Dienst uitvoering en toezicht Energie
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
TOELICHTING ONTWERP-RICHTLIJNEN GASTRANSPORT VOOR HET JAAR
2003
ALGEMEEN
1. Zoals in het algemene deel van toelichting bij de Richtlijnen Gastransport en Richtlijnen Gasopslag voor
het jaar 2002 reeds is aangegeven, worden dit jaar de Richtlijnen door DTe geëvalueerd. Doel van deze
evaluatie is het aanpassen en verder uitwerken van de Richtlijnen voor het jaar 2003. Deze evaluatie
heeft onder andere plaatsgevonden door middel van het Informatie- en consultatiedocument Richtlijnen
Gasopslag voor het jaar 2003 en een vragenlijst inzake de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002.
Daarnaast heeft de evaluatie gedeeltelijk plaatsgevonden aan de hand van de nog lopende
bezwaarprocedures inzake de op de Richtlijnen voor het jaar 2002 gebaseerde bindende aanwijzingen.
Uit deze evaluatie is gebleken dat wat betreft de Richtlijnen Gastransport de belangrijkste wijzigingen
voortvloeien uit de introductie van het nieuwe entry- exit systeem op het gastransportnet van
Gastransport Services en de wens om over te gaan tot een zogenaamd "National Balancing Point"
(hierna: NBP). Voor de Richtlijnen Gasopslag geldt dat de meeste marktpartijen hebben aangegeven dat
de markt voor gasopslag meer tijd nodig heeft om zich te ontwikkelen.
2. Op basis van bovengenoemde evaluatie heeft DTe bijgevoegde Ontwerp-Richtlijnen Gastransport en
Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003 opgesteld. Onderhavige toelichting is als volgt
opgesteld. Per gewijzigd artikel wordt kort gemotiveerd aangegeven welke wijzigingen zijn doorgevoerd
ten opzichte van de Richtlijnen voor het jaar 2002. De definitieve Richtlijnen voor het jaar 2003 zullen
een volledige toelichting bevatten waarin de wijzigingen ten opzichte van de Richtlijnen voor het jaar
2002 zijn meegenomen.
3. De ontwerp-Richtlijnen die DTe thans publiceert maken onderdeel uit van een openbare
voorbereidingsprocedure in de zin van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en dienen
derhalve te worden gezien als een conceptbesluit. Dit betekent dat de inhoud van de ontwerp-
Richtlijnen naar aanleiding van de in de openbare voorbereidingsprocedure naar voren gebrachte
zienswijzen, kan worden aangepast.
4. Daarbij wordt reeds opgemerkt dat DTe thans de wenselijkheid onderzoekt om twee aparte Richtlijnen
Gastransport voor het jaar 2003 op te stellen: één voor Gastransport Services en één voor de regionale
gastransportbedrijven.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 1 van 11
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
TOELICHTING PER ARTIKEL
ARTIKEL 1
5. In onderdeel a is een definitie van een afschakelbare transportdienst toegevoegd. Artikel 2 van de
Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 bepaalt wanneer de gastransportbedrijven deze dienst als
basisdienst dienen aan te bieden.
6. De definities van cascademodel en drukniveau (onderdelen e en f) zijn aan artikel 1 toegevoegd. Beide
termen maakten al onderdeel uit van artikel 16 (nu artikel 17) van de Richtlijnen Gastransport voor het
jaar 2002, maar waren nog niet gedefinieerd.
7. De definities van entry- en exit punt (onderdelen g en i) zijn gewijzigd door deze begrippen te koppelen
aan de punten waar capaciteit op een gastransportnet kan worden gecontracteerd. Hiermee wordt
duidelijk gemaakt dat deze begrippen onderdeel uitmaken van een tarievensystematiek. De fysieke
invoed- en ontrekkingspunten in een gastransportsysteem worden thans gedefinieerd als entry- en exit
terminals.
8. De definitie van Gasunie wordt in de Richtlijnen Gastransport voor jaar 2003 vervangen door
Gastransport Services (onderdeel n), aangezien Gastransport Services thans optreedt als beheerder van
het landelijke gastransportnet. In de overige artikelen van de Richtlijnen Gastransport is eveneens het
woord Gasunie vervangen door Gastransport Services.
9. De definitie van geïnstalleerde capaciteit is komen te vervallen, omdat de wijziging van artikel 14 van de
Richtlijnen Gastransport (voorheen artikel 13) tot gevolg heeft dat dit begrip thans niet meer wordt
gebruikt.
