodzaak tot vernieuwing van het woningbezit.
Het Centraal Fonds is een Zelfstandig BestuursOrgaan en treedt op als adviseur van het ministerie van VROM. Taken zijn het houden van financieel en rechtmatigheidstoezicht op woningcorporaties, de sanering van financieel zwakke corporaties, en het verlenen van financiële steun aan volkshuisvestingsprojecten.

De exacte omvang van de herstructurerings- en vernieuwingsopgave van corporaties is nog altijd niet bekend. In het algemeen betreft de landelijke vernieuwingsopgave 258 wijken met ruim 490.000 woningen en raakt de herstructurering 73 wijken met ruim 294.000 woningen. De vernieuwingsopgave speelt in heel Nederland, terwijl de herstructurering zich vooral afspeelt in de grote(re) steden. Om een beter inzicht te krijgen in de verdeling van de opgaven in ons land en de financiële consequenties hiervan heeft het Fonds een inspanningsnorm berekend. Hierbij is gebruik gemaakt van indicatoren als bouwjaar, aandeel meergezinswoningen, investeringspotentie, concentratie van kansarmen, overlast en voorzieningenniveau. Deze norm is vervolgens afgezet tegen het vermogen van corporaties in de verschillende regio.s.

Duidelijk is dat de corporaties als sector over voldoende vermogen beschikken om de toekomstige volkshuisvestelijke opgaven te kunnen uitvoeren. Het Centraal Fonds komt tot een weerstandsvermogen van . 22 miljard. Daarmee liggen de financiële reserves van de sector . 10 miljard hoger dan minimaal noodzakelijk is om eventuele risico.s in de bedrijfsvoering op te kunnen vangen. Naar verwachting zal deze .overmaat. aan reserves de komende jaren verder stijgen naar . 18 miljard ultimo 2005.
Het voornaamste probleem is dan ook de mismatch tussen gestelde opgave en aanwezig vermogen op regionaal niveau. De omvangrijkste opgaven liggen in de regio.s waar de corporaties de financieel zwakste positie hebben. Dit probleem concentreert zich met name in de vier grote steden, vooral in de regio.s Amsterdam en Rotterdam.

Het Centraal Fonds acht het voor de voortgang van groot belang dat de tekorten die zijn gemoeid met de vernieuwings- en herstructureringsopgaven zo spoedig mogelijk in kaart worden gebracht. Daarbij moet ook worden onderzocht waarom de onderhoudsuitgaven bij de rijkste corporaties op een aanmerkelijk hoger niveau liggen dan bij de financieel zwakkere corporaties.
Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kan vervolgens worden bezien hoe taken en middelen beter met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht. Nu al is duidelijk dat hier binnen de regio.s zelf goede mogelijkheden voor bestaan. Daar waar bij individuele corporaties sprake is van een vermogenstekort, is binnen de betreffende regio als geheel wel voldoende vermogen aanwezig om de volkshuisvestelijke opgaven te kunnen klaren.

Naarden, 22 juli 2002