Ministerie van Justitie
Smokkel van handvuurwapens vanuit voormalige
Oostbloklanden naar Nederland
Samenvatting
Aanleiding tot het onderzoek
Bij degenen die zich in Nederland politiek en beleidsmatig met de problematiek
van vuurwapencriminaliteit bezig houden alsook bij de politie, bestaat het vermoe-
den dat in ons land de laatste jaren een toenemend aantal handvuurwapens uit
voormalige Oostbloklanden wordt binnengesmokkeld. Feitelijk gezien neemt in
Nederland het aantal inbeslagnames toe van illegale handvuurwapens die
afkomstig zijn uit een voormalig Oostblokland. Dit blijkt uit registratiegegevens
van de politie. De mogelijkheden tot smokkel worden voorts bevorderd door de
'gelegenheidsstructuur' in sommige voormalige Oostbloklanden. Om te beginnen
bleven met het verdwijnen van het ijzeren gordijn in sommige landen grote
wapenarsenalen achter en de controle op deze voorraden was niet altijd sluitend,
zo komt naar voren uit internationale publicaties. Daarnaast vond in een deel van
de voormalige Oostbloklanden voor de val van de muur grootschalige productie
van vuurwapens plaats en in sommige landen is dat nog steeds het geval.
Het vermoeden dat handvuurwapens die afkomstig zijn uit voormalige Oostblok-
landen een belangrijke rol spelen in het Nederlandse illegale circuit vormde de
aanleiding tot nader onderzoek naar 'Illegale wapentransporten vanuit voormalige
Oostbloklanden naar Nederland'. Dit onderzoek is uitgevoerd door IVA-Tilburg,
in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum, op
verzoek van de Directie Opsporingsbeleid van het directoraat-generaal Rechts-
handhaving van het ministerie van Justitie.
De volgende vragen zijn in het onderzoek aan de orde gesteld. De beginvraag is
hoeveel illegale handvuurwapens jaarlijks ons land binnenkomen. Tweede vraag is
welk deel daarvan afkomstig is uit een voormalig Oostblokland. Ten derde is de
vraag aan de orde of sprake is van grootschalige transporten van illegale vuur-
---
wapens. De vierde vraag is in welke voormalige Oostbloklanden de vuurwapens
zijn geproduceerd.
Informatiebronnen
Over de aard en omvang van de smokkel van handvuurwapens worden zowel
nationaal als internationaal geen systematische gegevens bijgehouden. Om inzicht
te kunnen verkrijgen in deze problematiek dient derhalve een beroep gedaan op
zoveel mogelijk potentiële informatiebronnen. De volgende gegevensbronnen zijn
ten behoeve van het onderzoek gebruikt:
* Registratiegevens van de politie van in beslag genomen vuurwapens in
Nederland.
* Dossiers van in Nederland uitgevoerd opsporingsonderzoek naar de smokkel
van handvuurwapens.
* Kennis van (praktijk-)deskundigen van politie, douane, ECD/FIOD, Centrale
Dienst in en Uitvoer (CDIU), Europol en Interpol.
* Informatie verstrekt door gedetineerden die betrokken zijn geweest bij de
smokkel van handvuurwapens naar Nederland.
* Informatie uit internationale publikaties omtrent vuurwapensmokkel met de
nadruk op overheidspublikaties, publikaties van de Europese Unie en van de
Verenigde Naties.
Bronlanden voor illegale handvuurwapens
Niet alle voormalige Oostbloklanden zijn te beschouwen als bronlanden voor
illegale handvuurwapens. Voor de afzonderlijke landen is nagegaan of er sprake is
(geweest) van legale produktie van handvuurwapens die mogelijk 'weglekt' naar
het illegale circuit of mogelijke lekkage vanuit surplusvoorraden, oftewel hoeveel-
heden nieuwe of gebruikte vuurwapens waarvoor na het einde van de koude
oorlog geen bestemming meer was. Vervolgens is onderzocht of er sprake is van
illegale produktie van handvuurwapens en tot slot is nagegaan of criminele
groeperingen in het desbetreffende land mogelijk betrokken zijn bij de smokkel
van handvuurwapens naar Nederland of andere West-Europese landen.
De voormalige Oostbloklanden die hieruit naar voren komen als bronland zijn in
volgorde van belangrijkheid Kroatië, Tsjechië, Klein-Joegoslavië (tot 1999) en
Hongarije.
2
In Kroatië vindt zowel legale als illegale produktie en conversie van handvuur-
wapens plaats die hun weg vinden naar het illegale circuit in andere landen van
Europa. Tot 1999 was ook Klein-Joegoslavië een bronland. Sinds dat jaar is de
produktie in dat land echter gestopt als gevolg van luchtbombardamenten door de
NAVO op wapenfabrieken in dat land. In Tsjechië en Hongarije vindt legale
produktie van handvuurwapens plaats, die in onbekende hoeveelheden weglekt
naar het illegale circuit.
