Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN
HAAG Directie Consulaire Zaken i.o. Afdeling Consulair-Maatschappelijke
Zaken Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 18 juli 2002 Auteur Mw. J.A.M. van Boxmeer
Kenmerk DCZ/CM-34545-34546/jvb Telefoon (070) 3 48 47 70 / 76
Blad /1 Fax (070) 3 48 52 56
Bijlage(n) 1 E-mail dcz-cm@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van kamerlid Verhagen (CDA) over de
vliegtuigspotters
C.c. CZ/Athene
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het kamerlid Verhagen (CDA) over de veroordeelde Nederlandse
vliegtuigspotters in Griekenland, heren P. Dirksen en F. Mink.
Deze vragen werden ingezonden op 20 juni 2002 met als kenmerk 2010211710.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen
van het lid Verhagen (CDA) over de veroordeelde Nederlandse
vliegtuigspotters.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de vragen die directeur Stephen Jakobi van de
internationale organisatie Fair Trial Abroad, die toeziet op een eerlijk
proces, heeft gesteld bij het proces tegen de vliegtuigspotters en met name
zijn conclusie dat de luchtmachtofficier die de groep heeft laten
arresteren, door de rechters niet werd gedwongen om goed te antwoorden op
vragen van de verdediging? Heeft u voorts kennisgenomen van de uitspraak van
Stephen Jakobi dat "geen enkel onafhankelijk tribunaal een uitspraak zou
doen met zulke zwakke bewijzen en dat de redenen van de veroordeling in deze
zaak politiek zijn"? 1)
Antwoord
Ja, ik heb een en ander ter kennis gebracht van de advocaat van de heren P.
Dirksen en F. Mink.
Vraag 2
Is het waar dat tijdens het proces de spotters ervan werden beschuldigd
foto's te hebben genomen, terwijl de spotters geen camera bij zich hadden en
er geen foto's van militaire installaties in hun bezit waren? 2)
Antwoord
Het merendeel van de groep spotters was in het bezit van camera's. Foto's
van militaire installaties werden echter niet bij betrokkenen aangetroffen.
Vraag 3
Is het waar dat de spotters in het bezit waren van schriftelijke toestemming
om op de luchtmachtbasis aanwezig te zijn onder de enige voorwaarden dat
zijn geen foto's zouden nemen?
Antwoord
Ja, toestemming was gegeven voor de 'open dag' van de Griekse luchtmacht.
Vraag 4
Is het waar dat de door de spotters genoteerde serienummers reeds openbaar
zijn? Zo ja, hoe beoordeelt u het feit dat de Griekse regering achter de
veroordeling voor spionage van de twaalf Britse en twee Nederlandse
vliegtuigspotters staat?
Antwoord
Er zijn boeken op de markt verkrijgbaar waarin onder andere serienummers van
Griekse militaire vliegtuigen staan vermeld. Deze gegevens worden echter
niet door de Griekse autoriteiten verstrekt. Mij is niet bekend dat de
Griekse autoriteiten zich officieel over het vonnis hebben uitgelaten.
Vraag 5
Heeft u kennisgenomen van de opvatting van de woordvoerder van de Griekse
regering dat de uitspraak van de rechter gezien moet worden in het licht van
de aanslagen in de Verenigde Staten op
11 september vorig jaar? Zo ja, bent u bereid in contacten met de Griekse
regering duidelijk te maken dat de onderhavige activiteiten van de
vliegtuigspotters een onschuldige hobby zijn die niets met spionage of
voorbereidingen aanslagen te maken hebben?
Antwoord
Deze opvatting is mij niet bekend. Ik heb bij mijn Griekse collega
aangedrongen op een spoedige rechtsgang. Ik heb hem tevens diverse malen
uitleg over de aard van de hobby gegeven.
Vraag 6
Kunt u per omgaande antwoord geven, zodat ook in deze zaak voortgang wordt
geboekt?
Antwoord
Ja
Eindhovens Dagblad, 29 april jl.
Aanhangsel Handelingen nrs. 1162 en 1163, Vergaderjaar 2001-2202.
Kenmerk
Blad /1
===