Centrale Raad van Beroep Utrecht
Tekst toespraak President CRvB ter gelegenheid van installatie
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 12-07-2002
Tekst van de toespraak van de President van de Centrale Raad van
Beroep, mr. J.G. Treffers, ter gelegenheid van de installatie van de
mrs. D.J. van der Vos, Th.C. van Sloten, M.M. van der Kade als
vice-president en C.P.J. Goorden en H.G. Rottier als raadsheer.
DE GERECHTSAUDITEUR bij de Centrale Raad van Beroep
Een klein beetje verleden en heden doch veel over de toekomst.
0.1 De Centrale Raad van Beroep telt thans ruim 30 gerechtsauditeurs.
Zij vormen de ruggengraat van onze juridische ondersteuning en
garanderen in grote mate mede de kwaliteit van het ondersteunde werk.
Een beter onderwerp is er voor vandaag niet.
1.1 Het is soms een vreugde te grasduinen in het verleden. Soms is het
nuttig, immers
"l' Histoire se répète". Tot de jeugd: de geschiedenis herhaalt zich.
Op zoek naar de wortels van het auditoriaat bij de Raad kwam ik
wonderlijkheden tegen. Wat te denken van:
BALTHASAR DE AYALA: Was in zijn leven dat zich uitstrekte van
1548-1584 onder andere auditeur bij het leger van de hertog van Parma.
Hij schopte het nog verder, niet hier.
LUCAS d'HEERE: Was in de 16e eeuw auditeur bij de Vlaamse rekenkamer.
Is echter bekend als dichter.
JUAN DE VARGUS: Was eveneens in de 16e eeuw auditeur bij de kanselarij
in Madrid maar het schopte het tot zeer berucht lid van de Raad van
Beroerte.
Van NAPOLEON BONAPARTE is bekend dat hij graag over zijn ideeën en
zeges sprak. Zo weten wij uit het prachtige boek "N." van de
Italiaanse auteur Ferrero dat Napoleon op Elba een autochtone jongeman
in dienst nam om naar hem te luisteren en van het vertelde aantekening
te maken. In de Franse vertaling heeft deze jongeman de rang van
auditeur.
1.2 Zo komen wij langzaamaan naar deze tijd. Deze tijd levert bij
nadere beschouwing een auditeur van naam op: niemand minder dan Tom
Poes. Hij is een moderne auditeur: hij luistert niet alleen naar zijn
levenswijze vriend maar geeft ook raad ("Tom Poes, verzin een list")
en neemt leiding. Dit laatste is overigens meer een literaire vondst.
Nu kan ik naar het heden.
2.1 Wij zien bij de Raad twee typen gerechtsauditeur. Hierbij laat ik
daar hoe die functie is bereikt.
· Zij die in opleiding zijn tot rechter in een rechtbank
· Zij die deze keuze niet hebben gemaakt en zo vast tot de juridische
ondersteuning van de Raad behoren
2.2 In het verleden heeft de organisatie in ruimte mate voor de
auditeur gekozen als lid van de juridische ondersteuning. Het waren
niet de jongste juristen want men moest ten minste zes jaar van nut
zijnde werkervaring hebben. De basis was de juridische kwaliteit,
nodig in verband met de taak van de Raad. Veel structuur zat er nog
niet in. Ook niet in de organisatie. Tussen gerechtsauditeur en
gerechtssecretaris zat een geweldige ruimte. Veel loopbaan was er dan
ook niet.
2.3 In de loop van de negentiger jaren van de vorige eeuw is die
ruimte minder geworden. Wij hebben dan de stand dat er binnen de
juridische ondersteuning van de Raad een diversiteit is ontstaan. U
moet mij geloven, want anders plak ik er nog een uurtje aan vast.
· De Administratief-juridisch medewerker
· De Seniorsecretaris
· De Stafjurist
· De Gerechtsauditeur
2.4 En zo een loopbaanpad is gemaakt. Wat achterbleef was de
diversiteit in het werk. Het kwam erop neer dat van seniorsecretaris
tot en met gerechtsauditeur het zelfde soort werk werd gedaan: er
werden zaken geïnstrueerd en uitspraken gemaakt. Een onderscheiding
naar bijvoorbeeld type zaken was er niet. Er is onderscheiding, in de
regel, naar kwaliteit, al zal een ervaren stafjurist een beginnend
auditeur veel leren. Hier doemt de problematiek van de
competentie-profielen op: indien er geen verschil in werk is, is er
geen verschil in vaardigheden. Dan is het niet eenvoudig duidelijk te
maken dat niet voluit gekozen wordt voor de senior-secretaris
(jurist). Dit maakt de rechterlijke productie meer goedkoop. En we
zijn in een tijdvak dat dit bij de betaal-meesters ingang vindt. Toch
is aan de functie van auditeur vastgehouden. Het maakt natuurlijk uit
of een kamer een jurist krijgt met zes jaar relevante juridische
ervaring (al dan niet) elders of een stafjurist/seniorsecretaris
waarbij past: de jurist als jong mens.