Produktielanden van in Nederland aangetroffen handvuurwapens
De illegale handvuurwapens, afkomstig uit voormalige Oostbloklanden, die in
Nederland in beslag worden genomen zijn vrijwel altijd ongebruikt, dat wil
zeggen fabrieksnieuw of omgebouwd. Verreweg het grootste deel daarvan is uit
Kroatie afkomstig (enkele honderden vuurwapens per jaar). In belang volgt
Tsjechië daarop (omstreeks 100 stuks per jaar). Vuurwapens die afkomstig zijn uit
surplusvoorraden spelen in relatie tot Nederland geen rol van betekenis. Uit de
beschikbare gegevens kan worden afgeleid dat deze in de jaren negentig voorna-
melijk hun weg naar grootschalige conflicten hebben gevonden, onder meer op de
Balkan en in Afrika.
Registratiegegevens van de politie wijzen uit dat jaarlijks 400 à 500 illegale
vuurwapens in Nederland in beslag worden genomen die in een voormalig
Oostblokland zijn geproduceerd. Merendeels gaat het om pistolen. Ook machine-
pistolen (30 50 per jaar) en verborgen vuurwapens (met name schietsleutel-
hangers) worden aangetroffen. Deze cijfers dienen als ondergrens te worden
gezien. In voormalige Oostbloklanden gefabriceerde of geconverteerde illegale
handvuurwapens worden regelmatig van valse merkopschriften voorzien. Als
gevolg daarvan wordt bij inbeslagname de herkomst door de politie niet altijd juist
geregistreerd.
De meeste in beslag genomen vuurwapens zijn in legale productiefaciliteiten
vervaardigd. De uitzonderingen worden gevormd door de verborgen vuurwapens,
die illegaal worden vervaardigd in Bulgarije of Kroatië, de zogenaamde merk-
vervalsingen van machinepistolen en revolvers (nagemaakte gangbare modellen)
die worden geproduceerd in Kroatië en pistolen die illegaal zijn omgebouwd. Dit
laatste gebeurt eveneens in Kroatië.
Het gemiddelde aandeel van de in beslag genomen handvuurwapens die afkomstig
zijn uit het voormalige Oostblok is gegroeid van 8 procent in 1993 tot 24 procent
in 1997, om in latere jaren redelijk stabiel te blijven op omstreeks 20 procent.
Machinepistolen en verborgen vuurwapens die in Nederland in het illegale circuit
---
worden gebruikt zijn voor vrijwel 100 procent uit voormalige Oostbloklanden
afkomstig.
Werkwijze van dadergroepen
De werkwijze van dadergroepen is in kaart gebracht aan de hand van hetgeen
daarover uit opsporingsonderzoek door de politie bekend is geworden. Door de
recherche van de regiokorpsen Amsterdam-Amstelland en Rotterdam-Rijnmond is
in de tweede helft van de jaren negentig een aantal opsporingsonderzoeken naar
criminele groeperingen uitgevoerd die zich bezighielden met vuurwapensmokkel
vanuit voormalige Oostbloklanden. Die onderzoeken betroffen dadergroepen die
vuurwapens smokkelden vanuit Kroatië en Klein-Joegoslavië. Omtrent de smokkel
van in Tsjechië en Hongarije gefabriceerde handvuurwapens kon geen nader
inzicht worden verkregen uit opsporingsonderzoek.
De onderzochte dadergroepen zijn relatief beperkt van omvang en kennen een
losse structuur. De centrale figuur is de 'importeur'. Deze beschikt over de
contacten in het bronland die vuurwapens kunnen leveren en verzorgt de afzet in
Nederland. In de onderzochte gevallen waren de importeurs allen van voormalig
Joegoslavische herkomst.
De logistiek van de smokkel is relatief eenvoudig. Het transport naar Nederland
vindt plaats over de weg, waarbij Slovenië, Oostenrijk en Duitsland als transito-
landen fungeren.
De smokkelaars worden over het algemeen in het bronland geworven. De smokkel
vindt in de bekende gevallen plaats in partijen van 5 30 vuurwapens. Grotere
partijen worden gesplitst om het risico te verkleinen dat een complete partij
vuurwapens bij een toevallige aanhouding verloren gaat. De smokkelaars dragen
niet of nauwelijks kennis van de rest van organisatie (afzet, opslag, etcetera).
De importeur maakt in Nederland gebruik van een netwerk van een beperkt aantal
vertrouwde tussenpersonen die zorgdragen voor de verkoop aan de
eindgebruikers. Soms treedt de importeur ook zelf op als verkoper. De
tussenpersonen kunnen zich in heel Nederland bevinden en hoeven elkaar niet
altijd te kennen.