10. De definitie van genomineerde transportcapaciteit (onderdeel o) was in de Richtlijnen Gastransport
impliciet opgenomen in de definitie van tolerantiewaarden. Ter verduidelijking is dit begrip thans apart
gedefinieerd.
11. De definitie van knooppunten is komen te vervallen. Reden hiervoor is dat deze definitie vanwege de
introductie van een entry- exitsysteem overbodig is geworden.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 2 van 11
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
12. De definitie van kubieke meter is eveneens komen te vervallen. Deze definitie was in de Richtlijnen
Gastransport voor het jaar 2002 gedefinieerd aan de hand van de calorische waarde van het
Groningengas (35,17). Deze definitie bracht in relatie met artikel 13, derde lid, onderdeel a van de
Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 onduidelijkheid met betrekking tot het transportafhankelijke
transporttarief voor hoog-calorisch gas. Nu deze definitie is komen te vervallen, betekent dit dat overal
waar in de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 gesproken wordt van "kubieke meter" dit een
fysieke kubieke meter betreft. Deze fysieke kubieke meter is een internationaal gebruikte wiskundige
term en behoeft geen nadere definitie.
13. In onderdeel r is een definitie opgenomen van een Nationaal Balans Punt (NBP). Met de opname van
deze definitie wordt beoogd om het gebruik van een eenduidig begrippenkader in de discussie over de
ontwikkeling van de Nederlandse gasmarkt te bevorderen. In dit verband wordt opgemerkt dat DTe
eveneens voornemens is om een definitie van een System Operator Gas op te stellen.
14. De definitie van tolerantiewaarde (onderdeel w) is gewijzigd door te bepalen dat in eerste instantie de
tolerantie wordt bepaald aan de hand van de daadwerkelijk gerealiseerde hoeveelheid ingevoed gas.
Indien het niet mogelijk is om de realisatie per shipper te meten, bijvoorbeeld ingeval van zogenaamde
comingled streams, dan wordt de tolerantie bepaald aan de hand van de nominaties die de diverse
shippers hebben doorgegeven. Daarnaast is de definitie zo aangepast dat hieronder zowel tolerantie op
dagbasis als tolerantie op uurbasis wordt verstaan.
ARTIKEL 2
15. Artikel 2 is in de eerste plaats gewijzigd door het artikel in tweeën te delen. Het huidige artikel 2 bevat
bepalingen inzake basisdiensten die alle gastransportbedrijven dienen aan te bieden, terwijl het huidige
artikel 3 bepalingen bevat inzake basisdiensten die alleen Gastransport Services dient aan te bieden.
Deze opdeling is onder meer het gevolg van de reacties van een aantal regionale gastransportbedrijven
die op dit punt meer helderheid wensten.
16. De omschrijving van een gegarandeerde transportdienst in het eerste lid van artikel 2 (voorheen het
derde lid van artikel 2) is gewijzigd. Deze wijziging is met name het gevolg van de bezwaarprocedures
inzake de bindende aanwijzingen over het jaar 2002. Uit deze procedures bleek dat de omschrijving uit
de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 onduidelijkheid creëerde omdat door de meeste
marktpartijen werd verondersteld dat hiermee ook een zeker aansprakelijkheidsregime werd
voorgeschreven. In het wijzigingsbesluit inzake de bindende aanwijzingen aan de verschillende
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 3 van 11
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
regionale gastransportbedrijven van 25 januari 2002 is reeds aangegeven dat met de omschrijving van
een gegarandeerde transportdienst slechts werd beoogd een inspanningsverplichting op te leggen. Met
de huidige wijziging wordt dit doel explicieter in de Richtlijnen Gastransport neergelegd.
17. In het tweede lid van dit artikel wordt bepaald dat het gastransport met de representatieve organisaties
overlegt over de wijze waarop het gastransportbedrijf invulling geeft aan zijn inspanningsplicht. Hiervan
maakt onderdeel uit overleg over de criteria die bepalen wanneer een gastransportbedrijf zich
voldoende heeft ingespannen en de eventuele gevolgen van een onvoldoende inspanning.
18. In de leden 3 tot en met 4 van artikel 2 zijn bepalingen opgenomen inzake een afschakelbare
transportdienst. Het gastransportbedrijf biedt een afschakelbare dienst aan indien er sprake is van een
dreigende schaarste. Voor een netgebruiker is het van belang dat het gastransportbedrijf tijdig
inzichtelijk maakt wanneer er sprake is van dreigende schaarste. Hiertoe zijn bepalingen opgenomen in
artikel 11 (voorheen artikel 10) van de Richtlijnen Gastransport. De indicatieve voorwaarden en tarieven
waaronder een dergelijke afschakelbare dienst wordt aangeboden behoren te voldoen aan de eisen van
transparantie, non-discriminatie, objectiviteit en redelijkheid.
