Ministerie van Justitie
Doping en handel; onderzoek naar aard en omvang van dopinghandel en
ontwikkeling van indicatoren
dr. F. Oldersma, drs. J. Snippe en drs. B. Bieleman
Groningen/Rotterdam, Bureau Intraval, 2002
Bestelling: tel. 050 3134052
Kenmerk: EWB/01.090
Samenvatting
In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
van het ministerie van Justitie heeft onderzoeks- en adviesbureau
Intraval onderzoek gedaan naar de handel in dopinggeduide middelen.
Het doel van het onderzoek is inzicht te geven in hetgeen momenteel
bekend is over de aard en de omvang van de illegale handel in
dopingmiddelen in de Nederlandse sport (quick scan). Daarnaast is
nagegaan met welke indicatoren de effecten van de wetswijziging met
betrekking tot illegale dopinghandel kunnen worden geëvalueerd. Voor
het onderzoek zijn 61 gesprekken gevoerd met sleutelinformanten en
deskundigen van diverse instanties.
In het rapport wordt eerst ingegaan op de aard en omvang van de
dopinghandel. Anabole androgene steroïden worden het meest verhandeld.
Volgens de respondenten bestaat de dopinghandel voornamelijk uit
handel in vervalste en ongeregistreerde middelen. Er zijn geen grote
veranderingen ten opzichte van 1998, toen een eerste onderzoeksrapport
over dopinghandel in Nederland verscheen. Wel wordt meer
geëxperimenteerd met polygebruik, hogere doseringen en nieuwe
"high-tech" middelen, en is het gebruik van precursoren momenteel zeer
populair.Op basis van de gesprekken kan geen duidelijk beeld worden
gegeven van de omvang van de handel. Gebleken is dat bij de
(opsporings-)instanties weinig kennis van dopingmiddelen bestaat en
gebrekkige registraties plaatsvinden. Geen van de respondenten
beschikt over een compleet overzicht. De handel lijkt zich vooral af
te spelen in sportscholen en fitnesscentra. Internet speelt nog
nauwelijks een rol, hoewel de handel via internet wel toeneemt.
Vervolgens worden in het rapport de indicatoren benoemd waaraan de
ontwikkelingen in de dopinghandel en de gevolgen van de wetswijziging
van 2001 gemeten kunnen worden. Ook zijn gegevensbronnen
geïnventariseerd. Op dit moment is de informatie uit beschikbare
bronnen fragmentarisch en onvoldoende valide om zicht te krijgen op
deze indicatoren. Meer systematisch aanvullend onderzoek, bestaande
uit dossieranalyse en bevraging bij arrondissementen en gebruikers, is
nodig.
Tenslotte worden de belangrijkste bevindingen gepresenteerd en de
mogelijke indicatoren besproken. Het onderzoek is een quick scan van
een terrein waarop nog veel onduidelijkheden bestaan en waarop nog
niet veel systematisch onderzoek is gedaan. Het blijk niet mogelijk te
zijn uitspraken over de aard en omvang te doen op basis van
systematische registraties of goed onderbouwde schattingen. Adequate
registraties zijn niet voorhanden en voor een inschatting van de
omvang van de handel ontbreekt veelal de kennis. Uit het onderzoek
blijkt dat goede indicatoren momenteel vrijwel ontbreken, terwijl de
betrouwbaarheid, validiteit en volledigheid van potentiële indicatoren
beperkt is. Vanwege de beperkte omvang en kwaliteit van de
geregistreerde gegevens wordt aanbevolen meer gebruik te maken van
beschikbare kwalitatieve informatie uit dossiers en interviews met
betrokkenen om meer inzicht te krijgen in de dopinghandel.
WODC- informatiedesk / e-mail: wodc-informatiedesk@minjus.nl
Redacteur: Hans van Netburg
Laatst gewijzigd: 09-07-2002