Dienst uitvoering en toezicht Energie
Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003
15 juli 2002
Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003
HOOFDSTUK 1
Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
a. Basisdienst: verhandelbare standaarddienst met betrekking tot het leveren van de opslag van gas tegen
standaardvoorwaarden;
b. Bergen Concessiehouders: de vennootschappen die houder zijn van de bij koninklijk besluit van 1 mei
1969, nr.14 (Stcrt. 1969, nr. 94) verleende concessie of hun rechtsopvolgers, thans British Petroleum
Nederland Energie B.V., Veba Oil Nederland B.V. en Dyas B.V.;
c. Gas: stof die bij een temperatuur van 15° Celsius en bij een druk van 1.01325 bar in gasvormige toestand
verkeert en in hoofdzaak bestaat uit methaan of een andere stof die vanwege haar eigenschappen aan
methaan gelijkwaardig is;
d. Gasopslagbedrijf: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een gasopslaginstallatie beheert, voor
zover deze, al dan niet krachtens artikel 18, tweede lid, Gaswet, een economische machtspositie heeft;
e. Gasopslaginstallatie: een installatie voor de opslag van gas met uitsluiting van het gedeelte dat wordt
gebruikt voor productieactiviteiten;
f. Gasunie: de N. V. Nederlandse Gasunie, dan wel haar rechtsopvolgers aan wie Gasunie de eigendom of
het beheer van haar gasopslaginstallatie mocht overdragen;
g. Indicatieve tarieven en voorwaarden: de tarieven en voorwaarden, bedoeld in artikel 12 Gaswet;
h. Injectiecapaciteit: de hoeveelheid gas die per tijdseenheid in een gasopslaginstallatie kan worden
geïnjecteerd;
i. NAM: de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.;
j. Productiecapaciteit: de hoeveelheid gas die per tijdseenheid uit een gasopslaginstallatie kan worden
geproduceerd;
k. Werkgas: de hoeveelheid gas die maximaal in een gasopslaginstallatie kan worden geïnjecteerd en
daaruit kan worden geproduceerd, uitgezonderd het in die opslaginstallatie aanwezige resident gas,
residu gas en kussengas.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 1 van 8
Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003
15 juli 2002
HOOFDSTUK 2
Basisdiensten gasopslag
Artikel 2
1. Gasopslagbedrijven bieden in ieder geval de navolgende basisdiensten aan:
a. gegarandeerde injectiedienst;
b. gegarandeerde productiedienst; en
c. gegarandeerde volumedienst.
2. Onder een gegarandeerde injectiedienst als bedoeld in het eerste lid, onder a wordt ten minste verstaan:
een dienst waarbij het gasopslagbedrijf de plicht heeft zich in te spannen een overeengekomen deel van
de injectiecapaciteit aan een afnemer van deze injectiedienst onafgebroken beschikbaar te stellen.
3. Onder een gegarandeerde productiedienst als bedoeld in het eerste lid, onder b wordt ten minste
verstaan: een dienst waarbij het gasopslagbedrijf de plicht heeft zich in te spannen een overeengekomen
deel van de productiecapaciteit aan een afnemer van deze productiedienst onafgebroken beschikbaar te
stellen.
4. Onder een gegarandeerde volumedienst als bedoeld in het eerste lid, onder c wordt ten minste verstaan:
een dienst waarbij het gasopslagbedrijf een inspanningsverplichting heeft aan de afnemer van deze
volumedienst het recht te verlenen om een deel van het werkgas te leveren en waarbij het
gasopslagbedrijf een inspanningsverplichting heeft dit overeengekomen deel onafgebroken voor de
afnemer van de volumedienst beschikbaar te houden.
Artikel 3
1. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven bevatten uitsluitend technisch beperkende
voorwaarden voor zover deze voorwaarden voortvloeien uit het ontwerp van de gasopslaginstallaties.
2. Gasopslagbedrijven dienen de markt inzicht te verschaffen in de technische beperkingen in het ontwerp
van de gasopslaginstallaties die ten grondslag liggen aan de in het eerste lid bepaalde technisch
beperkende voorwaarden.
3. Over de mogelijkheden tot opheffing van de technisch beperkende voorwaarden, zoals bedoeld in het
eerste lid van dit artikel, dient overleg te worden gevoerd op grond van artikel 12, derde lid, Gaswet.
Artikel 4
1. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven maken een onderscheid tussen overeenkomsten
tot het leveren van basisdiensten met een looptijd van twaalf maanden of korter (kortlopende
basisdiensten) en overeenkomsten tot het leveren van basisdiensten met een looptijd van meer dan
twaalf maanden (langlopende basisdiensten).
2. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven bepalen dat kortlopende basisdiensten in ieder
geval worden aangeboden met een looptijd van:
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 2 van 8
Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003
15 juli 2002
a. één maand (maandcontracten); en
b. twaalf maanden (jaarcontracten).
3. Langlopende basisdiensten worden uitsluitend aangeboden met een looptijd die gelijk is aan een
veelvoud van twaalf maanden tot een maximum van zestig maanden. Het indicatieve tarief voor
langlopende basisdiensten wordt jaarlijks aangepast aan de wijzigingen in het indicatieve tarief voor
contracten met een looptijd van twaalf maanden.
4. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven kunnen bepalen dat, in aanvulling op
langlopende basisdiensten, jaarcontracten en maandcontracten, basisdiensten worden aangeboden met
andere vaste looptijden. De looptijden waarmee deze basisdiensten worden aangeboden, weerspiegelen
de daarnaar in de markt bestaande vraag.
5. De indicatieve voorwaarden bepalen volgens welke verhouding de beschikbare injectie- en
productiecapaciteit, alsmede de beschikbare hoeveelheid werkgas wordt toegedeeld aan langlopende
basisdiensten, jaarcontracten, maandcontracten en indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde
in het vierde lid overeenkomsten met andere vaste looptijden. Deze verdeling weerspiegelt de in de
markt bestaande vraag naar de respectievelijke overeenkomsten.
6. De in het vierde lid bedoelde looptijden en de in het vijfde lid bedoelde verdeling is onderwerp van het
overleg op grond van artikel 12, derde lid, Gaswet.
HOOFDSTUK 3
Toegang tot de markt en verhandelbaarheid
Artikel 5
1. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven bevatten geen bepalingen die bij de uitvoering
daarvan de toetreding tot de markt voor gashandel en gaslevering belemmeren. In dat verband bevatten
de indicatieve voorwaarden in ieder geval geen:
a. bepalingen waarin aan de afnemer van basisdiensten of opslagdiensten, niet zijnde basisdiensten,
kredietwaardigheidseisen worden gesteld of van hem gevergd wordt zekerheid te stellen, die verder
gaan dan het totaal van de op hem rustende financiële verplichtingen uit de overeenkomst tot het
leveren van basisdiensten of opslagdiensten, niet zijnde basisdiensten;
b. bepalingen die ertoe strekken dat een basisdienst of een opslagdienst, niet zijnde een basisdienst,
slechts kan worden afgenomen tezamen met andere diensten (al dan niet basisdiensten);
c. bepalingen op grond waarvan het een afnemer van basisdiensten verboden wordt om die diensten of
opslagdiensten, niet zijnde basisdiensten, bij een ander dan het betrokken gasopslagbedrijf af te
nemen; en
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 3 van 8
Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003
15 juli 2002
d. bepalingen, waarin het leveren van basisdiensten of opslagdiensten, niet zijnde basisdiensten, dan
wel de bereidheid om over het leveren van zodanige diensten te onderhandelen, afhankelijk wordt
gesteld van het bestaan van onderliggende overeenkomsten.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onder b is het gasopslagbedrijven in aanvulling
op het jaar 2002 ook gedurende het jaar 2003 toegestaan om twee of meer basisdiensten gebundeld aan
te bieden, op voorwaarde dat:
a. de individuele basisdiensten vervolgens afzonderlijk (geheel of gedeeltelijk) verhandelbaar zijn,
overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze richtlijnen, en;
b. tenminste twee in samenstelling van elkaar verschillende bundels worden aangeboden, en;
c. de samenstelling van de bundels de daarnaar in de markt bestaande vraag weerspiegelt.
3. De in het tweede lid, onder b en c, bedoelde samenstelling van de bundels is onderwerp van het overleg
op grond van artikel 12, derde lid, Gaswet.
