SERV
Jozef II-straat 12-16
1000 BRUSSEL
Tel. (00 32) 2 209 01 11
Fax. (00 32) 2 217 70 08
Brussel, 17 juli 2002
SERV scherp voor ontwerp milieubeleidsplan
Het ontwerp milieubeleidsplan 2003-2007 is een lijvig werkstuk, maar geen plan. Daarvoor ontbreken volgens de SERV grote keuzen. Bovendien is het ontwerp niet politiek gedragen. Het ontwerpplan zal dan ook niet structurerend zijn voor het milieubeleid van de komende jaren.
Volgens het SERV-advies van 10 juli is een grondige bijsturing nodig van het opmaakproces, de timing en de inhoud van het milieubeleidsplan. Concreet stelt de SERV voor om de cyclus van het planningsproces te laten samenvallen met de legislatuur. Het milieubeleidsplan moet ook meer uitgaan van een visie en strategie voor de lange termijn en moet de prioriteiten voor de volgende vijf jaar aangeven. De SERV duidt zelf tien thema's aan, waarrond prioritair inspanningen nodig zijn.
Milieubeleidsplan te weinig sturend
Het ontwerp milieubeleidsplan is een lijvig werkstuk, waaraan hard is gewerkt. Alleen: het is geen plan. Daarvoor is het te dik, te vrijblijvend en ontbreken grote keuzen. Het plan bevat geen informatie over de kosten en de financiering van het voorgestelde beleid, waardoor de haalbaarheid en de impact niet kunnen worden ingeschat.
Bij de voorbereiding van het ontwerpplan is er geen actieve inbreng geweest van de Vlaamse regering. De administratie heeft de keuzes moeten maken of juist niet durven maken. Bijgevolg is het ontwerpplan niet politiek gedragen. Inhoudelijk ontbreken in het ontwerpplan prioriteiten. Vele voornemens zijn een herhaling van niet of onvolledig uitgevoerde acties uit het vorige plan, zonder garanties dat ze nu wel worden uitgevoerd. Ook het uiteindelijke plan zal niet structurerend zijn voor het milieubeleid tussen 2003 en 2007. De prioriteiten van het milieubeleid zullen eerder voortvloeien uit beleidsnota's en beleidsbrieven. Het degradeert het ontwerpplan tot een maatschappelijk fait divers, wat volgens de SERV niet de bedoeling kan zijn.
De omvang en onduidelijke status van het ontwerpplan maken het weinig geschikt voor een openbaar onderzoek. De concrete organisatie van het openbaar onderzoek noemt de SERV een mislukking.
Bijsturing milieubeleidsplanning nodig
De Raad is een groot voorstander van een goede en sterke milieubeleidsplanning, maar dit vereist een bijsturing van de timing en de inhoud van een milieubeleidsplan. De SERV stelt voor de cyclus van de milieubeleidsplanning te laten samenvallen met de legislatuur van het Vlaams Parlement. De inhoud moet, veel meer dan nu het geval is, uitgaan van een visie en strategie voor de lange termijn (10 tot 30 jaar). Vanuit deze visie en strategie dient een milieubeleidsplan de prioriteiten voor het Vlaamse milieubeleid voor de volgende 5 jaar aan te geven.
Speerpuntplannen voor duurzame samenleving
De SERV meent dat naast milieubeleidsplannen speerpuntplannen nodig zijn. Het advies introduceert het concept 'speerpuntplan' als een domeinoverschrijdend toekomstplan op een speerpunt voor een duurzame samenleving, zoals een plan voor een koolstofarme energiehuishouding, een plan voor duurzaam verkeer en vervoer en een plan voor duurzame landbouw.
Weinig geleerd
Omwille van de onduidelijke status van het ontwerpplan maakt de SERV slechts enkele algemene bemerkingen over de inhoud. Zo merkt de SERV op dat uit de ervaring met de vorige plannen te weinig werd geleerd. Zo komt technologiebeleid opnieuw onvoldoende aan bod. Ook op het vlak van doelgroepenbeleid, gebiedsgericht beleid en geïntegreerd overheidsbeleid boekt het ontwerpplan weinig vooruitgang. De Raad vraagt verder meer aandacht voor de vakbonden als doelgroep, een meer evenwichtig beleid ten aanzien van maatschappelijke actoren, een strategie inzake het internationaal beleid, een ambitieus instrumentenbeleid, een inschatting van de sociaal-economische implicaties evenals een raming van de kosten en de financieringswijze van het plan.
Tien prioritaire thema's
De SERV formuleert in zijn advies tot slot tien prioritaire kernthema's waarrond extra inspanningen nodig zijn. Het gaat om het luchtbeleid en het waterbeleid in uitvoering van de internationale regelgeving, de hervorming van het heffingen- en financieringsbeleid, de correcte uitvoering en handhaving van de milieuwetgeving, de kwaliteitsvolle regelgeving, het technologie- en innovatiegericht milieubeleid, de integratie van milieu en gezondheid, de versterking van de Vlaamse inbreng in het internationaal beleid, de formulering van speerpuntplannen en de verbetering van de interne organisatie van de overheid.