Over de rol van Nederland als doorvoerland voor handvuurwapens is een beperkte
hoeveelheid informatie verkregen. Daaruit kan de voorzichtige conclusie worden
getrokken dat buitenlandse handelaars in illegale vuurwapens mogelijk gebruik-
maken van logistieke faciliteiten (omzeilen van douanecontrole) die kunnen
4
worden verzorgd door Nederlandse criminele groeperingen die actief zijn in de
wereld van drugssmokkel.
Omvang van vuurwapensmokkel vanuit voormalige Oostbloklanden naar
Nederland
De handel in illeale handvuurwapens levert, in vergelijking met de handel in of
produktie van drugs, relatief bescheiden financiële winsten op. Naast smokkel van
handvuurwapens houden de importeurs zich in veel gevallen ook bezig met andere
criminele activiteiten. Economische motieven zijn niet altijd doorslaggevend voor
vuurwapenhandelaars. Een naam als wapenhandelaar levert in het criminele milieu
status op en bovendien biedt het extra bescherming tegen concurrenten of rip-offs:
handelaars in vuurwapens worden als gevaarlijker gezien dan 'gewone' handelaars
in drugs.
De politie heeft op basis van uitgevoerde opsporingsonderzoeken een redelijk
beeld van de smokkel van handvuurwapens vanuit Kroatië naar Nederland. De
importeurs zijn via gemeenschappelijke kennissen (of via hun leveranciers in
Kroatië) met elkaar bekend en werken samen wanneer dat uitkomt. Op basis van
het onderzoek kan worden vastgesteld dat het aantal actieve 'importeurs' in
Nederland van vuurwapens die afkomstig zijn uit het voormalige Oostblok, 15
25 personen bedraagt.
Illegale handvuurwapens worden in Nederland afgezet in het criminele circuit. De
importeur levert de vuurwapens alleen aan afnemers of tussenpersonen die
vertrouwd zijn. De omvang van het netwerk van vertrouwde tussenpersonen of
afnemers bepaalt derhalve de mate waarin de importeur handvuurwapens naar
Nederland kan smokkelen. Aangezien handvuurwapens als een duurzaam goed
kunnen worden beschouwd is het verzadigingspunt binnen het afzetnetwerk
relatief snel bereikt, althans wanneer de importeur de risico's beperkt wil houden.
De conclusie die hieruit volgt is dat de importeur geen constante invoer van
vuurwapens op grote schaal in stand kan houden. De smokkel van hand-
vuurwapens verloopt dan ook ofwel schoksgewijs (één grotere partij en daarna
enige tijd niets), ofwel 'just-in-time' (in kleine partijen, op bestelling).
Het aantal handvuurwapens dat jaarlijks vanuit voormalige Oostbloklanden naar Nederland wordt gesmokkeld kan op verschillende manieren worden geschat. Door de Nederlandse politie (en ook door de politie van andere West-Europese landen) wordt om te beginnen het ervaringsgegeven gehanteerd dat ongeveer 10 procent van het totale aantal handvuurwapens in het criminele circuit op enig moment weer in beslag genomen wordt. Aan de hand van de inbeslagnamecijfers kan dan ook worden geschat dat het aantal vuurwapens dat jaarlijks vanuit
---
voormalige Oostbloklanden illegaal in Nederland wordt geïmporteerd 3000-4000
stuks bedraagt.
In de tweede plaats is het mogelijk uit te gaan van het geschatte aantal van 15 tot
25 'importeurs' en de gemiddelde structuur en grootte van de dadergroepen die uit
de diverse opsporingsonderzoeken naar voren is gekomen. Op basis hiervan kan
het aantal vuurwapens dat jaarlijks naar Nederland wordt gesmokkeld worden
geschat op 2000 4000.
Gegeven de vele onzekerheden die bij deze schattingen een rol spelen wordt zowel
de onder- als bovengrens aangehouden bij het maken van een schatting van de
omvang van de illegale import. De conclusie van het onderzoek is derhalve dat
jaarlijks minimaal 2000 en maximaal 4000 handvuurwapens vanuit voormalige
Oostbloklanden naar Nederland worden gesmokkeld.
Tussen 1998 en 2000 bedroeg het aandeel van illegale handvuurwapens dat
afkomstig was uit voormalige Oostbloklanden gemiddeld 22 procent van het totale
aantal in beslag genomen handvuurwapens in Nederland. Er zijn geen aan-
wijzingen dat de herkomst van het vuurwapen invloed heeft op de wijze waarop er
gebruik van wordt gemaakt en op het aantal inbeslagnames door de politie. Op
grond hiervan wordt geschat dat het totale aantal handvuurwapens dat jaarlijks
naar Nederland wordt gesmokkeld tussen de 9.000 en 18.000 exemplaren
bedraagt.
6