Vlaamse overheid
Vlaamse regering
PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGERING VERGADERING VAN 15 JULI 2002
Ontwerpdecreet oppervlaktedelfstoffen goedgekeurd
Op voorstel van Vlaams minister Jaak GABRIELS, bevoegd
voor de natuurlijke rijkdommen, heeft de Vlaamse regering
het voorontwerp van decreet betreffende de
oppervlaktedelfstoffen, na verwerking van de adviezen van
MiNa-raad, SERV en Raad van State, definitief goedgekeurd
waardoor het kan worden ingediend bij het Vlaams
Parlement.
Het ontwerpdecreet legt de juridische basis voor het
toekomstig ontginningsbeleid van de in Vlaanderen
voorkomende oppervlaktedelfstoffen en moet gezien worden
in het breder perspectief van het beheer van de
natuurlijke rijkdommen in het algemeen.
Onze natuurlijke rijkdommen zijn immers een bron van
Vlaamse welvaart: de oppervlaktedelfstoffen waaronder de
verschillende zandsoorten van ophoogzanden, metsel- en
betonzanden tot het zeer waardevolle kwartszand en de
verschillende kleisoorten en lemen schragen nog steeds de
economisch belangrijke woning- en wegenbouw, alsmede
andere industrietakken zoals de steenbakkerij-, de
kunststoffen-, en de glassector. Binnenmuurstenen,
gevelstenen, dakpannen, argexkorrels, glas, beton en
grèsbuizen worden met Vlaamse oppervlaktedelfstoffen
vervaardigd. Gezien de uitgesproken neiging van de
Vlaming om een eigen huis te bouwen of verbouwen, hebben
de Vlaamse delfstoffen een groot maatschappelijk belang.
Ondanks dit maatschappelijk en economisch belang wordt het voor de betrokken bedrijven steeds moeilijker nieuwe ontginningsgebieden aan te snijden. Deze onzekerheid over een toekomstige grondstoffenbevoorrading belemmert enerzijds de verdere economische ontwikkeling van de sector en schept anderzijds problemen om in de maatschappelijke behoeften te blijven voldoen.
Vermits de ontginning van bodemrijkdommen een industrieel
proces vormt dat ook een effect heeft op het draagvlak
van de natuurlijke omgeving, creëert de maatschappelijke
noodzaak van ontginning onvermijdelijk ook een
maatschappelijke weerstand.
Het ontwerpdecreet poogt, via een integrale benadering,
de maatschappelijke en economische noden te verzoenen met
de milieutechnische en ruimtelijke eisen van bestaande
regelgeving.
Het beleid inzake het beheer van de
oppervlaktedelfstoffen heeft daarom als basisdoelstelling
om, ten behoeve van de huidige en toekomstige generaties,
op een duurzame wijze te voorzien in de behoefte aan
oppervlaktedelfstoffen.
Het ontwerpdecreet voorziet hiertoe in bepalingen die
zullen toelaten de delfstoffenbehoefteplanning te
structureren, de afdwingbaarheid van een optimale
ontginning binnen ontginningsgebieden mogelijk te maken,
het gebruik van secundaire grondstoffen en alternatieve
materialen te bevorderen, de milieuhygiënische kwaliteit
van de delfstoffen te garanderen en de realisatie van de
nabestemming, via een opgelegde eindafwerking, te
vergemakkelijken.
Specifiek m.b.t. de delfstoffenplanning worden
oppervlaktedelfstoffenplannen voorzien met toekomst-
perspectieven van minimaal 25 jaar. Teneinde de
maatschappelijke behoefte op haar actualiteitswaarde te
toetsen zullen deze plannen vijfjaarlijks geëvalueerd
worden. Deze periodieke evaluatie laat eveneens toe na te
gaan welke vruchten de inspanningen m.b.t. het
aanmoedigen en het gebruik van alternatieven voor
primaire delfstoffen, hebben afgeworpen.
persinfo : Mark Vanleeuw, woordvoerder van
minister Gabriels - tel. 02 553 12 33
e-mail: persdienst.gabriels@vlaanderen.be