Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVA. 2002/2196
datum
11-07-2002
onderwerp
Kamervragen dumping kadavers
TRC 2002/6026
bijlagen
1
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u mijn antwoorden op de vragen van de leden Rabbinge en Ter Veld (beiden PvdA) met betrekking tot het dumpen van kadavers. Deze vragen heb ik op 27 juni jl. van u mogen ontvangen en zijn bijgevoegd.
datum
11-07-2002
kenmerk
VVA. 2002/2196
bijlage
1
Ja. Aanleiding van de berichten in de media waren de uitspraken van
het Waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap vermoedt dat kadavers
op grote schaal worden gedumpt.
2
Het betreffende waterschap sprak over circa 180 kadavers in 2002
(medio juni).
De kadavers zijn echter niet door het waterschap geregistreerd, noch
gemeld aan de AID. Om meer zicht te krijgen op de totale omvang van
dumping heb ik de AID reeds eerder verzocht de dumping van kadavers
landelijk te monitoren. Over het eerste kwartaal in 2002 zijn bij de
AID meldingen binnengekomen van in totaal 170 gedumpte kadavers, het
overgrote deel betreft schapen. Hierbij dient echter opgemerkt te
worden dat niet alle waterschappen gedumpte kadavers bij de AID
melden.
3
De handhaving van de Destructiewet en het voorkomen van dumping is
krachtig ter hand genomen. Dumping van kadavers heeft al sinds 2000
prioriteit bij de AID. Inmiddels is er bij de waterschappen, maar ook
de Nederlandse gemeenten en de KLPD reeds twee keer per brief op
aangedrongen dumping bij de AID te melden. Na melding van een gedumpt
kadaver, door AID-controleurs, terreinbeherende organisaties of
anderen, stelt de AID een onderzoek in. Indien mogelijk wordt
strafrechtelijk opgetreden. Tevens is vorig jaar een uitgebreid
onderzoek gestart door de AID naar dumping en het voorkomen van
dumping. Dit onderzoek is begin dit jaar afgerond en zal een vervolg
krijgen.
Ten tijde van de behandeling van de Destructiewet waren kostendekkende
tarieven gecalculeerd van circa fl. 80. Aangezien dit mogelijk zou
leiden tot meer dumping is eind vorig jaar een nieuwe
tariefsystematiek, waarbij een differentiatie naar diersoort
plaatsvindt, aan de Tweede Kamer voorgelegd. Ik heb u hierover in mijn
brief van 23 januari jl. met betrekking tot de tariefvoorstellen (VVA
02.220) geïnformeerd. Door toepassing van deze systematiek worden de
tarieven voor diersoorten die veel worden gedumpt (zoals schapen)
relatief lager. Bij kostendekkende tarieven, een situatie die nog niet
is bereikt, zou voor een schaap EUR 18,95 betaald moeten worden. In
het eerste kwartaal van 2002 was dit slechts EUR 11,40. In 2000 en
2001 bedroeg het tarief fl. 23,50 (EUR 10,55)
4
Begin 2001 zijn verschillende alternatieve financieringssystemen
onderzocht. Naast de haalbaarheid op korte termijn, zijn criteria als
uitvoeringslast en draagvlak bij de sector gehanteerd. Een belangrijk
uitgangspunt waar de nieuwe systematiek mijns inziens aan zou moeten
voldoen, het principe de vervuiler betaalt, is ook als criterium
meegenomen. Van de onderzochte systemen is de nu gehanteerde
systematiek gekozen.
5
Nee, ik ben niet van mening dat de wijze van financiering van het
ophalen en verwerken van kadavers ten grondslag ligt aan meer
vervuiling. Het overgrote deel van de gedumpte kadavers betreft
schapen. Zoals reeds bij vraag 3 is aangegeven waren de kosten voor de
destructie van schapen in het eerste kwartaal nauwelijks hoger dan in
2000 en 2001. Ten aanzien van de volksgezondheid heeft recent
onderzoek door de Faculteit van Diergeneeskunde van Universiteit van
Utrecht aangetoond dat de risico's voor de volksgezondheid beperkt
zijn. De risico's van een gedumpt kadaver is kleiner of gelijk te
stellen aan de risico's die uitgaan van het op het land of in het
water brengen van een gelijke hoeveelheid mest. De schade is dus
beperkt.
6
De Tweede Kamer heeft in het algemeen overleg van 6 juni jl.
aangegeven een meer collectief element in de financiering van de
kosten voor het ophalen en verwerken van kadavers opgenomen te willen
zien. Ik blijf van mening dat het uitgangspunt de vervuiler betaalt in
de financiering van de kosten tot uiting moet komen. In overleg met de
Tweede Kamer is besloten de tarieven voor het tweede kwartaal niet te
verhogen en een besluit over een andere financieringssystematiek aan
het volgende kabinet over te laten.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst
datum
kenmerk
bijlage
Vragen
Vragen van de leden Rabbinge en Ter Veld (beiden PvdA) op 27 juni 2002
meegedeeld aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de
staatssecretaris van Landbouw, Natuur en Visserij.
1
Heeft u kennis genomen van berichten in regionale en landelijke
dagbladen dat er op grote schaal sprake is van het dumpen van kadavers
in het oppervlaktewater?
2
Kunt u een indicatie geven van de omvang van deze illegale dumping?
3
Herinnert u zich dat tijdens de openbare behandeling van de
Destructiewet in de Eerste Kamer juist dit probleem naar voren is
gebracht waarbij u beiden stelde zowel de handhaving krachtig ter hand
te willen nemen als de vinger aan de pols te zullen houden ten aanzien
van de tarieven?
4
Waarom bent u de toezegging te zullen nagaan of bijvoorbeeld door het
instellen van een sectorfonds een bredere spreiding van de financiële
risico's mogelijk zou worden gemaakt niet nagekomen?
5
Deelt u de opvatting dat, gezien de toename van de dumping waardoor
zowel het milieu als de volksgezondheid schade wordt toegebracht, de
wijze van financiering van het ophalen van de kadavers ten grondslag
ligt aan dit gedrag?
6
Heeft u inmiddels overwogen te komen tot een andere wijze van
financiering waarbij het adagium 'de vervuiler betaalt' niet leidt tot
meer vervuiling, maar tot bijvoorbeeld betaling vooraf, dan wel tot
een omslagsysteem geldend voor alle relevante partijen, zoals
bijvoorbeeld in Frankrijk van kracht is?
up Reageren
Homepage
---