Ministerie van Financiën
De Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR DEN HAAG
Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)
- FM 2002-876 M
Onderwerp
Jaarverslag FATF
Mede namens mijn ambtgenoot van Justitie bied ik u het volgende aan.
Van 17 tot en met 21 juni j.l. vond in Parijs de plenaire vergadering van de Financial Action Task Force on money laundering (FATF) plaats. De FATF is een samenwerkingsverband van de belangrijkste industrielanden dat zich bezig houdt met de bestrijding van witwassen en de bestrijding van de financiering van terrorisme. Als normen hebben de leden van de FATF een veertigtal aanbevelingen tegen witwassen en acht speciale aanbevelingen tegen de financiering van terrorisme geformuleerd. Nederland en de andere leden van de FATF hebben zich gebonden aan deze aanbevelingen, welke leidend zijn bij de beoordeling van de wetgeving en het anti-witwasbeleid van de leden en van derde landen.
Indien derde landen ondanks herhaaldelijke aanmaning door de FATF geen wijziging van hun anti-witwaswetgeving doorvoeren, worden deze landen op de zwarte lijst van de FATF geplaatst. Dit is de zogenaamde NCCT-lijst (Non Cooperative Countries or Territories). Sinds de laatste vergadering staan de volgende 15 landen op de zwarte lijst: de Cook Eilanden, Dominica, Egypte, de Filippijnen, Grenada, Guatemala, Indonesië, de Marshall Eilanden, Myanmar, Nauru, Nigeria, Niue, Oekraïne, Rusland en Sint Vincent and the Grenadines. Tegelijkertijd konden de volgende vier landen van de lijst worden afgehaald: Hongarije, Israël, Libanon en St. Kitts and Nevis. Deze vier landen hebben met behulp van de FATF hun anti-witwasgeving op een voldoende niveau gebracht zodat zij van de lijst afgehaald konden worden. In Parijs zijn geen nieuwe landen op de lijst geplaatst.
Tegen landen op de NCCT-lijst kunnen door de FATF tegenmaatregelen getroffen worden. Tot op heden is dat alleen gebeurd bij Nauru (zoals eerder gemeld in brieven aan uw Kamer van 7 december 2001, FM2001-1904 en 21 december 2001, FM2001-2128). In Parijs hebben de leden van de FATF echter besloten dat Oekraïne en Nigeria vóór 30 oktober 2002 moeten meewerken aan de herziening van de anti-witwaswetgeving, anders worden ook tegen deze twee landen tegenmaatregelen overwogen. Een definitief besluit hierover zal tijdens de volgende plenaire vergadering begin oktober genomen moeten worden. De betrokken landen hebben dus tot oktober om hun bereidheid tot medewerking te tonen en om te zetten in concrete daden.
De FATF heeft de volgende vier tegenmaatregelen geïdentificeerd die door de leden getroffen kunnen worden:
1. Identificatieverplichtingen bij transacties en financiële diensten met instellingen uit NCCT-landen en hun onderdanen (in Nederland via de Wet Identificatie bij Financiële dienstverlening, WIF 1993).
2. Verhoogde aandacht voor rapportering van transacties met NCCT-landen en instellingen of onderdanen uit NCCT landen.
3. Bij de vestiging van dochterondernemingen van banken uit NCCT-landen in Nederland dient de toezichthouder het feit dat deze bank haar hoofdzetel heeft in een NCCT-land te betrekken bij haar vergunningsbeslissing (in Nederland door DNB).
4. Niet financiële sectoren waarschuwen dat bij het zaken doen met bedrijven uit NCCT landen het gevaar van witwassen aanwezig is (in Nederland door middel van brieven aan het Parlement, de toezichthouders en persberichten).
Zoals in de eerder aangehaalde brieven aan uw Kamer is gemeld, heeft Nederland besloten alle vier tegenmaatregelen reeds na plaatsing op de NCCT-lijst toe te passen tegen alle, thans 15, landen op de NCCT-lijst. De Nederlandse regering is van mening dat niet alleen Nauru, maar alle landen op de NCCT-lijst een aantoonbare bedreiging voor de integriteit van het internationale financiële systeem zijn. De gevolgen hiervan zijn niet alleen voelbaar bij de (her)financiering van criminele activiteiten, maar ook bij de bestrijding van de financiering van terrorisme. Nederland blijft dan ook in internationaal verband hameren op stringenter beleid tegen landen die de overeengekomen en wereldwijd geaccepteerde standaarden van de FATF tegen witwassen en financiering van terrorisme weigeren te accepteren.
In het bijgevoegde FATF rapport "Review to Identify Non-Cooperative Countries or Territories, Increasing The World-Wide Effectiveness of Anti-Money Laundering Measures" treft u een uitgebreide beschrijving van het beleid van de FATF aangaande derde landen aan. Bovendien is een overzicht opgenomen waarin beschreven staat hoe goed of hoe slecht de situatie in de geëxamineerde derde landen is met betrekking tot de anti-witwaswetgeving en de bereidheid met de FATF willen meewerken aan de verbetering hiervan.
