Vlaamse overheid
Vlaamse regering
PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGERING VERGADERING VAN 19 JULI 2002
Benchmarkingconvenant beloont energie-efficiëntie met vrijstelling
Ter uitvoering van het Vlaams Klimaatplan heeft de
Vlaamse regering het instrument 'benchmarkingconvenant'
principieel goedgekeurd als middel om de energie-effici-
entie van bedrijven te verbeteren. Bedrijven die zo'n
convenant afsluiten, moeten zich 'benchmarken' of verge-
lijken met bedrijven die aan de wereldtop staan op het
gebied van energie-efficiëntie.
Het principe van de benchmarkingconvenant
Een benchmarkingconvenant houdt in dat een bedrijf en de overheid afspreken welke doelstelling op het gebied van energie-efficiëntie gehaald moet worden. Dit betekent concreet dat de energie-intensieve bedrijven, met behulp van een benchmarkingconsultant, hun prestatie op het vlak van energie-effiëntie individueel zullen toetsen aan die van het gemiddelde van de beste regio in de wereld of aan de beste 10% van de opgestelde installaties in de wereld. Vervolgens wordt een energiebesparingsplan opgemaakt waarvan de uitvoering onder toezicht staat van een onaf- hankelijk bureau, het zogenaamde Verificatiebureau.
Doelgroep zijn de energie-intensieve bedrijven
Het benchmarkingconvenant is toepasselijk voor grote
energie-intensieve bedrijven. Dit zijn alle bedrijven
waarvan het jaarlijks energieverbruik 0,5 Petajoule of
groter is (dit is equivalent aan 12.000 ton olie, in deze
categorie vallen zo'n 105 bedrijven met samen 74 % van
het industrieel energiegebruik).
Door het benchmarkingconvenant te ondertekenen, verbinden
de bedrijven zich ertoe om ten laatste tegen 2012 tot de
wereldtop te behoren inzake energie-efficiëntie. Reeds in
2005 moeten de meest dringende maatregelen genomen zijn.
Als het onmogelijk is om een benchmark te bepalen dan
voorziet het benchmarkingconvenant als alternatief de
concepten 'best practices' en Beste Beschikbare Technie-
ken (BBT). Dit betekent dat in een bepaald bedrijf wordt
onderzocht welke de beste technieken en praktijken zijn
om de energie-efficiëntie te verbeteren. Daarbij wordt
rekening gehouden met de economische haalbaarheid van
deze technieken en praktijken.
Vrijstelling in ruil voor energie-efficiëntie
Om tot de wereldtop te behoren, moeten de bedrijven ver- dergaande maatregelen nemen en meer energie besparen dan wanneer een energietaks zou ingevoerd worden. Ook de reeds gedane inspanningen in het verleden - met inbegrip van de inspanningen vóór de belangrijke Kyoto-referentie- datum van 1990 - komen hiervoor in aanmerking. In ruil daarvoor verbindt de Vlaamse overheid er zich toe geen bijkomende verplichtingen in te voeren op het vlak van energieverbruik of broeikasgasemissies, en verdedigt zij ook een vrijstelling van energietaks voor deze bedrijven bij de bevoegde federale en Europese overheid.
Het Verificatiebureau leidt alles in goede banen
Om de benchmarkingconvenanten in goede banen te leiden is een onafhankelijk en neutraal orgaan nodig, het Verifica- tiebureau. De taken zijn het controleren, adviseren en beoordelen van het onderzoek uitgevoerd door de bench- markingconsultant naar de prestaties van de wereldtop, de afstand van het onderzochte bedrijf tot de wereldtop, het energiebesparingsplan en de monitoring. Het Verificatie- bureau is aanwezig bij cruciale besprekingen met de onderneming(en) en de voorstelling van het eindverslag.
De Vlaamse regering heeft de nodige middelen vrijgemaakt
om begin 2003 dit Verificatiebureau te kunnen opstarten.
Vlaams vice minister-president en minister van Energie
Steve Stevaert maakt 70.000 euro vrij binnen zijn begro-
ting. Vlaams minister van Economie Jaak Gabriels, maakt
550.000 euro vrij binnen het Hermes-fonds, het fonds voor
flankerend economisch beleid.
Het benchmarkingconvenat wordt nog voor advies voorgelegd
aan de SERV en de MiNa-raad.
persinfo : Tina Verraes, persdienst van
minister Stevaert - tel. 02 553 70 45
e-mail: tina.verraes@vlaanderen.be
persinfo : Mark Vanleeuw, woordvoerder van
minister Gabriels - tel. 02 553 12 33
e-mail: persdienst.gabriels@vlaanderen.be