Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid

Actualiteit

Conjunctuurmeting bouwnijverheid juni 2002


---

Minder overwerk

De omvang van de orderportefeuille in de bouw als geheel vertoont in juni 2002 ten opzichte van de voorgaande maand een minieme stijging met 0,1 maand tot 7,4 maanden. Zowel in de burgerlijke en utiliteitsbouw als in de grond-, water- en wegenbouw stijgt de omvang van de orderportefeuille met 0,1 maand (zie figuren 1 en 2). De overige uitkomsten van de conjunctuurmeting laten zien dat deze geringe stijging van de omvang van de orderportefeuille nog niet op een krachtig herstel van de bouwconjunctuur duidt. Immers in beide sectoren is het aandeel bedrijven, dat het onderhanden werk als klein beoordeelt groter dan het aandeel dat dit als groot beoordeelt. In de gww is dit verschil zelfs opvallend groot: meer dan een kwart van de gww-bedrijven vindt het onderhanden werk klein, terwijl 4 % het als groot beoordeelt. Ook de verwachtingen ten aanzien van de personeelsontwikkeling zijn in juni 2002 per saldo negatief. Vergeleken met de uitkomsten van een en twee jaar geleden hebben de bouwbedrijven nu een veel negatiever oordeel over de bouwconjunctuur. Dit betekent ook dat problemen in de personeelsvoorziening nu veel minder spelen dan in voorgaande jaren. Personeelsgebrek is nu voor nog maar 2 % van de bedrijven de voornaamste stagnatieoorzaak. Een jaar geleden was dat nog voor 17 % van de bedrijven het geval. Twee jaar geleden gold dit zelfs voor bijna 30 % van de bouwbedrijven.

Dat de personeelsvoorziening nu minder problemen geeft dan twee jaar geleden blijkt ook uit de cijfers van het overwerk. In de tabel wordt het overwerk in juni 2002 vergeleken met dat in juni 2000.

Tabel Het overwerk in de bouwnijverheid in juni 2000 en juni 2002, naar sector

bouwnijverheid

b. en u

gww

juni'02

juni'00

juni'02

juni'00

juni'02

juni'00


- percentage bedrijven waar

overwerk werd verricht

28,3

39,8

16,3

30,3

63,7

70,6


- gemiddeld percentage over-

werkende werknemers per

overwerkend bedrijf

15,1

20,4

10,0

18,2

19,4

22,8


- gemiddeld aantal overuren

per overwerkende werknemer

14,3

13,1

10,5

11,9

17,3

14,3


- percentage bedrijven waar op

zaterdag werd overgewerkt

21,0

29,4

10,9

22,4

50,4

52,4

In juni 2002 wordt door ruim 16 procent van de bedrijven in de b&u overwerk verricht (zie tabel). Twee jaar geleden was dit 30 procent. Er wordt nu ook door minder werknemers in de b&u overgewerkt en deze werknemers werken gemiddeld minder uren over dan in juni 2000. In de grond-, water- en wegenbouw is het percentage bedrijven waar in juni overwerk wordt verricht altijd aanzienlijk hoger in de b&u. Het percentage ligt nu echter wel lager dan twee jaar geleden (63,7% nu tegen 70,6% in 2000). Ook in de gww is het percentage werknemers dat overwerk heeft verricht in juni 2002 lager dan in juni 2000. Wel ligt het gemiddelde aantal overuren per overwerkende werknemer in de gww nu hoger; 17,3 uren nu tegen 14,3 uren in 2000.
In de b&u is het percentage bedrijven waar op zaterdag wordt overgewerkt in 2002 minder dan de helft van dat in 2000 (10,9 respectievelijk 22,4 procent). In de gww is er wat betreft het overwerk op zaterdag weinig verschil.
Gegeven het grote verschil in personeelsgebrek is het opvallend, dat de omvang van het overwerk in de gww nu niet zoveel minder is dan twee jaar geleden. In de b&u is wel duidelijk sprake van minder overwerk.

Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juni 2002 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

Tabel 1

bouwnij-

b&u

gww

verheid

Bedrijvigheid


+ *)

12

10

19

=

77

78

71


-

11

12

10

Onderhanden werk


+

9

11

4

=

74

75

70


-

17

15

26

Onderhanden werk in mnd productie

7,4

7,8

6,2

Voortgang onderhanden werk


- geen stagnatie

84

85

82


- stagnatie als gevolg van

. onvoldoende orders

9

8

13

. weersomstandigheden


1



1


0

. personeelsvoorziening


2



3


1


. materiaalvoorziening


1



1



1


. onderaannemers


1



1


0

. overige oorzaken


2



2



4

Verwachte personeelsbezetting


+

6

7


5

=

83

83

85


-

10

11

9

Verwachte prijsontwikkeling


+

20

23

13

=

76

76

79


-


3


2


8


*) + toename

= blijft gelijk


- afname

bron: EIB

Tabel 2

woning-

utiliteits-

wegen-

grond- en

bouw

bouw

bouw

waterbouw

Bedrijvigheid


+ *)

10

10

30

7

=

77

79

62

81


-

12

12

8

11

Onderhanden werk


+

9

13

4

4

=

76

73

73

67


-

15

15

23

29

Onderhanden werk in mnd productie

8,3

7,3

5,2

7,2

Voortgang onderhanden werk


- geen stagnatie

84

85

82

83


- stagnatie als gevolg van

. onvoldoende orders

8

8

12

15

. weersomstandigheden


1



1


0

0

. personeelsvoorziening


3



2



2


0

. materiaalvoorziening


1



1


0


1


. onderaannemers


1



1


0

0

. overige oorzaken


2


2

5


3


Verwachte personeelsbezetting


+

7

7

2

10

=

86

80

91

79


-

7

14

8

11

Verwachte prijsontwikkeling


+

24

22

20

5

=

75

76

71

88


-

2

2

9

7


*) + toename

= blijft gelijk


- afname

bron: EIB

omhoog
omhoog