ARTIKEL 3
19. Artikel 3 (voorheen artikel 2) bevat de bepalingen over basisdiensten die slechts Gastransport Services
dient aan te bieden. In de eerste plaats wordt opgemerkt dat de basisdienst backhaul is komen te
vervallen. Deze wijziging is doorgevoerd omdat uit de schriftelijke reacties op de vragenlijst inzake de
evaluatie alsmede uit de workshop geen blijk bestond van een behoefte aan een dergelijke basisdienst.
Gastransport Services dient ingevolge artikel 16 van de Richtlijnen Gastransport bij de bepaling van de
indicatieve tarieven wel rekening te houden met de kostenvoordelen van een backhaul stroom.
20. Aan het derde lid, onderdeel a, is naast "netto gaslevering door Gastransport Services aan die
netgebruikers" ook "netto gasafname van die netgebruikers aan Grastransport Services" opgenomen.
Hierdoor is zowel een situatie waarin de netgebruikers short zijn als een situatie waarin de
netgebruikers long zijn, gedekt. Overigens wordt in dit kader opgemerkt dat de situatie zich voordoet
dat Gastransport Services deze dienst aanbiedt door in- en verkoop op de gasmarkt. Dit betekent dat de
kosten van deze dienst zullen worden bepaald door de in- en verkoopprijs van gas op de gasmarkt.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 4 van 11
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
ARTIKEL 4
21. Artikel 4 (voorheen artikel 3) is op een aantal punten gewijzigd. In de eerste plaats zijn alle verwijzingen
naar backhaul verdwenen vanwege het vervallen van de backhaul basisdienst. Daarnaast is beoogd
duidelijker neer te leggen dat de bepalingen inzake de looptijden van contracten slechts gelden voor
basisdiensten. Dit betekent dat een netgebruiker en gastransportbedrijf gezamenlijk kunnen
overeenkomen om van deze bepalingen in een maatwerkcontract af te wijken, door bijvoorbeeld
contracten te sluiten met een looptijd van langer dan zestig maanden. Het begrip "kalendermaand"
wordt in de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 niet meer gebruikt, zodat gastransportbedrijven
de mogelijkheid hebben om ook basisdiensten met de looptijd van een maand aan te bieden die niet
aanvangt op de eerste dag van de kalendermaand.
22. In het tweede lid is bepaald dat in ieder geval een contract met de looptijd van vierentwintig klokuren
dient te worden aangeboden. Hiermee wordt onder andere tegemoet gekomen aan de bezwaren van een
aantal marktpartijen inhoudende dat de "gasdag" een andere looptijd heeft dan een kalenderdag.
Daarnaast is dit artikel gewijzigd door te bepalen Gastransport Services een basisdienst met de looptijd
van één uur aanbiedt, indien daartoe een concrete vraag bestaat. Deze bepaling is zo opgenomen omdat
uit de evaluatie van de Richtlijnen Gastransport 2002 bleek dat deze concrete vraag samenhangt met de
nog de te ontwikkelen liquiditeit in de Nederlandse gasmarkt.
ARTIKEL 5
23. In artikel 5 (voorheen artikel 4) zijn de randvoorwaarden voor de entry- exit systematiek van Gastransport
Services neergelegd. Het tweede lid van dit artikel bevat de uitgangspunten van een ontkoppeld entry-
exit systeem dat een zogenaamd NBP omvat. Doel is om een dergelijk systeem in het jaar 2004 in te
voeren. In 2003 zal hiervoor stapsgewijs naar een ontkoppeld entry- exitsysteem worden toegewerkt. DTe
acht een dergelijke stapsgewijze aanpak redelijk omdat Gastransport Services hiermee geleidelijk en
zorgvuldig haar organisatie en operatie kan aanpassen.
