Verbond van Verzekeraars
Peper op ledenvergadering Verbond: De staat van de staat
Op uitnodiging van het bestuur van het Verbond, hield Bram Peper,
sinds kort hoogleraar Public Management aan de Universiteit Nyenrode,
een inleiding voor de algemene ledenvergadering. Hieronder een
uitgebreide samenvatting van zijn hoorcollege dat hij de titel meegaf:
de staat van de staat.
Het landsbestuur bevindt zich in een crisis, volgens Peper. Er is een
breuk tussen de op individueel niveau ervaren onzekerheid omtrent de
veiligheid, economie, het bestaan, en aan de andere kant het gebrek
aan vermogen tot reductie daarvan door de politieke en bestuurlijke
elite. Aan de hand van drie stellingen onderbouwde Peper zijn
opvatting.
In onze verregaande gehorizontaliseerde samenleving is de organisatie
van het publieke domein problematisch geworden.
Dat komt volgens Peper doordat de overheid in haar organisatie ver is
achtergebleven bij de processen in de samenleving: ze is veel te
centralistisch, veel te bureaucratisch. Bovendien is het hier niet
meer duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. Verantwoordelijkheid
is in het voetspoor van een anoniem geworden macht vergruisd, aldus
Peper.
En niet alleen wordt sturing bij de overheid niet als een urgent
probleem of als competentie ervaren, evenmin wordt de factor tijd in
het publieke domein ervaren als een schaars goed.
Dit alles leidt tot een klimaat waarin politiek en bureaucratie
angstig dicht op elkaar zitten, en waarin het doen van visionaire
uitspraken, het uitzetten van lijnen, het in persoon verantwoording
afleggen over het gevoerde beleid en het mobiliseren van mensen en
organisaties voor het bereiken van maatschappelijke doeleinden, niet
voor de hand liggen.
Het is een fictie te menen dat de overheid en de politiek in de ogen
van de burgers steeds minder belangrijk zijn geworden.
De burgers kunnen zich een dergelijke houding eenvoudigweg niet
permitteren, meent Peper. Want er komen steeds meer wetten en regels,
wat ertoe leidt dat burgers steeds meer burgers van de staat worden in
plaats van staatsburgers. Omdat niet alle regelgeving altijd is te
handhaven, is gedogen noodzakelijk geworden. Maar dat schept weer
onduidelijkheid ten aanzien van waar en wanneer de overheid wel, en
wanneer niet optreedt. Deze ontwikkeling is uitermate gevaarlijk omdat
die burgers zo onverschilliger maakt of zelfs vijanden van de
overheid.
Tegelijkertijd hebben burgers nog steeds hun hoop gevestigd op
diezelfde politiek en overheid vanuit de wens dat de kwaliteit van het
openbaar terrein op peil blijft. Bij de laatste verkiezingen zijn er
meer mensen naar de stembus gegaan dan bij de vorige. De burger
gelooft nog steeds in de overheid en in de politiek. Daar ligt de
verantwoordelijkheid voor een ordelijke gang van zaken in de
samenleving.
Politieke partijen hebben in hun huidige vorm hun langste tijd gehad.
Tussen pakweg 70 en 90 raakten de politieke partijen los van de
traditionele bewegingen waaruit ze zijn voortgekomen, en staan nu op
zichzelf. De politieke elite wordt, nu gekozen via allerlei voor de
buitenwacht ondoorzichtige en ontoegankelijke procedures, een
partij-elite. En zonder de werkelijke legitimatie van het volk, is de
politieke elite van niemand meer, en ontbreekt het haar dus aan
legitimiteit. Daardoor zullen ze de komende jaren zeer onzeker zijn.
Ons parlement is bang van het volk, want ze zijn niet door het volk
gekozen, en dat is dramatisch volgens Peper. Bovendien (zie waartoe
Fortuyn in staat is geweest) kan het ontbreken van ingebouwde
stabilisatoren in het politieke systeem, tot dramatische gevolgen
leiden.
Peper is structureel somber over waar het de komende jaren met ons
land heengaat. Hij vermoedt wel dat de formatiepartijen, willen ze
iets van hun ideologie overeind houden, ruimte zullen geven aan de
verantwoordelijkheid van en in de maatschappij. Dat zou belangrijk
kunnen zijn voor de revitalisering en grotere transparantie van het
maatschappelijk middenveld.
Volgens Peper zal ook de burger meer doorzichtigheid van het
maatschappelijk middenveld willen zien: De burger wil dat hij zijn
boodschap, zijn wensen en klachten kwijt kan en dat ze goed worden
beantwoord. Hij verlangt ook van het maatschappelijk middenveld
maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een en ander geeft verzekeraars
fantastische mogelijkheden. Ze kunnen zeer anticiperend een deel van
de maatschappelijke ruimte die ontstaat door de gebrekkige
legitimiteit van de politiek en door de politieke instabiliteit,
opvullen met eigen creativiteit.
Bondig, juli 2002