Dienst uitvoering en toezicht Energie

Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002

TOELICHTING ONTWERP-RICHTLIJNEN GASTRANSPORT VOOR HET JAAR 2003

ALGEMEEN


1. Zoals in het algemene deel van toelichting bij de Richtlijnen Gastransport en Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2002 reeds is aangegeven, worden dit jaar de Richtlijnen door DTe geëvalueerd. Doel van deze evaluatie is het aanpassen en verder uitwerken van de Richtlijnen voor het jaar 2003. Deze evaluatie heeft onder andere plaatsgevonden door middel van het Informatie- en consultatiedocument Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003 en een vragenlijst inzake de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002. Daarnaast heeft de evaluatie gedeeltelijk plaatsgevonden aan de hand van de nog lopende bezwaarprocedures inzake de op de Richtlijnen voor het jaar 2002 gebaseerde bindende aanwijzingen. Uit deze evaluatie is gebleken dat wat betreft de Richtlijnen Gastransport de belangrijkste wijzigingen voortvloeien uit de introductie van het nieuwe entry- exit systeem op het gastransportnet van Gastransport Services en de wens om over te gaan tot een zogenaamd "National Balancing Point" (hierna: NBP). Voor de Richtlijnen Gasopslag geldt dat de meeste marktpartijen hebben aangegeven dat de markt voor gasopslag meer tijd nodig heeft om zich te ontwikkelen.


2. Op basis van bovengenoemde evaluatie heeft DTe bijgevoegde Ontwerp-Richtlijnen Gastransport en Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003 opgesteld. Onderhavige toelichting is als volgt opgesteld. Per gewijzigd artikel wordt kort gemotiveerd aangegeven welke wijzigingen zijn doorgevoerd ten opzichte van de Richtlijnen voor het jaar 2002. De definitieve Richtlijnen voor het jaar 2003 zullen een volledige toelichting bevatten waarin de wijzigingen ten opzichte van de Richtlijnen voor het jaar 2002 zijn meegenomen.


3. De ontwerp-Richtlijnen die DTe thans publiceert maken onderdeel uit van een openbare voorbereidingsprocedure in de zin van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en dienen derhalve te worden gezien als een conceptbesluit. Dit betekent dat de inhoud van de ontwerp- Richtlijnen naar aanleiding van de in de openbare voorbereidingsprocedure naar voren gebrachte zienswijzen, kan worden aangepast.


4. Daarbij wordt reeds opgemerkt dat DTe thans de wenselijkheid onderzoekt om twee aparte Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 op te stellen: één voor Gastransport Services en één voor de regionale gastransportbedrijven.

Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 1 van 11



Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002

TOELICHTING PER ARTIKEL

ARTIKEL 1


5. In onderdeel a is een definitie van een afschakelbare transportdienst toegevoegd. Artikel 2 van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 bepaalt wanneer de gastransportbedrijven deze dienst als basisdienst dienen aan te bieden.


6. De definities van cascademodel en drukniveau (onderdelen e en f) zijn aan artikel 1 toegevoegd. Beide termen maakten al onderdeel uit van artikel 16 (nu artikel 17) van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002, maar waren nog niet gedefinieerd.


7. De definities van entry- en exit punt (onderdelen g en i) zijn gewijzigd door deze begrippen te koppelen aan de punten waar capaciteit op een gastransportnet kan worden gecontracteerd. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat deze begrippen onderdeel uitmaken van een tarievensystematiek. De fysieke invoed- en ontrekkingspunten in een gastransportsysteem worden thans gedefinieerd als entry- en exit terminals.


8. De definitie van Gasunie wordt in de Richtlijnen Gastransport voor jaar 2003 vervangen door Gastransport Services (onderdeel n), aangezien Gastransport Services thans optreedt als beheerder van het landelijke gastransportnet. In de overige artikelen van de Richtlijnen Gastransport is eveneens het woord Gasunie vervangen door Gastransport Services.


9. De definitie van geïnstalleerde capaciteit is komen te vervallen, omdat de wijziging van artikel 14 van de Richtlijnen Gastransport (voorheen artikel 13) tot gevolg heeft dat dit begrip thans niet meer wordt gebruikt.


10. De definitie van genomineerde transportcapaciteit (onderdeel o) was in de Richtlijnen Gastransport impliciet opgenomen in de definitie van tolerantiewaarden. Ter verduidelijking is dit begrip thans apart gedefinieerd.