24. Het derde lid van dit artikel bevat een omschrijving van de eerste stap die in het jaar 2003 in de richting
een ontkoppeld entry- exit systeem wordt genomen. In dit jaar kan Gastransport Services nog verlangen
dat de netgebruiker enige tijd voor het daadwerkelijke transport een koppeling van entry- en exit punten
doorgeeft. Wel moet het voor de netgebruiker mogelijk zijn om de capaciteit op deze entry- en exit
punten los te contracteren.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 5 van 11
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
25. Het vierde lid van dit artikel is toegevoegd om eindafnemers te beschermen tegen zogenoemde
"gijzeling" van capaciteit. Een dergelijk risico zou zich kunnen voordoen indien een bepaalde marktpartij
alle transportcapaciteit op een bepaald exit punt voor lange tijd contracteert. De eindafnemer kan op
grond van dit lid het risico afwenden door zelf het recht op deze exit capaciteit te contracteren.
ARTIKEL 6
26. Artikel 6 (voorheen artikel 5) is op een aantal punten gewijzigd. In de eerste plaats is een duidelijkere
omschrijving van het balanceringsregime gegeven. Hierdoor komt het eerste lid overeen met de
daadwerkelijke huidige situatie. Netgebruikers hebben op uurbasis een ruimere tolerantiewaarde dan op
dagbasis. Binnen een dag kan bijvoorbeeld een short positie in uur x worden gecompenseerd met een
long positie in uur y. De in de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 gehanteerde termen
"uurbalancering" en "dagbalancering" zijn vervallen, omdat deze termen als verwarrend werden ervaren.
Daarnaast is de verplichting om basisdiensten met "uurbalancering" (hiermee werd in de Richtlijnen
Gastransport voor 2002 bedoeld: balancering met een tolerantiewaarde op uurbasis van 0 procent) aan
te bieden, vervallen. Een dergelijke verplichting wordt niet nodig geacht omdat een netgebruiker altijd de
mogelijkheid heeft om met Gastransport Services te onderhandelen over de balanceringsvoorwaarden
ten behoeve van een maatwerkcontract.
27. In het derde lid is toegevoegd dat Gastransport Services bekend maakt welk punt in Nederland en welk
meteorologisch instituut voor de bepaling van de etmaalgemiddelde temperatuur wordt gebruikt.
Hierdoor kunnen netgebruikers anticiperen op de verwachte etmaalgemiddelde temperatuur op dat
punt.
28. Voorts is aan dit artikel een nieuw vierde lid toegevoegd. Hiermee wordt bewerkstelligd dat Gastransport
Services tijdelijk een stringenter balanceringsregime mag hanteren dan het regime dat in de Richtlijnen
Gastransport 2002 is voorgeschreven op basis van een onderzoek van Jacobs Comprimo Nederland.
Deze tijdelijke regeling vervalt echter zodra Gastransport Services de ruimere toleranties op uurbasis uit
het derde lid in de praktijk heeft kunnen toetsen. Volgens Gastransport Services zijn hier bepaalde
weersomstandigheden voor nodig. Om hierin tegemoet te komen kan Gastransport Services de test
opsplitsen in een gedeelte boven de -50 C en een gedeelte beneden de -50 C, zodat in ieder geval voor het
eerste deel de tolerantiewaarde op uurbasis van 25 procent in het komende seizoen getest kan worden.
29. Aan dit artikel is nog een zesde lid toegevoegd om de tolerantiewaarde op dagbasis te specificeren. Met
een tolerantiewaarde op dagbasis van 2 procent wordt bij de huidige praktijk aangesloten.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 6 van 11
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
ARTIKEL 7
30. Artikel 7 (voorheen artikel 6) is aangepast zodat Gastransport Services zowel bij overschrijding van de
tolerantiewaarde op dagbasis als bij overschrijding van de tolerantiewaarde op uurbasis indien
noodzakelijk moet kunnen ingrijpen.
ARTIKEL 8
31. Aan het eerste lid van artikel 8 (voorheen artikel 7) is toegevoegd dat Gastransport Services het onderling
tot evenwicht brengen van de balansposities van netgebruikers bevordert door middel van een
elektronisch bulletinboard waar netgebruikers gebruik van kunnen maken om informatie uit te wisselen.
Hierdoor is er een medium voor netgebruikers om andere netgebruikers met wie zij hun positie zouden
kunnen verhandelen, te vinden.
32. Het derde en vierde lid van dit artikel bevatten bepalingen over het NBP. Een NBP is het gevolg van een
ontkoppeld entry- exit systeem dat wordt beoogd in artikel vijf, tweede lid van de Richtlijnen
Gastransport. Een dergelijk systeem wordt ook van belang geacht voor de convergentie tussen de
elektriciteits- en de gasmarkt. Gelet op het ingrijpende karakter van een NBP wordt het redelijk geacht
om de introductie niet per 1 januari 2003 voor te schrijven. Het tijdstip en de wijze van invoering van een
NBP zal afhangen van verdere studie door Gastransport Services. Gastransport Services dient op 1
januari 2003 wel aan te geven wat zij als de concrete belemmeringen ziet voor de invoering van een NBP
en hoe zij denkt deze belemmeringen weg te nemen. Hiermee verschaft Gastransport Services
transparantie aan de markt.