2.5 De idee kwam om auditeurs + te werven. Dit hield in dat de
doorgroei naar rechter bij een rechtbank - en een opleidingsfunctie
bij de Raad - een handelsmerk werd. Na enig improviseren op het vlak
van de selectie, werd bepaald dat de solliciterende auditeur bij een
onafhankelijk testbureau blijk moest geven van zijn of haar
groeipotentie. Kwam een betrokkene niet goed door de test, kreeg hij
het aanbod van stafjurist bij de Raad. Zo kon het mes aan twee kanten
snijden. Auditeur als opleidingsfunctie heeft zich binnen de Raad
gevestigd. Inmiddels zijn tenminste tien van zulke auditeurs rechter
in een rechtbank. En zijn de berichten over hun functioneren bepaald
goed.
Dit is een uiting van inhoudelijke kwaliteit. Dit was ook het streven
van de Raad: een juridische ondersteuning die de kwaliteit van het
werk bevordert. Dit werkt aan twee zijden. De kwaliteit die de
ondersteuning zelf bood en de ruimte die de rechters kregen omdat hun
werk uit handen genomen werd.
3.1 De stand binnen de ondersteuning is geworden:
· De AJ-medewerker
· De Adjunct-secretaris
· De Seniorsecretaris
· De Stafjurist
· De Gerechtsauditeur in een opleidingsfunctie
· De Gerechtsauditeur buiten dat traject
· De Seniorgerechtsauditeur
3.2 De laatste functionaris is nog niet eerder geïntroduceerd. Dit is
primair een spoor in het loopbaanpad. Ook echter was er de gulden
draad van de kwaliteit: elke sectie van de Raad had een
seniorauditeur. Niet alleen een opstap voor de auditeur die niet de
zittende magistratuur als doe had, maar ook een functionaris die het
werk van de ondersteuning coördineert, injurisprudentie onderricht
lid, is van inhoudelijke commissies binnen en buiten de Raad en
buitengewoon veel ervaring heeft. Verder staat deze functionaris toch
wel buiten deze nota.
3.3 Ik sprak al over de competentieprofielen, in het kader van het
competentiemanagement dat per 01012003 - in het jaar dat de Raad 100
jaar bestaat - zijn intrede doet. Dit is een onderdeel van modern
personeelsbeleid. Een onderdeel daarvan is eveneens loopbaanbeleid.
Dit is meer dan een aantal functies boven elkaar met
doorgroeimogelijkheid. Want dat hoeft niet de uitwerking van een
beleid te zijn Ondertussen wil de Raad dat wel. Er was tot juni van
dit jaar een werkgroep personeelsbeleid. In die maand heeft zij in de
vorm van drie boekwerken gerapporteerd. Het doel is verder vorm te
geven aan het personeelsbeleid van de Raad, uitgaande van het gegeven
dat alle functies in het kader van het competentie-management
beschreven zijn.
4.1 Hoe graag wil ik een voorzet geven, gebaseerd op louter
persoonlijke gedachten. Welnu.
4.2 Wij formeren een groep Juridische Ondersteuning. Daarin zitten de
oude functies van administratief-juridisch medewerker tot en met
seniorgerechtsauditeur. De oude functie-benamingen verdwijnen. Het
wordt juridisch medewerker naar - dit blijft - gerechtsauditeur (en
seniorauditeur). Juridisch medewerkers in soorten en maten, tot
uitdrukking komende in inschaling. In beginsel ligt hier een
loopbaanpad. Natuurlijk zal niet iedere juridisch medewerker
gerechtsauditeur kunnen worden. Binnen deze grote categorie zitten
schotten die berusten op de eisen van benoembaarheid. Binnen het
personeelsbeleid zijn er instrumenten om de medewerkers te begeleiden
op het loopbaanpad. Zo ontstaat een organisatie die steeds in
ontwikkeling is. Dit impliceert: een lerende organisatie. Pantha Rei
enz.
