European Commission
IP/02/1039
Brussel, 11 juli 2002
De Commissie bepleit een grotere financiële participatie van
werknemers in bedrijven
De Europese Commissie heeft de regeringen opgeroepen om door middel
van aandelen- en optieregelingen of winstdeling de mogelijkheden tot
financiële participatie van werknemers in bedrijven te verbeteren. Dit
is de eerste keer dat de Commissie benchmarking en de publicatie van
de beste benaderingen op dit terrein heeft voorgesteld; financiële
participatie is in sommige lidstaten al ver ontwikkeld en in andere
nog maar ternauwernood van de grond gekomen. Dit initiatief heeft tot
doel om het bedrijven gemakkelijker te maken om regelingen voor
financiële participatie aan te bieden en zo profijt te trekken van een
grotere inzet van de werknemers voor het bedrijf; tevens ontvangen
individuele werknemers een deel van de daaruit voortvloeiende groei
van de productiviteit. In de mededeling van de Commissie worden de
algemene uitgangspunten geformuleerd die aan de regelingen in de
lidstaten ten grondslag liggen, met inbegrip van de risico's met het
oog op de recente omvangrijke fiasco's van dergelijke regelingen (bv.
Enron). Er is een deskundigengroep op hoog niveau in het leven
geroepen om de obstakels voor geheel Europa omvattende regelingen voor
financiële participatie te bestuderen en aanbevelingen te doen. De
Commissie zal optimale regelingen in kaart brengen en benchmarking
toepassen om een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van
financiële participatie in de gehele EU.
Anna Diamantopoulou, het voor werkgelegenheid en sociale zaken
verantwoordelijke lid van de Commissie, merkt in dit verband op: "Wij
moeten naar een nieuw bedrijfsmodel. Regelingen voor financiële
participatie voor werknemers aandelen, opties of winstdeling kunnen
hierbij een rol spelen. Financiële participatie moet niet beperkt
blijven tot de directiekamer, maar moet voor alle werknemers
bereikbaar zijn. Als de spelregels glashelder, eerlijk en betrouwbaar
zijn, kan er een win-winsituatie ontstaan voor bedrijven en werknemers
door de betrokkenheid van de werknemers bij het bedrijf te bevorderen
en de productiviteit te vergroten, terwijl de personeelsleden
tegelijkertijd een aandeel in de winst wordt geboden."
Drieledige aanpak
In de mededeling van de Commissie worden drie aspecten van de
financiële participatie behandeld:
* De algemene uitgangspunten waarop het beleid van de lidstaten
berust, worden in kaart gebracht. Ook wordt ingegaan op de
eventuele, aan regelingen voor financiële participatie verbonden
risico's. Uit recente faillissementen van een aantal ondernemingen
met aandelenregelingen voor de werknemers, zoals ENRON, is
gebleken dat deze risico's grondig moeten worden onderzocht. Dit
geldt met name voor regelingen die deel uitmaken van
pensioenregelingen die moeten voldoen aan de belangrijkste
beginselen op het punt van risicospreiding en transparantie.
* Er wordt een werkgroep van deskundigen op hoog niveau ingesteld
die tot taak heeft om een einde te maken aan de huidige
transnationale belemmeringen voor de invoering van voor geheel
Europa bestemde regelingen voor financiële participatie voor
bedrijven met verscheidene vestigingen in Europa. Deze
belemmeringen houden verband met uiteenlopende belasting- en
socialezekerheidsstelsels, verschillende administratieve
procedures en cultuurverschillen. De werkgroep zal aanbevelingen
formuleren.
* Er worden een reeks EU-maatregelen in aangekondigd, zoals beste
benaderingen en benchmarking, die gericht zijn op een beter
wederzijds begrip van het beleid en de stelsels van de lidstaten.
In alle lidstaten zullen nationale conferenties worden gehouden en
de Commissie zal bijdragen tot de oprichting van een netwerk van
nationale organisaties.
Achtergrond
De term "financiële participatie" houdt in dat er regelingen worden
gehanteerd die bedoeld zijn om de werknemers van een bedrijf
rechtstreeks, via winstdeling of indirect, in de vorm van
mede-eigenaarschap te laten delen in de winst en/of
bedrijfsresultaten.
Het al dan niet toepassen van zulke regelingen is voornamelijk een
kwestie van sociaal beleid, aangezien de werknemers zo meer betrokken
worden bij de dagelijkse gang van zaken van het bedrijf. Dit beleid is
echter ook van belang voor andere EU-initiatieven, zoals de oproep van
de Commissie om werkelijk Europese markten voor risicokapitaal tot
stand te brengen. In dit verband kunnen regelingen voor financiële
participatie ook een belangrijke rol spelen bij de stimulering van de
groei van nieuwe, dynamische ondernemingen door individuele werknemers
in staat te stellen te participeren in het kapitaal van startende
bedrijven of te participeren in innovatieve ondernemingsactiviteiten.
In aansluiting op haar eerdere initiatieven op dit gebied verklaarde
de Commissie in haar Agenda voor het sociaal beleid van juni 2000 dat
er een mededeling betreffende de bevordering van regelingen voor
financiële participatie en een actieplan dienden te worden opgesteld.
In 1991 bracht de Commissie een rapport uit over de "Bevordering van
werknemersparticipatie in bedrijfswinsten en -resultaten", dat
bekendstaat als het Pepper I -rapport. In 1992 keurde de Raad een
aanbeveling goed waarin de lidstaten verzocht wordt om zich open te
stellen voor de voordelen die aan het gebruik van deze regelingen
kunnen zijn verbonden.
In 1997 werd in het rapport Pepper II een overzicht gegeven van de
wijze waarop de lidstaten de financiële participatie van de werknemers
hadden bevorderd en vastgesteld dat er in het algemeen weinig
verandering was gekomen in de aanpak van de lidstaten van deze
regelingen, aangezien de helft van de nationale regelingen weinig of
geen ondersteuning van overheidszijde had ontvangen. Vervolgens nam
het Europees Parlement een resolutie aan waarin de lidstaten, de
sociale partners en de Commissie in het bijzonder werd verzocht om de
uitwisseling van informatie en beste benaderingen op transnationaal
niveau te bevorderen en het effect van regelingen voor financiële
participatie op werkgelegenheid en loonflexibiliteit te onderzoeken.