ARTIKEL 9
33. Artikel 9 (voorheen artikel 8) is ten opzichte van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 niet
gewijzigd.
ARTIKEL 10
34. Artikel 10 (voorheen artikel 9) is ten opzichte van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002
gewijzigd door het eerste lid, onderdeel a aan te passen op de nieuwe entry- exitstructuur. Concreet
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 7 van 11
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
betekent dit dat het zinsdeel "indien toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 4, tweede lid, van
deze richtlijnen, een deel van het overeengekomen traject tussen het entry punt en het exit punt" is
komen te vervallen.
ARTIKEL 11
35. Artikel 11 (voorheen artikel 10) is eveneens als gevolg van het nieuwe entry- exitsysteem en het vervallen
van de basisdienst backhaul gewijzigd ten opzichte van de Richtlijnen Gastransport 2002. Concreet
betekent dit dat alle verwijzingen naar trajecten, knooppunten en backhaul zijn komen te vervallen.
Onderdeel c is gewijzigd door te bepalen dat alleen de beschikbare capaciteit op de entry punten
gepubliceerd dient te worden. Deze wijziging is doorgevoerd omdat niet is gebleken van een behoefte
aan informatie over de beschikbare capaciteit op exit punten. Daarnaast is een nieuw onderdeel d
opgenomen waarin in wordt bepaald dat Gastransport Services op alle entry punten de totaal
gecontracteerde, genomineerde en gebruikte transportcapaciteit bepaald. Deze informatie is onder
andere van relevant voor een netgebruiker die een afschakelbare dienst wenst te kopen.
36. Daarnaast is een derde lid aan dit artikel toegevoegd. In dit artikel wordt bepaald dat een regionaal
gastransportbedrijf ingeval van dreigende schaarste aan de netgebruikers informatie verschaf over de
knelpunten in het gastransportnet. Dit betekent dat zolang het regionale gastransportnet geen
capaciteitsproblemen kent er geen plicht staat tot het publiceren van zodanige informatie.
37. Tenslotte wordt opgemerkt dat de zinsnede "alsmede aan iedere netgebruiker die met haar in
onderhandeling wil treden" in het eerste lid van dit artikel is vervangen door "iedere natuurlijke of
rechtspersoon die met haar in onderhandeling wil treden". Dit om te verduidelijken dat deze bepaling
uiteraard ook geldt voor bedrijven die nog geen netgebruiker zijn.
ARTIKEL 12
38. Artikel 12 (voorheen artikel 11) is gewijzigd door een nieuw derde lid toe te voegen. In dit derde lid wordt
overeenkomstig de wens van een aantal marktpartijen gewezen op de mogelijkheid van een veiling om
(schaarse) capaciteit op entry punten toe te wijzen. Deze respondenten achten ingeval van schaarste een
"first-come-first-serve" systeem niet meer toereikend. Het ligt in de rede dat Gastransport Services
tijdens het overleg zoals bedoeld in artikel 12, derde lid, Gaswet de mogelijkheden van een dergelijk
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 8 van 11
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
veilingsysteem (op termijn) bespreekt. In de Richtlijnen kunnen criteria opgenomen worden waaraan een
dergelijk veilingsysteem moet voldoen.
ARTIKEL 13
39. Artikel 13 (voorheen artikel 12) is gewijzigd als gevolg van het vervallen van de basisdienst "backhaul".
Daarnaast is het woord "uitsluitend" in het tweede lid van het artikel vervallen. Gastransport Services kan
in overleg met de representatieve organisaties besluiten om een andere tariefdrager in het entry- exit
systeem op te nemen, indien dit het doelmatig handelen van netgebruiker en gastransportbedrijf
bevordert.
ARTIKEL 14
40. Artikel 14 (voorheen artikel 13) is gewijzigd door in het derde lid te bepalen dat de regionale
gastransportbedrijven het transportafhankelijke deel van het transporttarief bepalen op basis van
gecontracteerde transportcapaciteit. Dit vanwege het feit dat capaciteit het kostenveroorzakingsbeginsel
beter representeert.