4.3 De groep van auditeurs wordt gestructureerd. De nadruk komt te
liggen op de opleidings-functie. Dit tast de kwaliteitsdrift van de
Raad niet aan, ook vormt het een bijdrage aan de zeer grote vraag aan
rechters die bij de rechtbanken leeft en de komende jaren blijft
leven. De opleiding moet gestructureerd worden. Wat wel blijft is de
test. Wat nieuw is, is dat de betrokken auditeur begint in een kamer
die het best aansluit bij zijn werkervaring (tenzij hij anders wil) en
na drie jaar - of zoveel eerder als mogelijk of nodig is - een kamer
in een andere sectie toegewezen krijgt. Het kan zelfs zo ver gaan dat
bij de plaatsing als eis geteld wordt dat elk van de drie secties van
de Raad wordt bezocht. Uitgaande van een opleiding van zes jaar
betekent dit twee jaar in een kamer. Het kan ook minder. Het grote
voordeel hiervan is dat de auditeur hoe dan ook de WAO en het
Ambtenarenrecht in zijn pakket heeft. Daarmee kan hij bij de eerste
aanleg voor den dag komen! Hoe dit exact in de steel komt, is
afhankelijk van opleidingsdeskundigheid die wij in huis hebben of
inhuren. Dit kan te meer nodig zijn indien de Raad weer raio's
toebedeeld krijgt die in hun zogenoemde verdiepingsjaar zijn en
ervaring moeten opdoen met "meervoudig zitten". Daarvoor moet je
inderdaad bij een appelcollege als de Raad zijn. Intussen is duidelijk
dat er bij de rechtbanken juristen werkzaam zijn die daar geen
promotie meer kunnen maken en die toch aan het einde van de donkere
tunnel waarin zij verkeren het licht van een rechterschap zien. Zij
kunnen bij de Raad met vrucht solliciteren naar de functie van
gerechtsauditeur i.o., opdat zij na de opleiding als bijna rechter
kunnen terugkeren naar "hun" rechtbank. Denkbaar is dat de
gerechtsauditeurs-in-opleiding (graio's) in een van de drie secties
worden gedetacheerd vanuit ons Bureau Kennis en Onderzoek. Ik zie voor
me dat aan dat Bureau een poot wordt toegevoegd: Opleiding, dus K, O
&O, met een raadsheer/vice-president als coördinator.
4.4 Daarnaast zijn er auditeurs die niet opteren voor een
opleidingsfunctie. Zulke auditeurs zijn al in huis. Zij vormen de
ruggengraat van de juridische ondersteuning, van de ondersteuning van
een kamer. Het gevaar bestaat dat bij hen de ontwikkeling stil staat.
Dit kan en mag niet. Er zal ook voor deze groep een scholingsprogram
ontwikkeld moeten worden. Ondertussen staat deze categorie van
auditeurs aan de top van de juridische ondersteuning. Het kan zo gaan
dat hun gevraagd wordt een zekere leiding te hebben over de "lagere"
juridische ondersteuning en de auditeurs-in-opleiding bij te staan,
bijvoorbeeld als coach. Nu zal het niet allen gegeven zijn naast
juridisch-inhoudelijke kwaliteiten ook dit soort managementachtige
kwaliteiten in huis te hebben. Degenen die dit niet hebben moeten
worden ingezet in zeer gekwalificeerd juridisch werk. Dit
vooronderstelt dat in het juridische werk moet gediverseerd worden.
Het betekent ook dat het niet meer zo zal zijn dat elke kamer meer dan
een auditeur-niet-in-opleiding heeft. Het zogeheten productiewerk komt
toe aan de juridisch medewerkers.
Dat het bepaald niet zo is dat deze categorie van auditeurs een
uitstervende categorie is, moge zo al duidelijk zijn. Voor hen is en
blijft plaats. Dit borgt mede de kwaliteit van het werk. Wel zal de
werving van deze functionarissen meer toegespitst worden. Ik zie voor
mij dat - indien aanvaard is dat elke kamer een
auditeur-niet-in-opleiding herbergt - zo gericht mogelijk geworven
wordt. Dit wil bijvoorbeeld zeggen dat, is een auditeur nodig bij de
bijstandkamer, de advertentie dit inhoudt. Recent zijn wij op een
dergelijke wijze doende geweest, met aansprekend resultaat: ten
behoeve van onze internationale kamer en van de onderzoekseenheid.
