Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

MinBZK.nl

Tijdgebrek oorzaak vertrek raadsleden

9 juli 2002

Gebrek aan tijd is een van de belangrijkste motieven voor gemeenteraadsleden om te stoppen met het raadswerk. Met name de combinatie van het raadswerk met baan en zorgtaken thuis wordt door mannen zowel als vrouwen als problematisch ervaren. Dat blijkt uit het rapport Afscheid van de raad dat minister De Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

---

Tijdgebrek is een belangrijke reden te stoppen als gemeenteraadslid. Dat geldt voor 22% van de mannelijke raadsleden en voor 31% van de vrouwelijke raadsleden. Doordat het raadslidmaatschap een nevenfunctie is, ervaart men in de combinatie met andere bezigheden als betaalde arbeid of gezin een knelpunt. De combinatie van een betaalde baan en het raadslidmaatschap ervaren mannen en vrouwen in gelijke mate als probleem (11% ). Wel geven vrouwelijke raadsleden meer aan de combinatie met zorgtaken als knelpunt te ervaren: 14% van de vrouwen tegenover 8% van de mannen. Een derde van de ex-raadsleden is van mening dat er niet efficiënt gewerkt wordt in de gemeenteraad. Men ervaart het raadslidmaatschap in meerderheid als een waardevolle ervaring.

Eén op de vier raadsleden (25%) keert na verkiezingen niet terug in de raad. De helft daarvan heeft te kennen gegeven één periode genoeg te vinden en heeft zich niet kandidaat gesteld. 25% is op eigen verzoek op een niet verkiesbare plaats gezet en een kleine 4% werd tegen hun zin op een onverkiesbare plaats gezet. Zon 17% kwam door zetelverlies niet meer terug in de raad. Eén op de acht raadsleden (12%) is in de periode 1998-2001 voortijdig afgetreden.

Het aandeel vrouwen in de lokale politiek ligt al jaren rond de 20%. Het stabiele aandeel vrouwelijke politici wordt verklaard uit het zogenaamde draaideureffect. Er komen wel vrouwen bij, maar zij vertrekken ook weer relatief snel, hetzij tussentijds, hetzij na één periode als raadslid.

Uit het onderzoek is ook gebleken dat relatief meer allochtone raadsleden tussentijds opstappen en korter in de raad zitten. Wat uitstroommotieven betreft verschillen allochtone en autochtone ex-raadsleden niet veel van elkaar.

Eenzelfde onderzoek is gedaan naar de uitstroommotieven van statenleden. De conclusies van dit onderzoek zijn grotendeels identiek.

---