Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
IZ/IC/2002.1411
datum
11-07-2002

onderwerp
Agenda Landbouwraad Brussel, 15 juli 2002

bijlagen

Hierbij deel ik u mede dat op maandag 15 juli 2002 een vergadering zal worden gehouden van de landbouwministers van de Europese Unie.

De voorlopige agenda bevat een negental punten. De nieuwe voorzitter van de Landbouwraad, de Deense minister van Landbouw mevrouw Mariann Fischer Boel, zal tijdens deze vergadering de prioriteiten van het Deense voorzitterschap toelichten. Vervolgens zal de Commissie haar langverwachte Mid-Term Review presenteren, waarna een eerste discussie over her rapport zal plaatsvinden. De Commissie zal de Raad ook informeren over de oprichting van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, alsmede over het Witboek voor voedselveiligheid. Verder zal een voorstel voor een richtlijn en verordening betreffende zoönosen en zoönoseverwekkers ter sprake komen. Op verzoek van Spanje zal worden gesproken over de gevolgen van de Amerikaanse Farm Bill voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Zelf ben ik voornemens tijdens de Raad een toelichting te geven over de laatste stand van zaken met betrekking tot de contaminatie van varkensvoer met het hormoon medroxyprogesteron-acetaat (MPA).

datum
11-07-2002

kenmerk
IZ/IC/2002.1411

bijlage

De agenda is als volgt opgebouwd:

1. Goedkeuring van de voorlopige agenda

2. Goedkeuring van de lijst met A-punten

3. Werkprogramma van het voorzitterschap

De nieuwe voorzitter van de Landbouwraad, de Deense minister van Landbouw mevrouw Mariann Fischer Boel, zal het werkprogramma van het Deense voorzitterschap voor het komende half jaar toelichten.

Het voorzitterschap beschouwt in de Landbouw- en Visserijraad de volgende onderwerpen als prioritair:
* uitbreiding van de Europese Unie;
* Mid-Term Review van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (MTR); * hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid; * implementatie Witboek Voedselveiligheid;
* WTO landbouwonderhandelingen;
* diergezondheid.

Het voorzitterschap streeft ernaar in de Landbouw- en Visserijraad van november 2002 conclusies aan te nemen over de MTR met het oog op de Europese Raad in Kopenhagen in december.

Met betrekking tot diergezondheid zal onder meer aandacht worden besteed aan mond- en klauwzeer (MKZ). In november 2002 zal het Europees Parlement met de eindrapportage van zijn MKZ-commissie komen.

4. Mid-Term Review

Commissaris Fischler zal tijdens de Raad de tussenbalans (Mid-Term Review) van het gemeenschappelijk landbouwbeleid toelichten. Vervolgens zullen de delegaties van de lidstaten in de gelegenheid worden gesteld in een openbaar debat een eerste reactie te geven. Op de Europese Raad in Berlijn (1999) is overeengekomen dat de implementatie van de landbouwhervormingen van Agenda 2000 in 2002/2003 geëvalueerd zou worden in een zogenaamde Mid-Term Review ten einde noodzakelijke aanpassingen door te voeren.

De overwegingen achter de voorgestelde hervormingen zijn onder andere: * rechtvaardiging van het landbouwbeleid ten opzichte van de belastingbetaler;
* verlaging van de administratieve druk voor de landbouwers; * vergroting van de marktwerking.

Bovendien zal met het herziene beleid de onderhandelingspositie van de Europese Unie in de WTO worden versterkt en kan het de onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten over de toetreding tot de Europese Unie bespoedigen.

De Commissie heeft in haar voorstellen gekozen voor een brede aanpak: naast wijzigingen in de sectoren granen, rogge, durum tarwe, oliehoudende zaden, rijst, gedroogde veevoeders, dopvruchten en rundvlees, worden ook hervormingen voorgesteld voor het systeem van de directe inkomenssteun en de manier waarop het plattelandsbeleid wordt ingericht. Voor zuivel wordt een aantal mogelijke aanpassingen toegelicht, maar de Commissie geeft zelf niet aan welke optie haar voorkeur heeft.

Belangrijk onderdeel van de voorstellen is dat in de toekomst de directe inkomenssteun van productie wordt losgekoppeld. Tegelijkertijd wordt het plattelandsbeleid versterkt via verplichte afroming van de directe inkomenssteun met 3% per jaar vanaf 2004 met een maximum van 20% in 2010 (zogenaamde 'dynamische modulatie'). Kleinere bedrijven worden vrijgesteld van deze verplichte modulatie tot Euro 5.000. Verder wordt het systeem van inkomenssteun ingrijpend vereenvoudigd: in de toekomst zal per agrarisch bedrijf een enkel bedrag voor inkomenssteun worden vastgesteld. In de huidige situatie wordt het totale niveau van inkomenssteun samengesteld op basis van vele verschillende regelingen afhankelijk van de aard van het bedrijf. Bovendien wordt de uitbetaling van inkomenssteun voortaan afhankelijk gesteld van het voldoen aan eisen op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid ('cross-compliance').

