Productschap Margarine
Fischler: EU-steun koppelen aan kwaliteit
De Europese Commissie heeft 10 juli jl. haar plannen voor de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid aan Raad en Europees Parlement gepresenteerd. Kern van de wijziging is de loskoppeling van de Europese steun van de kwantitatieve agrarische productie en de koppeling ervan aan kwaliteit. In de Mid-Term Review of the Common Agricultural Policy, de tussentijdse evaluatie van Agenda 2000, wordt duidelijk het streven geformuleerd om tot een concurrerende agrarische sector te komen die duurzaam is, het milieu beschermt, het landschap beheert, dierenwelzijn respecteert en qua voeding de kwaliteit (incl. veiligheid) en kwantiteit levert die de consument vraagt. Tegelijk moeten de boeren een redelijk en stabiel inkomen hebben, dienen de landelijke gemeenschappen in stand te worden gehouden en behoren EU en lidstaten beter samen te werken in een systeem dat administratief niet te zwaar is voor de betrokkenen.
Tot de concreet voorgestelde maatregelen behoren een verlaging van de
interventieprijzen voor granen en rundvlees, een vermindering van de
directe betalingen gekoppeld aan kwantiteit en een systeem waarbij
steun per boerderij wordt uitbetaald, los van de omvang van de
productie maar wel afhankelijk van criteria op het gebied van
voedselveiligheid, dierenwelzijn en milieu en landschap. Inkomenssteun
gaat dus meer en meer de plaats innemen van exportsubsidies en
prijssteun.
De verwachting is dat de agrarische productie in de EU-15 licht zal
teruglopen als de voorstellen worden aangenomen. Genoemde Mid-Term
Review is een voorlopig voorstel, in november wil Fischler met
definitieve voorstellen komen en in het voorjaar van 2003 zouden dan
besluiten moeten worden genomen die in 2004 van kracht worden.
Oliezaden
In het rapport wordt ook een beeld geschetst van de situatie op de
Europese oliezadenmarkt. Zo wordt door het Directoraat-Generaal voor
Landbouw gesteld dat de prijzen voor raapzaad en zonnebloempitten gaan
stijgen als gevolg van de groeiende vraag naar plantaardige oliën. Het
EU-oliezadenareaal voor voedingsdoeleinden neemt toe tot
waarschijnlijk zon 4,7 miljoen hectare in 2009/2010 en de
EU-oliezadenproductie tot 13,5 miljoen ton. Door de lage
wereldmarktprijzen voor sojabonen, mede het gevolg van het Amerikaanse
landbouwbeleid, zullen de prijzen voor oliezadenschroot de komende
jaren relatief laag blijven.
De Europese Commissie concludeert al met al dat Agenda 2000 weliswaar
op korte termijn tot een areaalreductie voor oliezaden heeft geleid,
maar dat het effect op middellange termijn meevalt, en wel eens zou
kunnen verdwijnen als de interventieprijzen voor granen verder worden
verlaagd. Wel signaleert de Commissie dat het verbod op diermeel in
diervoeders heeft geleid tot extra import van sojabonen en
sojaschroot. Zij is van mening dat haar huidige voorstellen de
productie van oliehoudende gewassen zal aanmoedigen waardoor de EU een
netto-exporteur van plantaardige oliën zal blijven.
Nonfood-teelt
Thans wordt steun verleend voor nonfood-teelt op braakgelegde gronden.
In de praktijk neemt de teelt van energiegewassen (raapzaad voor
biodiesel) hiervan het leeuwendeel voor zijn rekening. In het nieuwe
systeem voor braaklegging zullen echter lange-termijn
milieu-overwegingen centraal staan, en de Europese Commissie stelt
daarom voor ter bescherming van een sector die bij eventuele invoering
van verplichte aandelen biobrandstof (zie ook artikel op pagina 2)
steeds belangrijker zal worden een zgn. carbon credit in te voeren.
Deze carbon credit zou worden verleend per hectare voor de teelt van
gewassen die een bijdrage leveren aan de vermindering van de uitstoot
van kooldioxide, los van de vraag welk gewas precies wordt geteeld.
Gedacht wordt aan een bedrag van 45 euro per hectare energiegewas met
een gegarandeerd maximaal areaal van 1,5 miljoen hectare. Voorwaarde
is wel dat de teler een contract afsluit met een verwerker. De
Europese Commissie is tevens bereid rekening te houden met historische
nonfood-teelt op braakgelegde gronden en nationale verplichtingen
m.b.t. de reductie van CO2-uitstoot.
De nieuwe regels voor nonfood zullen vijf jaar na invoering worden
geëvalueerd, rekening houdend met de implementatie van de voorstellen
ten aanzien van biobrandstoffen.
Volledige tekst
Voor de volledige (Engelse) tekst van de Mid-Term Review klik hier
.