Artikel 6
1. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven voorzien erin dat overeenkomsten tot het leveren
van basisdiensten of delen daarvan verhandelbaar zijn en dat daarin geen bepalingen worden
opgenomen die de verhandelbaarheid direct dan wel indirect beperken. In dat verband bevatten de
indicatieve voorwaarden in ieder geval geen:
a. bepalingen die de gehele of gedeeltelijke overdracht van overeenkomsten tot het leveren van
basisdiensten verbieden. Daarbij kan een gedeeltelijke overdracht betrekking hebben op (i) een deel
van de gecontracteerde injectie- of productiecapaciteit, (ii) een deel van de gecontracteerde
hoeveelheid werkgas, of (iii) een deel van de overeengekomen contractsduur;
b. bepalingen die vereisen dat de overdragende partij voorafgaand aan de overdracht van
overeenkomsten tot het leveren van basisdiensten aan het gasopslagbedrijf de identiteit bekend
maakt van zijn contractuele wederpartij;
c. bepalingen die vereisen dat het gasopslagbedrijf (voorafgaand aan de overdracht of daarna) instemt
met de overdracht van overeenkomsten tot het leveren van basisdiensten;
d. bepalingen die vereisen dat overeenkomsten tot het leveren van basisdiensten slechts kunnen
worden overgedragen aan partijen die reeds zelf soortgelijke overeenkomsten hebben gesloten met
het betreffende gasopslagbedrijf; en
e. bepalingen die vereisen dat de inhoud van de betreffende overeenkomst tot het leveren van
basisdiensten vertrouwelijk dient te blijven.
2. De indicatieve voorwaarden kunnen bepalingen bevatten, waarin het gasopslagbedrijf vereist dat de
overdragende partij instaat voor de (tijdige) nakoming door diens rechtsopvolger(s) van de op deze
laatste(n) rustende verplichtingen uit de overgedragen overeenkomst tot het leveren van basisdiensten
of het overgedragen deel daarvan.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 4 van 8
Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003
15 juli 2002
HOOFDSTUK 4
Toegang tot opslagcapaciteit
Artikel 7
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van deze richtlijnen voorzien de indicatieve voorwaarden van
NAM en de Bergen Concessiehouders met betrekking tot de door hen beheerde gasopslaginstallaties te
Norg en Grijpskerk (NAM) en te Alkmaar (de Bergen Concessiehouders) in het jaar 2003 in de
openstelling van een aanzienlijk deel van de totale capaciteit van deze installaties ten behoeve van de
opslag van gas door derden (door middel van basisdiensten of anderszins) ten behoeve van
handelsdoeleinden.
2. De indicatieve voorwaarden van de in het eerste lid genoemde gasopslagbedrijven voorzien er tevens in
dat een deel van de totale injectie- en productiecapaciteit van de door hen beheerde gasopslaginstallaties
ter beschikking wordt gesteld aan derden. De injectie- en productiecapaciteit die beschikbaar wordt
gesteld is evenredig met de ingevolge het eerste lid opengestelde opslagcapaciteit als percentage van de
totale hoeveelheid werkgas in de betreffende gasopslaginstallatie.
HOOFDSTUK 5
Transparantie en informatievoorziening
Artikel 8
1. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven, voorzien erin dat het gasopslagbedrijf ieder jaar
uiterlijk op 1 oktober bekend maakt welk deel van de door hem beheerde installatie voor de opslag van
gas in het daarop volgende jaar gebruikt zal worden ten behoeve van productieactiviteiten. Het
gasopslagbedrijf maakt gelijktijdig bekend wat derhalve de omvang is van de gasopslaginstallatie als
gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder f. Gaswet en artikel 1, aanhef en onder e. van deze
Richtlijn. Daarbij wordt afzonderlijk inzicht gegeven in:
a. de totale injectiecapaciteit van de gasopslaginstallatie;
b. de totale productiecapaciteit van de gasopslaginstallatie; en
c. de totale hoeveelheid werkgas van de gasopslaginstallatie.
2. De in het eerste genoemde bekendmaking gaat vergezeld van een schriftelijke motivering waarin wordt
uiteengezet welke invulling de beheerder van de gasopslaginstallatie aan het begrip productieactiviteiten
heeft gegeven en op welke wijze de omvang van de productieactiviteiten is vastgesteld.
3. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven voorzien er voorts in dat het gasopslagbedrijf
gedurende het jaar aan een ieder die bij hen basisdiensten of opslagdiensten, niet zijnde basisdiensten,
afneemt, dan wel met hen in onderhandeling wil treden omtrent het leveren van zodanige diensten op
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 5 van 8
Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003
15 juli 2002
transparante wijze ten minste informatie verschaft omtrent de nog beschikbare injectie- en
productiecapaciteit, alsmede welk aandeel in de hoeveelheid werkgas nog beschikbaar is voor verdeling.
Daarbij wordt een onderverdeling gemaakt naar beschikbare jaarcontracten en maandcontracten als
bedoeld in artikel 4 van deze richtlijnen en indien deze door de gasopslagbedrijven worden
aangeboden contracten tot het leveren van basisdiensten met een daarvan afwijkende looptijd.