De in sommige sectoren nog bestaande prijssteun wordt verder verminderd. Verder krijgen producenten in de toekomst meer vrijheid om de aard van hun productie aan te passen. Dit zal de marktwerking in de landbouw ten goede komen.

De doelstellingen van het plattelandsbeleid worden uitgebreid. Naast de bestaande doelstellingen op gebied van milieu, vervroegde uittreding en bosbouw en de steunregeling voor de landbouw in probleemgebieden, worden maatregelen om voedselkwaliteit te bevorderen en om boeren te assisteren in het voldoen aan eisen op het gebied van milieu, voedselveiligheid en dierenwelzijn, onderdeel van het plattelandsbeleid.
Het voorstel beoogt verder een vereenvoudiging van de regelgeving en vermindering van de administratieve lastendruk zowel bij de uitvoerende instanties als bij de producenten.

Ik ben van menig dat de Commissie met de Mid-Term Review een eerste stap heeft gezet op weg naar de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid op lange termijn. Dit begin van hervorming dient in ieder geval overeind te blijven. Ten aanzien van de afbouw van de directe inkomenssteun en de hervormingen van de marktordeningen verwacht ik echter een meer ambitieuze inzet van de Commissie. Ik ben voorstander van verhoging van het percentage van degressiviteit De middelen die als gevolg hiervan vrijkomen, kunnen gedeeltelijk worden gebruikt voor een intensivering van het plattelandsbeleid. Hierdoor kunnen werkelijke besparingen op de totale landbouwuitgaven worden gerealiseerd. Dit is van belang met het oog op de extra uitgaven die zullen voortvloeien uit de uitbreiding van de Europese Unie.

Ik zal aangeven dat de Commissie met voorliggend voorstel een stap in de richting van een verdere hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft gezet en dat Nederland deze stap toejuicht. Desalniettemin zal ik ook benadrukken dat wat Nederland betreft de Mid-Term Review slechts een beginpunt voor verdere discussie over de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid is en we verwachten dat de voorstellen op een enkele belangrijke punten worden aangescherpt.

5. Aanbeveling voor een wijziging van de geconsolideerde rechten voor rijst en granen

Commissaris Fischler zal tijdens de Raad een toelichting geven op een aanbeveling voor een beschikking van de Raad inzake machtiging van de Commissie om onderhandelingen te beginnen over een wijziging van de geconsolideerde rechten voor rijst en granen. Met het voorstel beoogt de Commissie een onderhandelingsmandaat te krijgen om in overleg met haar handelspartners onder andere het systeem voor invoertarifering voor rijst en granen te vervangen door de invoering van nieuwe tariefcontingenten (TRQ's). Het huidige systeem zou niet afdoende zijn om de invoer van goedkope graan- en rijstimporten uit de Russische Federatie en Oekraïne te beheren.

Ik ben van mening dat een wijziging in het invoerregime niet mag leiden tot nieuwe belemmeringen van de vrije wereldhandel. De instelling van nieuwe TRQ's beperkt mogelijk de marktwerking. Daarnaast leveren ze extra onnodige administratieve lastenverzwaring op voor het bedrijfsleven en instanties. Bovendien lijkt mij het starten van onderhandelingen op dit moment niet direct opportuun gezien de cruciale onderhandelingen over het landbouwhoofdstuk binnen de WTO.

6. Zoönosen en zoönoseverwekkers

De Commissie zal de Raad rapporteren over de voortgang van de voorstellen voor regelgeving inzake zoönosen en zoönoseverwekkers. De Commissie publiceerde in oktober 2001 een verslag over zoönosen (ziekten die van dieren op mens kunnen worden overgedragen, zoals bijvoorbeeld salmonella) en zoönoseverwekkers. De conclusie was dat weliswaar vooruitgang was geboekt met de bewaking en bestijding van zoönosen, maar dat deze maatregelen moeten worden geïntensiveerd. De Commissie heeft vervolgens voorstellen voor regelgeving gedaan.

De eerste lezing door het Europees Parlement van de door de Commissie voorgestelde richtlijnen is inmiddels afgerond. In de Raad zijn de voorstellen besproken tijdens de vergadering van 27 juni jongstleden. De discussie spitst zich onder invloed van het Europees Parlement nu toe op versterking van de voorgestelde maatregelen ter bestrijding van salmonella. Ten eerste stelt het Europees Parlement voor om naast kippen en varkens ook andere diersoorten onder de wetgeving te laten vallen. Ten tweede wordt voorgesteld om de bestrijding bij legkippen te richten op alle voor de mens relevante salmonella's in plaats van de twee belangrijkste salmonella's. Daarnaast kon de Raad geen overeenstemming bereiken over de door de Commissie voorgestelde implementatiedata en de financiering van de bestrijdings- en controlekosten. Deze drie knelpunten zullen tijdens de Raad van 15 juli aanstaande wederom onderwerp van gesprek zijn.