Naast het beoordelen van derde landen hebben de leden van de FATF zich tijdens de afgelopen vergadering ook uitgesproken over de prestaties van de leden van de FATF. Zoals uit het bijgevoegde "Annual report 2001-2002" blijkt, hebben er in het afgelopen jaar twee belangrijke zelfevaluaties plaatsgevonden.
De eerste zelfevaluatie heeft betrekking op de acht speciale aanbevelingen tegen de financiering van terrorisme, welke in oktober 2001 in Washington D.C. door de FATF opgesteld zijn en welke inmiddels door alle leden bekrachtigd zijn. Van de acht aanbevelingen zijn er zeven geschikt bevonden voor de zelfevaluatie. Zoals blijkt uit het overzicht op bladzijde 1 en 2 van Annex B zijn Frankrijk en Nederland de twee enige landen die aangeven nu reeds te voldoen aan de 7 geëvalueerde aanbevelingen.
De tweede zelfevaluatie heeft betrekking op de reeds sinds lange tijd bestaande 40 aanbevelingen tegen witwassen. Van deze 40 aanbevelingen zijn er 28 welke geëvalueerd worden omdat zij nadere uitvoering van de leden van de FATF vereisen. Op bladzijde 2 van Annex C is opgenomen dat Nederland heeft aangegeven aan 27 van de 28 aanbevelingen te voldoen. Inmiddels is dit resultaat ingehaald door de voorspoedige behandeling van de Wet inzake de geldtransactiekantoren (Wgt) in uw Kamer en in de Eerste Kamer der Staten-Generaal, waardoor Nederland binnen enkele weken zal voldoen aan alle aanbevelingen inzake de bestrijding van het witwassen. De FATF zal van dit feit op de hoogte worden gesteld.
Een andere ontwikkeling bij de FATF is de herziening van de 40 aanbevelingen tegen witwassen, alsmede de waarschijnlijke incorporatie van de acht speciale aanbevelingen tegen de financiering van terrorisme in de herziene aanbevelingen. Deze herziening zal naar verwachting onder het huidige Duitse Voorzitterschap (dat loopt van 1 juli 2002 tot en met 30 juni 2003) worden afgerond. Deze herziening is noodzakelijk om gelijke tred te kunnen houden met witwasmethoden die in gebruik zijn gekomen sedert het opstellen van de huidige set aanbevelingen. Daarnaast is het streven van Nederland om de tweede Europese witwasrichtlijn voor een zo groot mogelijk deel te incorporeren in de herziene aanbevelingen. De herziene aanbevelingen zullen, net als de huidige 40 aanbevelingen, gelden als de wereldwijde standaard tegen witwassen en tegen de financiering van terrorisme, teneinde het internationale financiële stelsel zo goed mogelijk te blijven kunnen beschermen tegen misbruik door criminelen en terroristen. Daarnaast zal Nederland er tijdens de herziening tevens op aandringen dat de herziene wereldwijde standaard door middel van het eerder aangehaalde NCCT-beleid wereldwijd blijft worden toegepast zoals dat thans geschiedt. Immers, zonder effectief beleid tegen de zwakke plekken in het internationale financieel systeem zal de herziene standaard buiten het gebied van de FATF een dode letter blijken.
De herziene aanbevelingen zullen moeten worden geïmplementeerd in de Nederlandse wet- en regelgeving, waar nodig zal de regering te zijner tijd beleids- en wetgevingsvoorstellen aan uw Kamer voorleggen. Dit is van belang in verband met de door de FATF aangekondigde wederzijdse evaluatie van de herziene aanbevelingen die naar verwachting in 2003 zal beginnen. Bij een dergelijke evaluatie zijn het de leden van de FATF die elkaar evalueren. Uiteraard is het streven om tijdens deze wederzijdse evaluatie te voldoen aan alle herziene aanbevelingen.
Een laatste beleidsontwikkeling op het gebied van de FATF betreft de aangegane samenwerking van de FATF met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank. Samen met deze instellingen is de FATF thans bezig met het opstellen van een gezamenlijke beoordelingsmethodologie, welke tot doel heeft in de toekomst de leden van het IMF, Wereldbank en FATF op eenzelfde wijze te beoordelen op het gebied van witwassen. De praktische uitvoering van de samenwerking moet nog worden uitgewerkt door IMF, Wereldbank en FATF. De samenwerking is gebaseerd op de erkenning dat de FATF het normbepalende forum in de strijd tegen witwassen is.
Tot slot kan u ik nog wijzen op de website van de FATF. Op deze website kunt u de laatste ontwikkelingen volgen, de ontstaansgeschiedenis van de FATF nalezen en vindt u achtergrondinformatie over witwassen, verschillende rapporten en jaarverslagen, persberichten, links naar andere relevante sites en vanzelfsprekend een overzicht van de 40 aanbevelingen tegen witwassen en de acht aanbevelingen tegen de financiering van terrorisme. Het adres van de FATF website is: http://www.fatf-gafi.org.
De Minister van Financiën,
Bijlagen:
· ANNUAL REPORT 2001-2002
· Review to Identify Non-Cooperative Countries or Territories: Increasing The World-Wide Effectiveness of Anti-Money Laundering Measures