NOC*NSF
NOC*NSF en Anton Geesink begraven strijdbijl
Arnhem, 15 juli 2002
Vanmiddag heeft voorzitter Hans Blankert namens NOC*NSF een
constructief gesprek gevoerd met IOC-afgevaardigde en
NOC*NSF-bestuurslid Anton Geesink. Het onderhoud was nodig om de
ontstane impasse op te heffen en de betrekkingen tussen het
NOC*NSF-bestuur en Geesink te normaliseren. Tijdens de bijeenkomst
zijn goede afspraken gemaakt die zullen resulteren in een aanzienlijke
verbetering van de verhoudingen.
Voor NOC*NSF was het belangrijk voorwaarden te stellen aan het
bestuurslidmaatschap van Geesink Zo is overeengekomen dat hij geen
inhoudelijke invulling meer hoeft te geven aan dat lidmaatschap.
Daarnaast is afgesproken dat, in het geval er ontwikkelingen zijn die
in de ogen van Geesink het Olympisch gedachtengoed kunnen beschadigen,
hij eerst contact zal opnemen met de andere Nederlandse IOC-leden. Als
deze dezelfde mening zijn toegedaan volgt er contact met het
NOC*NSF-bestuur.
Het gesprek, dat plaatsvond in aanwezigheid van Jan Rijpstra, verliep
voor beide partijen in een positieve en opbouwende sfeer en heeft het
vertrouwen in een hernieuwde samenwerking, ten gunste van de Sport,
versterkt.
Convenant
Om de ontstane impasse op te heffen en de betrekkingen tussen het
NOC*NSF-bestuur enerzijds en de heer Geesink anderzijds te
normaliseren worden de volgende afspraken gemaakt:
1. De heer Geesink is en blijft bestuurslid NOC*NSF krachtens 'bye-law
to rule 20, paragraph 2.2.4' van het charter van het IOC.
2. Vanaf heden zal hij geen inhoudelijke invulling geven aan het
lidmaatschap van het bestuur.
3. Het NOC*NSF-bestuur geeft hem dezelfde informatie als de overige
Nederlandse IOC-leden. Ook zal hij dezelfde uitnodigingen krijgen.
4. Wanneer er ontwikkelingen zijn of voornemens van de zijde van het
NOC*NSF-bestuur die in de ogen van de heer Geesink het Olympisch
gedachtegoed kunnen beschadigen, neemt hij eerst contact op met de
overige Nederlandse IOC-leden. Vinden die dat ook, dan is er contact
met het NOC*NSF-bestuur.
5. De heer Geesink stopt met zijn curatorrol ten behoeve van het
NOC*NSF-bestuur.
6. Deze afspraken worden niet alleen naar de letter, maar vooral ook
naar de geest uitgevoerd.
Nieuwegein, juli 2002