Ik ben van mening dat de maatregelen voor de bestrijding van salmonella bij kippen zo spoedig mogelijk van kracht moeten. Indien de amendementen van het Europees Parlement tot gevolg zouden hebben dat verdere vertraging wordt opgelopen, zal Nederland zich tegen aanname daarvan verzetten. Voor wat betreft de financiering van de bestrijdings- en controlekosten ben ik voorstander om deze kwestie mee te nemen in de discussie omtrent de herziening van het veterinaire fonds. De kosten van dierziektenbestrijding dienen in beginsel door het bedrijfsleven te worden opgebracht.

7. Oprichting van de Europese Voedselveiligheidautoriteit

De Commissie zal de Raad informeren over de stand van zake inzake de oprichting van de Europese Voedselveiligheidautoriteit (EVVA).

Spanje heeft aan het einde van zijn voorzitterschap een conceptlijst opgesteld met 14 namen voor de leden van de Raad van Bestuur van de EVVA. Deze conceptlijst is gebaseerd op een shortlist van de Commissie. Bij de opstelling daarvan is rekening gehouden met de aanbevelingen van de lidstaten en het Europees Parlement. Op voordracht van Nederland is de heer Sangter als kandidaat in de lijst opgenomen.

Ik ben tevreden met voorliggende conceptlijst en zal daar dan ook mijn steun voor uitspreken.

8. Witboek voedselveiligheid

De Commissie zal de Raad op de hoogte stellen over de voortgang van de implementatie van de maatregelen die zijn voorgesteld in het Witboek voor voedselveiligheid.

De Europese Commissie heeft in januari 2000 aan het Witboek voor voedselveiligheid een werkplan toegevoegd met 84 voorstellen. Door middel van het in het Witboek voorgestelde pakket van maatregelen kan de voedselveiligheid op een meer gecoördineerde en geïntegreerde manier worden geregeld. Hiermee wordt beoogd de gezondheidsbescherming op een zo hoog mogelijk peil te brengen.

In het algemeen staat Nederland positief ten opzichte van de voorstellen van de Commissie. Nederland heeft zelf in 1997 tijdens zijn eigen EU-voorzitterschap de Europese discussie over voedselveiligheid een belangrijke impuls gegeven door de organisatie van een conferentie over het Groenboek voedselveiligheid. In het kader van de discussie over voedselveiligheid hecht ik veel belang aan consumer concerns en de betekenis van het voorzorgsbeginsel.

9. Diversen

a. Gevolgen van de Farm Bill voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
De Spaanse delegatie zal in de Raad aandacht vragen voor de gevolgen voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid van de nieuwe Amerikaanse Farm Bill.
Op 13 mei jongstleden heeft de Amerikaanse President Bush ingestemd met een nieuwe landbouwwet, de zogenaamde Farm Security and Rural Investment Act (Farm Bill). Met de invoering van deze wet lijken de Verenigde Staten een stap terug te zetten op weg naar een liberaal landbouwbeleid. De EU heeft met Agenda 2000 een hervormingstraject ingezet, waarin steun aan de landbouw langzaam vermindert en prijssteun steeds meer wordt omgezet in inkomenssteun, terwijl de Verenigde Staten in toenemende mate weer prijssteun gaan verlenen.
Het is de vraag of het door de VS voorgestane nieuwe markt- en prijsbeleid in overeenstemming is met de regels van de WTO. Bovendien bestaat de vrees dat de Verenigde Staten grotere terughoudendheid zullen betrachten in de lopende Doha-onderhandelingen. Dit zou de verdere liberalisering van de handel in landbouwproducten mogelijk kunnen bemoeilijken. b. MKZ-bestrijding
De Belgische delegatie zal de Commissie verzoeken om in haar voorstel aan de Raad tot aanpassing van de Richtlijn mond- en klauwzeer rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen die zich voordoen. De Commissie zal naar verachting in september van dit jaar met een voorstel komen.
Van 26 tot 31 mei 2002 vond in Parijs de 70e jaarlijkse algemene vergadering plaats van het internationaal Comité van het Office International des Epizooties (OIE), de wereldorganisatie voor de dierengezondheid. Tijdens deze zitting heeft de OIE kennis genomen van het gebruik van nieuwe serologische testen die toelaten om op niveau van landbouwbedrijf een onderscheid te maken tussen de antistoffen bij gevaccineerde dieren en de antistoffen bij dieren die in contact zijn geweest met het wilde virus. Deze testen kunnen het antwoord zijn op de maatschappelijke kritiek op het massaal afmaken van gezonde dieren als instrument in de dierziektenbestrijding.
c. MPA
Zelf zal ik de Raad en de Commissie informeren over de laatste stand van zaken betreffende de contaminatie van varkensvoer met het hormoon medroxyprogesteron-acetaat (MPA). d. Vergaderrooster

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst


---