Hierbij wil niet gezegd zijn dat deze functie van auditeur ook een
eindfunctie is. Ik denk dat dit inderdaad een aflopende zaak is. Dit
kan binnen en buiten de Raad een plaats vinden. Dit is trouwens een
kwestie van werving, niet van reorganisatie.
4.5 Het werk van de juridische ondersteuning in oude stijl van het
niveau van seniorsecretaris tot en met auditeur was niet naar zwaarte
gediverseerd. Het is nog steeds niet zo ver dat Raadbreed zaken naar
juridische zwaarte worden getypeerd. Daarmee zal wel begonnen moeten
worden. Anders is een divers samengestelde juridische ondersteuning
niet nodig en in wezen een wassen neus. Dit is een moeilijke zaak. Hoe
dit ook zal gaan - intussen is er een werkgroep werkprocessen die zich
dit tot taak kan rekenen - goed samenspel binnen de juridische
ondersteuning is broodnodig, nu en dan. Het moet zo zijn, dat, ontdekt
een juridisch medewerker dat de hem toegewezen zaak voor zijn niveau
een onbehoorlijke moeilijkheidsgraad heeft, hij naar de auditeur van
de kamer behoort te gaan die dan een toedeling zal maken. Dit vergt
een openhartige organisatie waarbinnen onderling vertrouwen een
halszaak is. Bij de genoemde typering kan ook de figuur van de
poortrechter een rol spelen. Ik sprak over hem bij het afscheid van
mijn voorganger en ik bespeur in het bestuur en bij onze cvp-projecten
een positieve benadering. Ik ben onveranderd enthousiast.
4.6 Eindigen doe ik met de groep auditeurs-in-opleiding. Het kan zijn
dat sommigen na een
voldoende periode rechter in een rechtbank te zijn geweest, als
raadsheer in de Raad willen terugkeren. Ook dan weer een mes dat aan
twee zijden snijdt.
4.7 Richt ik mijn denken weer naar de aarde dan stuit ik op het
financieel aspect. Het spreekt dat er aan scholen en opleiden een
prijskaart zit. Inmiddels is bekend dat de Raad voor de rechtspraak
daartoe voor dit jaar een potje van ¤ 3 miljoen heeft. Daarvan
kun je mee snoepen als er een plan komt met alles wat de boeken over
projectmanagement zeggen. Maar dit is logistiek.
5. Samengevat:
De auditeur blijft! Deze functionaris stond, staat en blijft staan als
borg voor de kwaliteit van de juridische ondersteuning van de Raad.
Maar de functie evolueert. Er komt een deling naar: wel en niet in
opleiding voor rechter. De loopbaanpaden verschillen wezenlijk van
elkaar. De eerste groep kan langere tijd bij de Raad blijven, al moet
het streven zijn dat auditeur niet een eindfunctie is. Ook zij moeten
scholing ondergaan: éducation permanente geldt voor alle medewerkers .
Dit moet onderwijskundig worden begeleid. Zij worden gericht geworven.
Bij geschiktheid zullen zij leiding geven aan de juridische
ondersteuning van een kamer en minder bij het eigenlijke primaire
proces betrokken worden. Voor anderen is er minder plaats. De zaken
moeten ook naar juridische zwaarte geselecteerd worden. Voor de
zwaarste categorie is er dan de auditeur-niet-in-opleiding die geen
leiding geeft. Dit zal niet leiden tot reorganisatie, leidende tot
ontslag. De werving zal anders lopen.
Aan deze ontwikkeling dient het bestuur leiding te geven. Een nieuwe
personeelsbeleid denkt het uit samen met de werkgroep werkprocessen.
Er komt een werkgroep scholing en vorming. De cvp-projecten
coördineert, informeer en adviseert het bestuur.
Rond 2004 moeten de contouren duidelijk zijn.
Ik sluit dit onderdeel af met historie. In de 11e eeuw begon de Rota
in Rome als instituut van Pauselijke kapelaans. De eerst volgende
eeuwen fungeerde de Paus als rechter en waren de kapelaans toehoorder:
auditores - auditeurs. Dezen maakten carrière want in 1331 werd het
college van auditeurs een rechtbank. Heden ten dage vormen 24
auditeurs het Pauselijk gerechtshof en is de prima-inter-paris deken.
Dat hebben we in 2004 niet bereikt.
Na deze ontboezemingen naar de installandi. U zult bemerken dat er
frapante overeenkomsten zijn tussen de drie nieuwe vice-presidenten en
ook tussen de twee nieuwe raadsheren.