11. De definitie van knooppunten is komen te vervallen. Reden hiervoor is dat deze definitie vanwege de introductie van een entry- exitsysteem overbodig is geworden.

Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 2 van 11



Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002


12. De definitie van kubieke meter is eveneens komen te vervallen. Deze definitie was in de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 gedefinieerd aan de hand van de calorische waarde van het Groningengas (35,17). Deze definitie bracht in relatie met artikel 13, derde lid, onderdeel a van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 onduidelijkheid met betrekking tot het transportafhankelijke transporttarief voor hoog-calorisch gas. Nu deze definitie is komen te vervallen, betekent dit dat overal waar in de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 gesproken wordt van "kubieke meter" dit een fysieke kubieke meter betreft. Deze fysieke kubieke meter is een internationaal gebruikte wiskundige term en behoeft geen nadere definitie.


13. In onderdeel r is een definitie opgenomen van een Nationaal Balans Punt (NBP). Met de opname van deze definitie wordt beoogd om het gebruik van een eenduidig begrippenkader in de discussie over de ontwikkeling van de Nederlandse gasmarkt te bevorderen. In dit verband wordt opgemerkt dat DTe eveneens voornemens is om een definitie van een System Operator Gas op te stellen.


14. De definitie van tolerantiewaarde (onderdeel w) is gewijzigd door te bepalen dat in eerste instantie de tolerantie wordt bepaald aan de hand van de daadwerkelijk gerealiseerde hoeveelheid ingevoed gas. Indien het niet mogelijk is om de realisatie per shipper te meten, bijvoorbeeld ingeval van zogenaamde comingled streams, dan wordt de tolerantie bepaald aan de hand van de nominaties die de diverse shippers hebben doorgegeven. Daarnaast is de definitie zo aangepast dat hieronder zowel tolerantie op dagbasis als tolerantie op uurbasis wordt verstaan.

ARTIKEL 2


15. Artikel 2 is in de eerste plaats gewijzigd door het artikel in tweeën te delen. Het huidige artikel 2 bevat bepalingen inzake basisdiensten die alle gastransportbedrijven dienen aan te bieden, terwijl het huidige artikel 3 bepalingen bevat inzake basisdiensten die alleen Gastransport Services dient aan te bieden. Deze opdeling is onder meer het gevolg van de reacties van een aantal regionale gastransportbedrijven die op dit punt meer helderheid wensten.


16. De omschrijving van een gegarandeerde transportdienst in het eerste lid van artikel 2 (voorheen het derde lid van artikel 2) is gewijzigd. Deze wijziging is met name het gevolg van de bezwaarprocedures inzake de bindende aanwijzingen over het jaar 2002. Uit deze procedures bleek dat de omschrijving uit de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 onduidelijkheid creëerde omdat door de meeste marktpartijen werd verondersteld dat hiermee ook een zeker aansprakelijkheidsregime werd voorgeschreven. In het wijzigingsbesluit inzake de bindende aanwijzingen aan de verschillende

Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 3 van 11



Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002

regionale gastransportbedrijven van 25 januari 2002 is reeds aangegeven dat met de omschrijving van een gegarandeerde transportdienst slechts werd beoogd een inspanningsverplichting op te leggen. Met de huidige wijziging wordt dit doel explicieter in de Richtlijnen Gastransport neergelegd.


17. In het tweede lid van dit artikel wordt bepaald dat het gastransport met de representatieve organisaties overlegt over de wijze waarop het gastransportbedrijf invulling geeft aan zijn inspanningsplicht. Hiervan maakt onderdeel uit overleg over de criteria die bepalen wanneer een gastransportbedrijf zich voldoende heeft ingespannen en de eventuele gevolgen van een onvoldoende inspanning.


18. In de leden 3 tot en met 4 van artikel 2 zijn bepalingen opgenomen inzake een afschakelbare transportdienst. Het gastransportbedrijf biedt een afschakelbare dienst aan indien er sprake is van een dreigende schaarste. Voor een netgebruiker is het van belang dat het gastransportbedrijf tijdig inzichtelijk maakt wanneer er sprake is van dreigende schaarste. Hiertoe zijn bepalingen opgenomen in artikel 11 (voorheen artikel 10) van de Richtlijnen Gastransport. De indicatieve voorwaarden en tarieven waaronder een dergelijke afschakelbare dienst wordt aangeboden behoren te voldoen aan de eisen van transparantie, non-discriminatie, objectiviteit en redelijkheid.

