Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de Algemene Commissie voor Europese Zaken van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG DIE
Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 11 juli 2002 Auteur M.Th. Crucq
Kenmerk DIE-350/02 Telefoon 070 348 48 76
Blad /2 Fax 070 348 40 86
Bijlage(n) 7 E-mail die-in@minbuza.nl
Betreft Informatievoorziening aan de Tweede Kamer over nieuwe
Commissievoorstellen
C.c.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Fiche 6: Mededeling mobiel communicatiesysteem van de derde generatie
Titel:
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het
Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's: Naar de volledige
uitrol van het mobiele communicatiesysteem van de derde generatie
Datum Raadsdocument: 13 juni 2002
nr. Raadsdocument: 9946/02
nr. Commissiedocument: COM(2002)301 def
Eerstverantwoordelijke ministerie: V&W i.o.m. EZ, BZ, FIN
Behandelingstraject in Brussel:
Het document is op 18 juni jl. door de Commissie gepresenteerd in de
Telecomraad. De Commissie heeft daar niet goed duidelijk gemaakt wat het
verdere traject van dit document is.
Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar): N.v.t.
Korte inhoud en doelstelling van het voorstel:
Tijdens de Europese Raad in Barcelona van 15 en 16 maart jl. is de Europese
Commissie verzocht een analyse op te stellen inzake obstakels bij de
volledige uitrol van de derde generatie (3G) mobiele communicatienetwerken.
Deze analyse kwam aan de orde tijdens de Telecomraad van 18 juni jl. en is
ook besproken tijdens de Europese Raad van Sevilla (21 en 22 juni jl.)
De Commissie heeft in het document geanalyseerd hoe de stand van zaken is
rondom de uitrol van de derde generatie mobiele netwerken (UMTS) en welke
obstakels worden geconstateerd. Meer aandacht moet volgens de Commissie
gegeven worden aan vraagstukken van gezondheid en ruimtelijke ordening omdat
deze de uitrol van netwerken kunnen belemmeren. De Commissie vindt dat er
een gebrek is aan harmonisatie over de voorwaarden van de vergunningen voor
de derde generatie mobiele netwerken (denk aan de veilingen en de beauty
contests), wat in de toekomst belemmerend kan werken op de interne markt.
Zij wil het nieuwe regelgevende kader, voortvloeiend uit de recentelijk
herziene Europese telecomregels, benutten om tot een meer geharmoniseerde
aanpak te komen voor het verlenen van vergunningen en de toekenning van
rechten op het gebruik van radiospectrum. Daarbij benadrukt zij dat de
omgang met de (voorwaarden in de) huidige vergunningen de
verantwoordelijkheid is van de lidstaten.
Rechtsbasis van het voorstel: N.v.t., het betreft een mededeling.
Comitologie: N.v.t.
Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering: positief
Subsidiariteit is positief; optreden in EU-verband is effectiever dan optreden vanuit een enkele lidstaat. Wil Europa haar voorsprong in mobiele communicatie behouden dan heeft zij baat bij de uitrol van 3G.
Nederlandse belangen:
Nederlandse bedrijven zouden meer rechtszekerheid hebben en efficiënter
kunnen deelnemen aan de vergunningverlening voor nieuwe mobiele
communicatienetwerken indien in alle lidstaten de regels daarover
geharmoniseerd zijn. In de praktijk gaat het dan met name om KPN.
Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden
(betrokkenheid IPO/VNG)
Het is voor de korte termijn niet te overzien wat voor gevolgen een
discussie heeft voor de nationale regelgeving of beleid. Het hangt ervan af
wat de uitkomsten van de discussies in Brussel zijn en wat de andere
lidstaten op dit punt wensen.
Rol EP in de besluitvormingsprocedure:
N.v.t.; het betreft een mededeling die het EP tevens ter informatie is
toegegaan.