DIERENBESCHERMING
Dierenbescherming: veetransporten niet langer dan 8 uur
DIERENBESCHERMING: VEETRANSPORTEN
NIET LANGER DAN ACHT UUR
Den Haag, 11 juli 2002 -- De Dierenbescherming reageert verheugd op de
reactie van minister Brinkhorst (LNV) op het vandaag aan hem
gepresenteerde witboek over veetransporten. De minister stelde
vanmorgen te hopen dat zijn opvolger vasthoudt aan de wens van het
demissionaire kabinet om tot een limiet van acht uur te komen voor het
transport van slachtdieren binnen de EU. Brinkhorst bepleitte voorts
een mentaliteitsverandering bij de sector, die verdere excessen
tijdens het vervoer van dieren over lange afstand moet voorkomen. Ook
de Samenwerkende Veetransporteurs (SAVEETRA) binnen Transport en
Logistiek Nederland verklaarden zich vandaag ingenomen met het rapport
van de Dierenbescherming. 'Knoeiers in de sector bezoedelen de goede
naam van de professionele transporteurs', aldus de organisatie in een
persverklaring.
De belangrijkste aanbeveling die de Dierenbescherming doet om het
welzijn van dieren tijdens wegtransport te verbeteren, is een verbod
op transporten van slacht- en mestvee langer dan acht uur. Voor dieren
die wel langer dan 8 uur mogen worden getransporteerd, zoals
fokdieren, moet volgens de Dierenbescherming o.a. meer ruimte per dier
op de vrachtwagen en mechanische ventilatie verplicht worden
gesteld.
Om de controle op de naleving van de welzijnsregels tijdens
transporten te verbeteren stelt de Dierenbescherming o.a. voor om het
gebruik van het Global Positioning System (GPS) op veewagens verplicht
te stellen. De aanbevelingen zijn voor een belangrijk deel gebaseerd
op de bevindingen van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming
(LID). Deze dienst startte in 1992 met het volgen van internationale
veetransporten. Haar meest recente onderzoek werd in juni 2002
afgerond.
Een Belangrijke conclusie van de LID betreft de rol van de Rijksdienst
voor de keuring van Vee en Vlees (RVV). De RVV blijkt bij transporten
die langer dan acht uur duren routeplannen te accepteren voor reizen
waarvan tevoren duidelijk is dat deze langer gaan duren dan opgegeven.
Als dergelijke reizen langer duren dan 24 uur moet een halteplaats
worden aangedaan om de dieren te drenken, te voederen en 24 uur te
laten rusten. In de praktijk gebeurt dit, met name bij dieren bestemd
voor de slacht of om elders verder te mesten, maar zelden. Ook blijkt
het praktisch onmogelijk om te controleren of transporteurs zich
onderweg aan de regels ter bescherming van de dieren hebben
gehouden.
In 1995 kwamen de landbouwministers van de lidstaten van de Europese
Unie een wijziging overeen van de verordening voor de bescherming van
dieren tijdens transport. Het heeft tot 2000 geduurd voordat deze
verordening volledig in werking trad. De LID constateert nu dat de
regels nog steeds stelselmatig worden overtreden en dat dit regelmatig
tot excessen met ernstig dierenleed leidt. Dit geldt helaas ook voor
een deel van de Nederlandse veetransportsector.
De Europese Commissie komt binnenkort met voorstellen om de
welzijnsregels verder aan te scherpen en de controle en handhaving
hiervan te verbeteren. De ministers van landbouw uit de EU-lidstaten
beslissen uiteindelijk over deze voorstellen. De Dierenbescherming
hoopt dat de Nederlandse minister haar aanbevelingen daarbij ter harte
zal nemen. In Nederland begint de Dierenbescherming een campagne om
het publiek op een actieve manier bij de discussie over het
internationale vervoer van vee te betrekken. Zusterorganisaties van de
Dierenbescherming in de andere EU-lidstaten zullen hetzelfde in hun
land doen.