ARTIKEL 3


19. Artikel 3 (voorheen artikel 2) bevat de bepalingen over basisdiensten die slechts Gastransport Services dient aan te bieden. In de eerste plaats wordt opgemerkt dat de basisdienst backhaul is komen te vervallen. Deze wijziging is doorgevoerd omdat uit de schriftelijke reacties op de vragenlijst inzake de evaluatie alsmede uit de workshop geen blijk bestond van een behoefte aan een dergelijke basisdienst. Gastransport Services dient ingevolge artikel 16 van de Richtlijnen Gastransport bij de bepaling van de indicatieve tarieven wel rekening te houden met de kostenvoordelen van een backhaul stroom.


20. Aan het derde lid, onderdeel a, is naast "netto gaslevering door Gastransport Services aan die netgebruikers" ook "netto gasafname van die netgebruikers aan Grastransport Services" opgenomen. Hierdoor is zowel een situatie waarin de netgebruikers short zijn als een situatie waarin de netgebruikers long zijn, gedekt. Overigens wordt in dit kader opgemerkt dat de situatie zich voordoet dat Gastransport Services deze dienst aanbiedt door in- en verkoop op de gasmarkt. Dit betekent dat de kosten van deze dienst zullen worden bepaald door de in- en verkoopprijs van gas op de gasmarkt.

Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 4 van 11



Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002

ARTIKEL 4


21. Artikel 4 (voorheen artikel 3) is op een aantal punten gewijzigd. In de eerste plaats zijn alle verwijzingen naar backhaul verdwenen vanwege het vervallen van de backhaul basisdienst. Daarnaast is beoogd duidelijker neer te leggen dat de bepalingen inzake de looptijden van contracten slechts gelden voor basisdiensten. Dit betekent dat een netgebruiker en gastransportbedrijf gezamenlijk kunnen overeenkomen om van deze bepalingen in een maatwerkcontract af te wijken, door bijvoorbeeld contracten te sluiten met een looptijd van langer dan zestig maanden. Het begrip "kalendermaand" wordt in de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 niet meer gebruikt, zodat gastransportbedrijven de mogelijkheid hebben om ook basisdiensten met de looptijd van een maand aan te bieden die niet aanvangt op de eerste dag van de kalendermaand.


22. In het tweede lid is bepaald dat in ieder geval een contract met de looptijd van vierentwintig klokuren dient te worden aangeboden. Hiermee wordt onder andere tegemoet gekomen aan de bezwaren van een aantal marktpartijen inhoudende dat de "gasdag" een andere looptijd heeft dan een kalenderdag. Daarnaast is dit artikel gewijzigd door te bepalen Gastransport Services een basisdienst met de looptijd van één uur aanbiedt, indien daartoe een concrete vraag bestaat. Deze bepaling is zo opgenomen omdat uit de evaluatie van de Richtlijnen Gastransport 2002 bleek dat deze concrete vraag samenhangt met de nog de te ontwikkelen liquiditeit in de Nederlandse gasmarkt.

ARTIKEL 5


23. In artikel 5 (voorheen artikel 4) zijn de randvoorwaarden voor de entry- exit systematiek van Gastransport Services neergelegd. Het tweede lid van dit artikel bevat de uitgangspunten van een ontkoppeld entry- exit systeem dat een zogenaamd NBP omvat. Doel is om een dergelijk systeem in het jaar 2004 in te voeren. In 2003 zal hiervoor stapsgewijs naar een ontkoppeld entry- exitsysteem worden toegewerkt. DTe acht een dergelijke stapsgewijze aanpak redelijk omdat Gastransport Services hiermee geleidelijk en zorgvuldig haar organisatie en operatie kan aanpassen.


24. Het derde lid van dit artikel bevat een omschrijving van de eerste stap die in het jaar 2003 in de richting een ontkoppeld entry- exit systeem wordt genomen. In dit jaar kan Gastransport Services nog verlangen dat de netgebruiker enige tijd voor het daadwerkelijke transport een koppeling van entry- en exit punten doorgeeft. Wel moet het voor de netgebruiker mogelijk zijn om de capaciteit op deze entry- en exit punten los te contracteren.

Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 5 van 11



Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002


25. Het vierde lid van dit artikel is toegevoegd om eindafnemers te beschermen tegen zogenoemde "gijzeling" van capaciteit. Een dergelijk risico zou zich kunnen voordoen indien een bepaalde marktpartij alle transportcapaciteit op een bepaald exit punt voor lange tijd contracteert. De eindafnemer kan op grond van dit lid het risico afwenden door zelf het recht op deze exit capaciteit te contracteren.

ARTIKEL 6


26. Artikel 6 (voorheen artikel 5) is op een aantal punten gewijzigd. In de eerste plaats is een duidelijkere omschrijving van het balanceringsregime gegeven. Hierdoor komt het eerste lid overeen met de daadwerkelijke huidige situatie. Netgebruikers hebben op uurbasis een ruimere tolerantiewaarde dan op dagbasis. Binnen een dag kan bijvoorbeeld een short positie in uur x worden gecompenseerd met een long positie in uur y. De in de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 gehanteerde termen "uurbalancering" en "dagbalancering" zijn vervallen, omdat deze termen als verwarrend werden ervaren. Daarnaast is de verplichting om basisdiensten met "uurbalancering" (hiermee werd in de Richtlijnen Gastransport voor 2002 bedoeld: balancering met een tolerantiewaarde op uurbasis van 0 procent) aan te bieden, vervallen. Een dergelijke verplichting wordt niet nodig geacht omdat een netgebruiker altijd de mogelijkheid heeft om met Gastransport Services te onderhandelen over de balanceringsvoorwaarden ten behoeve van een maatwerkcontract.


27. In het derde lid is toegevoegd dat Gastransport Services bekend maakt welk punt in Nederland en welk meteorologisch instituut voor de bepaling van de etmaalgemiddelde temperatuur wordt gebruikt. Hierdoor kunnen netgebruikers anticiperen op de verwachte etmaalgemiddelde temperatuur op dat punt.


28. Voorts is aan dit artikel een nieuw vierde lid toegevoegd. Hiermee wordt bewerkstelligd dat Gastransport Services tijdelijk een stringenter balanceringsregime mag hanteren dan het regime dat in de Richtlijnen Gastransport 2002 is voorgeschreven op basis van een onderzoek van Jacobs Comprimo Nederland. Deze tijdelijke regeling vervalt echter zodra Gastransport Services de ruimere toleranties op uurbasis uit het derde lid in de praktijk heeft kunnen toetsen. Volgens Gastransport Services zijn hier bepaalde weersomstandigheden voor nodig. Om hierin tegemoet te komen kan Gastransport Services de test opsplitsen in een gedeelte boven de -50 C en een gedeelte beneden de -50 C, zodat in ieder geval voor het eerste deel de tolerantiewaarde op uurbasis van 25 procent in het komende seizoen getest kan worden.


29. Aan dit artikel is nog een zesde lid toegevoegd om de tolerantiewaarde op dagbasis te specificeren. Met een tolerantiewaarde op dagbasis van 2 procent wordt bij de huidige praktijk aangesloten.

Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 6 van 11



Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002

ARTIKEL 7


30. Artikel 7 (voorheen artikel 6) is aangepast zodat Gastransport Services zowel bij overschrijding van de tolerantiewaarde op dagbasis als bij overschrijding van de tolerantiewaarde op uurbasis indien noodzakelijk moet kunnen ingrijpen.

ARTIKEL 8


31. Aan het eerste lid van artikel 8 (voorheen artikel 7) is toegevoegd dat Gastransport Services het onderling tot evenwicht brengen van de balansposities van netgebruikers bevordert door middel van een elektronisch bulletinboard waar netgebruikers gebruik van kunnen maken om informatie uit te wisselen. Hierdoor is er een medium voor netgebruikers om andere netgebruikers met wie zij hun positie zouden kunnen verhandelen, te vinden.


32. Het derde en vierde lid van dit artikel bevatten bepalingen over het NBP. Een NBP is het gevolg van een ontkoppeld entry- exit systeem dat wordt beoogd in artikel vijf, tweede lid van de Richtlijnen Gastransport. Een dergelijk systeem wordt ook van belang geacht voor de convergentie tussen de elektriciteits- en de gasmarkt. Gelet op het ingrijpende karakter van een NBP wordt het redelijk geacht om de introductie niet per 1 januari 2003 voor te schrijven. Het tijdstip en de wijze van invoering van een NBP zal afhangen van verdere studie door Gastransport Services. Gastransport Services dient op 1 januari 2003 wel aan te geven wat zij als de concrete belemmeringen ziet voor de invoering van een NBP en hoe zij denkt deze belemmeringen weg te nemen. Hiermee verschaft Gastransport Services transparantie aan de markt.