4. De in het derde lid bedoelde informatie wordt ten minste dagelijks op een vast tijdstip geactualiseerd en
gepubliceerd en heeft steeds betrekking op de daaropvolgende periode van twaalf maanden.
HOOFDSTUK 6
Verdeling van capaciteit en hoeveelheid werkgas
Artikel 9
1. De indicatieve voorwaarden van de gasopslagbedrijven voorzien in een systeem met toepassing waarvan
de beschikbare injectie- en productiecapaciteit, alsmede het beschikbare aandeel in de hoeveelheid
werkgas wordt verdeeld over afnemers van basisdiensten en opslagdiensten, niet zijnde basisdiensten.
2. Het in het eerste lid bedoelde systeem voldoet tenminste aan de eisen van transparantie, non-
discriminatie, objectiviteit en redelijkheid. Dit betekent in het bijzonder dat het systeem er niet toe leidt
dat het betreffende gasopslagbedrijf zichzelf of anderen (waaronder zijn moeder, dochter- of
groepsondernemingen, alsmede derden met wie hij ten tijde van de publicatie van deze richtlijnen reeds
overeenkomsten had gesloten met betrekking tot de betreffende gasopslaginstallatie) bevoordeelt bij de
verdeling van de beschikbare injectie- en productiecapaciteit, alsmede de beschikbare hoeveelheid
werkgas.
3. Het in het eerste lid bedoelde systeem voorziet er tevens in dat een maximum wordt verbonden aan de
hoeveelheid opslagcapaciteit die een afnemer van opslagcapaciteit bij een gasopslagbedrijf kan
afnemen, tenzij er verder geen andere gegadigden zijn voor die opslagcapaciteit.
4. Het in het eerste lid bedoelde systeem voorziet er voorts in dat voor zover een afnemer van
opslagcapaciteit nalaat om door hem gecontracteerde opslagcapaciteit (injectie- of productiecapaciteit,
dan wel werkgas) daadwerkelijk te gebruiken, deze capaciteit, na verloop van een redelijke termijn,
vrijvalt en andermaal door het gasopslagbedrijf verdeeld wordt.
5. De wijze waarop de gasopslagbedrijven invulling geven aan het bepaalde in het vierde lid weerspiegelt
de wensen van marktpartijen en is onderwerp van het overleg op grond van artikel 12, derde lid, Gaswet.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 6 van 8
Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003
15 juli 2002
HOOFDSTUK 7
Indicatieve tarieven
Artikel 10
1. De indicatieve tarieven van de gasopslagbedrijven worden per afzonderlijke basisdienst onderbouwd
vanuit:
a. de efficiënte economische kosten die toerekenbaar zijn aan het produceren van de desbetreffende
basisdienst; en
b. de kosten van relevante substituten voor de desbetreffende aangeboden basisdienst.
2. De onderbouwing van de indicatieve tarieven vanuit de efficiënte economische kosten, zoals bedoeld in
het eerste lid, wordt door het gasopslagbedrijf tegelijkertijd met publicatie van de indicatieve tarieven en
voorwaarden gepubliceerd.
3. Het gasopslagbedrijf voert onderhandelingen op basis van de indicatieve tarieven, zoals die met
toepassing van het eerste lid zijn vastgesteld en draagt ervoor zorg dat die onderhandelingen tot
marktconforme tarieven leiden. Daarbij neemt het gasopslagbedrijf in alle gevallen de beginselen van
transparantie, non-discriminatie, objectiviteit en redelijkheid in acht.
4. Aan het bepaalde in het derde lid wordt in ieder geval voldaan, indien de tarieven van basisdiensten op
een veiling tot stand komen.
5. Indien het systeem als bedoeld in artikel 9, eerste lid van deze richtlijnen voorziet in de veiling van
beschikbare injectie- en productiecapaciteit, alsmede het nog beschikbare aandeel in het werkgas, dan
mogen daarin minimum- of reserveprijzen worden gehanteerd, die op basis van de marginale kosten van
de desbetreffende basisdienst(en) zijn vastgesteld.
HOOFDSTUK 8
Slotbepalingen
Artikel 11
1. Deze richtlijnen worden aangehaald als: Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003.
2. De tekst van de Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003 wordt in de Staatscourant geplaatst.
3. De Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003 treden in werking met ingang van de tweede dag na de
dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 7 van 8
Ontwerp-Richtlijnen Gasopslag voor het jaar 2003
15 juli 2002
Plaats: Den Haag
Datum:
drs. J.J. de Jong
De directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie
Dienst uitvoering en toezicht Energie pagina 8 van 8