Openbaar Ministerie
Den Haag, 12 juli 2002
OM sluit fraudeonderzoek provincie Gelderland af
Medio april 2001 is namens Gedeputeerde Staten van de provincie
Gelderland aangifte gedaan van valsheid in geschrifte. Het ging om
schriftelijke bescheiden die voorzien waren van een vervalste
handtekening van de Commissaris van de Koningin.
Tegen de achtergrond van het onderzoek dat daarop is ingesteld speelde
het geïntensiveerde evenementenbeleid van de provincie. Door het
verbinden van de naam van de provincie, als sponsor, aan grote
evenementen wilde de provincie haar naamsbekendheid vergroten. De
uitvoering van dit beleid werd uitbesteed aan verschillende besloten
vennootschappen. Bij een van deze vennootschappen werd een ambtenaar
van de provincie op detacheringbasis te werk gesteld.
Bij de huidige stand van het onderzoek naar de valsheid in geschrifte
komt de verdenking naar voren dat genoemde ambtenaar zich schuldig
heeft gemaakt aan het vervalsen van de handtekening van de Commissaris
van de Koningin. De vervalste handtekeningen zijn geplaatst onder een
aantal borgstellingen van de provincie, ten behoeve van een bank, in
het kader van een door die bank te verstrekken geldlening aan een van
de BV's. Door de provincie was nog geen besluit genomen ten aanzien
van die borgstellingen. Vooruitlopend op dit besluit zijn de
borgstellingen vals ondertekend. Op basis van het onderzoek is de
verdenking gerezen dat de gedeputeerde, verantwoordelijk voor het
evenementenbeleid van de provincie, zich medeschuldig heeft gemaakt
aan het plegen van deze vervalsingen.
Voorts komt bij de huidige stand van het onderzoek de verdenking naar
voren dat door de directeur van één van de BV's giften zijn gedaan aan
eerdergenoemde ambtenaar en aan bovengenoemde gedeputeerde. Anderzijds
is de verdenking ontstaan dat deze giften door laatstgenoemde
ambtenaren daadwerkelijk zijn aangenomen.
Omdat de verdachten de rechter-commissaris kunnen voorstellen het
gerechtelijk vooronderzoek voort te zetten voor nader onderzoek is het
onbekend wanneer de verdachten zich eventueel moeten verantwoorden
voor de rechter.