ARTIKEL 9


33. Artikel 9 (voorheen artikel 8) is ten opzichte van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 niet gewijzigd.

ARTIKEL 10


34. Artikel 10 (voorheen artikel 9) is ten opzichte van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 gewijzigd door het eerste lid, onderdeel a aan te passen op de nieuwe entry- exitstructuur. Concreet

Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 7 van 11



Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002

betekent dit dat het zinsdeel "indien toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 4, tweede lid, van deze richtlijnen, een deel van het overeengekomen traject tussen het entry punt en het exit punt" is komen te vervallen.

ARTIKEL 11


35. Artikel 11 (voorheen artikel 10) is eveneens als gevolg van het nieuwe entry- exitsysteem en het vervallen van de basisdienst backhaul gewijzigd ten opzichte van de Richtlijnen Gastransport 2002. Concreet betekent dit dat alle verwijzingen naar trajecten, knooppunten en backhaul zijn komen te vervallen. Onderdeel c is gewijzigd door te bepalen dat alleen de beschikbare capaciteit op de entry punten gepubliceerd dient te worden. Deze wijziging is doorgevoerd omdat niet is gebleken van een behoefte aan informatie over de beschikbare capaciteit op exit punten. Daarnaast is een nieuw onderdeel d opgenomen waarin in wordt bepaald dat Gastransport Services op alle entry punten de totaal gecontracteerde, genomineerde en gebruikte transportcapaciteit bepaald. Deze informatie is onder andere van relevant voor een netgebruiker die een afschakelbare dienst wenst te kopen.


36. Daarnaast is een derde lid aan dit artikel toegevoegd. In dit artikel wordt bepaald dat een regionaal gastransportbedrijf ingeval van dreigende schaarste aan de netgebruikers informatie verschaf over de knelpunten in het gastransportnet. Dit betekent dat zolang het regionale gastransportnet geen capaciteitsproblemen kent er geen plicht staat tot het publiceren van zodanige informatie.


37. Tenslotte wordt opgemerkt dat de zinsnede "alsmede aan iedere netgebruiker die met haar in onderhandeling wil treden" in het eerste lid van dit artikel is vervangen door "iedere natuurlijke of rechtspersoon die met haar in onderhandeling wil treden". Dit om te verduidelijken dat deze bepaling uiteraard ook geldt voor bedrijven die nog geen netgebruiker zijn.

ARTIKEL 12


38. Artikel 12 (voorheen artikel 11) is gewijzigd door een nieuw derde lid toe te voegen. In dit derde lid wordt overeenkomstig de wens van een aantal marktpartijen gewezen op de mogelijkheid van een veiling om (schaarse) capaciteit op entry punten toe te wijzen. Deze respondenten achten ingeval van schaarste een "first-come-first-serve" systeem niet meer toereikend. Het ligt in de rede dat Gastransport Services tijdens het overleg zoals bedoeld in artikel 12, derde lid, Gaswet de mogelijkheden van een dergelijk

Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 8 van 11



Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002

veilingsysteem (op termijn) bespreekt. In de Richtlijnen kunnen criteria opgenomen worden waaraan een dergelijk veilingsysteem moet voldoen.

ARTIKEL 13


39. Artikel 13 (voorheen artikel 12) is gewijzigd als gevolg van het vervallen van de basisdienst "backhaul". Daarnaast is het woord "uitsluitend" in het tweede lid van het artikel vervallen. Gastransport Services kan in overleg met de representatieve organisaties besluiten om een andere tariefdrager in het entry- exit systeem op te nemen, indien dit het doelmatig handelen van netgebruiker en gastransportbedrijf bevordert.

ARTIKEL 14


40. Artikel 14 (voorheen artikel 13) is gewijzigd door in het derde lid te bepalen dat de regionale gastransportbedrijven het transportafhankelijke deel van het transporttarief bepalen op basis van gecontracteerde transportcapaciteit. Dit vanwege het feit dat capaciteit het kostenveroorzakingsbeginsel beter representeert.

