NOC*NSF
'Als ik heel hard train, kom ik er misschien wel'
Of volleyballer Olof van der Meulen groeimiddel gebruikt, wil een
meisje weten. Om negen uur zaterdagochtend stelt ze de vraag bij de
opening van de tweede Ben Olympisch Talentendag op Papendal. 'Nee
hoor. Gewoon eten wat je moeder je voorzet. En af en toe een flinke
schop onder je kont.'
Bij de ontmoeting tussen topsporters en hun mogelijke opvolgers moeten
veel vragen worden beantwoord. Twaalfhonderd jongeren tussen de 12 en
15 jaar oud lieten in twaalf takken van sport hun kunnen zien. Ze
werden voor het overgrote deel geselecteerd door de sportbonden, dus
een echte scoutdag werd het niet. 'Als je sporters op zo'n dag
ontdekt, ben je te laat', meent badminton-bondscoach Martijn van
Dooremalen.
De meeste talenten komen via regionale selectietrainingen
bovendrijven. Dat hoeft niet. Kogelstoter Rutger Smith, de meest
veelbelovende atleet van Nederland, haalt trots Melissa Boekelman uit
Breda bij zich. 'Dit kan een hele grote worden, ze is een echt
talent.' De 13-jarige zit nog niet bij een selectie, omdat ze domweg
nog niet in de goede leeftijdscategorie zit. Haar doel ligt al vast.
'Wereldkampioen worden. En Olympisch kampioen. Geen idee of ik het
kan, maar als ik heel hard train, kom ik er misschien wel.'
Voor een talent een echte topper wordt, moeten grote hobbels worden
genomen. Er is een school, later eventueel een studie. En krijg ze nog
maar eens zover dat ze op zaterdagavond vroeg naar bed gaan om
zondagochtend om half negen op de fiets te zitten naar de boksschool,
zoals Arnold Vanderlyde deed toen hij vijftien was. Houd het plezier
maar eens vast als je dag in dag uit aan het trainen bent. 'Dat is het
belangrijkste van deze dag', zegt de oud-profbokser, nu hoofd
talentontwikkeling bij de boksbond. 'Plezier in het sporten
vergroten.'
Vanderlyde begon vorig jaar met een inventarisatie van potentiële
bokstoppers en vond tot zijn grote blijdschap uit dat er ongeveer
twintig zijn. 'Je ziet het meteen, aan de motoriek, de coördinatie, de
wilskracht.' De bronzen medaillist van Barcelona heeft als taak een
vervolgtraject uit te werken voor de talenten. Daarvoor worden
binnenkort districtstrainingen en steunpunten opgezet.
Niet iedereen ziet het vele oefenen zitten. 'Trainen jullie echt tien keer per week?' vraagt een jongen verbaasd aan roeister Anneke Venema (zilver in Sydney) tijdens een vraaggesprek. 'Voor een wedstrijd wel. Dan ben je wekenlang alleen met roeien bezig.' De jonge roeier ziet het niet zitten. Zijn buurman wel. 'In de gymzaal bij ons op school staat een ergometer. In de pauze ga ik daar altijd stiekem roeien. Als de leraar eraan komt, verstop ik me snel achter de grote mat.'
(18 juli 2002)
Persberichten 2002