ARTIKEL 15
41. De artikelen 15, en 17 tot en met 21 zijn in de eerste plaats gewijzigd door duidelijker neer te leggen dat
de indicatieve tarieven vanuit de kosten onderbouwd dienen te worden. Hierdoor krijgen (potentiële)
afnemers inzicht in de redelijkheid van de indicatieve tarieven waardoor hun onderhandelingspositie
verbetert. Een dergelijke verbetering kan slechts plaatsvinden als de onderbouwing ook aan de afnemers
inzichtelijk wordt gemaakt (artikel 15, vierde lid).
42. Aan artikel 15 is een derde lid toegevoegd waarin wordt bepaald dat bij de bepaling van de indicatieve
tarieven van Gastransport Services rekening wordt gehouden met kunstmatige verlegging van
gasstromen in de Europese gastransportmarkt (zie ook Tweede Kamer, vergaderjaar 2001-2002, 28, 28
109, nr. 1). Hiermee kan rekening worden gehouden doordat Gastransport Services in een aantal jaren
haar tarieven afbouwt in de richting van het niveau van kostenoriëntatie. Indien Gastransport Services bij
de bepaling van haar indicatieve tarieven rekening houdt met de kunstmatige verlegging van
internationale gasstromen, hoeft zij de onderbouwing van haar indicatieve tarieven niet te publiceren.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 9 van 11
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
ARTIKEL 16
43. Het eerste lid van artikel 16 (voorheen artikel 15) is gewijzigd door te bepalen dat Gastransport Services
bij de bepaling van de indicatieve tarieven rekening houdt met de specifieke omstandigheden van het
Nederlandse transportnet. In het tweede lid wordt aangegeven dat de afstandsafhankelijkheid van de
indicatieve tarieven wordt beperkt tot een minimum. Daarnaast kan een netgebruiker die vlakbij een
entry punt is gelokaliseerd aan Gastransport Services een afstandsgerelateerde korting vragen, onder de
voorwaarde dat hij vooraf een combinatie van entry- en exit punten contracteert. Gastransport Services
stelt hiertoe transparante, non-discriminatoire, objectieve en redelijke criteria op. Over deze criteria
wordt overlegd met de representatieve organisaties.
44. Het vierde lid is aan dit artikel toegevoegd vanwege het vervallen van de basisdienst "backhaul". Het
vervallen van deze basisdienst heeft tot gevolg dat de kostenvoordelen van een backhaul niet meer
exclusief dienen te worden toegerekend aan één basisdienst, maar meegenomen moeten worden bij de
bepaling van de hoogte van de entry- en exit tarieven. Dit betekent concreet dat Gastransport Services
een entry of exit tarief dient te verlagen indien er sprake is van een backhaulstroom.
ARTIKEL 17
45. Artikel 17 is gewijzigd door in het eerste lid de kosten van meteropname te laten vervallen als kosten die
moeten worden opgenomen in de onderbouwing van het transportonafhankelijke deel. Dit vanwege een
procedure die thans voorligt bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven waarin de vraag centraal
staat of meteropname een exclusieve taak is van de netbeheerder.
ARTIKEL 18
46. Artikel 18 (voorheen artikel 17) is ten opzichte van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 niet
gewijzigd.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 10 van 11
Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003
15 juli 2002
ARTIKEL 19
47. Artikel 19, eerste lid is gewijzigd door te bepalen dat bij de onderbouwing een nominaal redelijk
rendement op het geïnvesteerd vermogen gehanteerd mag worden. Daarnaast is in artikel 21, eerste lid
bepaald dat de efficiënte economische kosten inzichtelijk worden gemaakt aan de hand van een
nominale doelmatigheidsfactor. Hierdoor wordt een consistente nominale onderbouwing
voorgeschreven, dit in tegenstelling tot de consistente reële onderbouwing in de Richtlijnen Gastransport
voor het jaar 2002. De wijziging is derhalve technisch van aard en beoogt een onduidelijkheid die bij de
verschillende gastransportbedrijven bestond, weg te nemen. De wijziging naar het nominale stelsel
houdt ook in dat het bij de onderbouwing vanuit de efficiënte economische kosten niet langer
noodzakelijk is om separaat een vergoeding voor inflatie op te nemen.
ARTIKEL 20 en 21
48. Artikelen 20 en 21 (voorheen artikel 19 en 20) zijn ten opzichte van de Richtlijnen Gastransport voor het
jaar 2002 niet gewijzigd.
ARTIKEL 22
49. Artikelen 22 (voorheen artikel 21) is gewijzigd door het jaartal "2002" te vervangen door "2003".
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 11 van 11