ARTIKEL 15


41. De artikelen 15, en 17 tot en met 21 zijn in de eerste plaats gewijzigd door duidelijker neer te leggen dat de indicatieve tarieven vanuit de kosten onderbouwd dienen te worden. Hierdoor krijgen (potentiële) afnemers inzicht in de redelijkheid van de indicatieve tarieven waardoor hun onderhandelingspositie verbetert. Een dergelijke verbetering kan slechts plaatsvinden als de onderbouwing ook aan de afnemers inzichtelijk wordt gemaakt (artikel 15, vierde lid).


42. Aan artikel 15 is een derde lid toegevoegd waarin wordt bepaald dat bij de bepaling van de indicatieve tarieven van Gastransport Services rekening wordt gehouden met kunstmatige verlegging van gasstromen in de Europese gastransportmarkt (zie ook Tweede Kamer, vergaderjaar 2001-2002, 28, 28 109, nr. 1). Hiermee kan rekening worden gehouden doordat Gastransport Services in een aantal jaren haar tarieven afbouwt in de richting van het niveau van kostenoriëntatie. Indien Gastransport Services bij de bepaling van haar indicatieve tarieven rekening houdt met de kunstmatige verlegging van internationale gasstromen, hoeft zij de onderbouwing van haar indicatieve tarieven niet te publiceren.

Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 9 van 11



Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002

ARTIKEL 16


43. Het eerste lid van artikel 16 (voorheen artikel 15) is gewijzigd door te bepalen dat Gastransport Services bij de bepaling van de indicatieve tarieven rekening houdt met de specifieke omstandigheden van het Nederlandse transportnet. In het tweede lid wordt aangegeven dat de afstandsafhankelijkheid van de indicatieve tarieven wordt beperkt tot een minimum. Daarnaast kan een netgebruiker die vlakbij een entry punt is gelokaliseerd aan Gastransport Services een afstandsgerelateerde korting vragen, onder de voorwaarde dat hij vooraf een combinatie van entry- en exit punten contracteert. Gastransport Services stelt hiertoe transparante, non-discriminatoire, objectieve en redelijke criteria op. Over deze criteria wordt overlegd met de representatieve organisaties.


44. Het vierde lid is aan dit artikel toegevoegd vanwege het vervallen van de basisdienst "backhaul". Het vervallen van deze basisdienst heeft tot gevolg dat de kostenvoordelen van een backhaul niet meer exclusief dienen te worden toegerekend aan één basisdienst, maar meegenomen moeten worden bij de bepaling van de hoogte van de entry- en exit tarieven. Dit betekent concreet dat Gastransport Services een entry of exit tarief dient te verlagen indien er sprake is van een backhaulstroom.

ARTIKEL 17


45. Artikel 17 is gewijzigd door in het eerste lid de kosten van meteropname te laten vervallen als kosten die moeten worden opgenomen in de onderbouwing van het transportonafhankelijke deel. Dit vanwege een procedure die thans voorligt bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven waarin de vraag centraal staat of meteropname een exclusieve taak is van de netbeheerder.

ARTIKEL 18


46. Artikel 18 (voorheen artikel 17) is ten opzichte van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 niet gewijzigd.

Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 10 van 11



Toelichting 0ntwerp-Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2003 15 juli 2002

ARTIKEL 19


47. Artikel 19, eerste lid is gewijzigd door te bepalen dat bij de onderbouwing een nominaal redelijk rendement op het geïnvesteerd vermogen gehanteerd mag worden. Daarnaast is in artikel 21, eerste lid bepaald dat de efficiënte economische kosten inzichtelijk worden gemaakt aan de hand van een nominale doelmatigheidsfactor. Hierdoor wordt een consistente nominale onderbouwing voorgeschreven, dit in tegenstelling tot de consistente reële onderbouwing in de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002. De wijziging is derhalve technisch van aard en beoogt een onduidelijkheid die bij de verschillende gastransportbedrijven bestond, weg te nemen. De wijziging naar het nominale stelsel houdt ook in dat het bij de onderbouwing vanuit de efficiënte economische kosten niet langer noodzakelijk is om separaat een vergoeding voor inflatie op te nemen.

ARTIKEL 20 en 21


48. Artikelen 20 en 21 (voorheen artikel 19 en 20) zijn ten opzichte van de Richtlijnen Gastransport voor het jaar 2002 niet gewijzigd.

ARTIKEL 22


49. Artikelen 22 (voorheen artikel 21) is gewijzigd door het jaartal "2002" te vervangen door "2003".
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 11 van 11