Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2002/2138
datum
08-07-2002

onderwerp
LNV-beleid inzake ondersteuning initiatieven alternatieve verwerkingsmethoden van slachtafval
TRC 2002/5948

bijlagen

Geachte Voorzitter,

In het algemeen overleg over de financiële verantwoording van LNV d.d. 18 juni jl. heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over het LNV-beleid inzake de ondersteuning van de ontwikkeling van alternatieve verwerkingsmethoden van slachtafvallen en de financiering van deze ondersteuning. Dit naar aanleiding van vragen van de leden Atsma en Van der Vlies.

Zoals ik eerder in overleggen met de Tweede Kamer heb aangegeven, vind ik het van groot belang dat er alternatieve verwerkingsmethoden van slachtafvallen en diermeel worden ontwikkeld. Daar waar vanuit bedrijfsleven kansrijke voorstellen komen die ondersteuning behoeven, ben ik bereid financiële middelen beschikbaar te stellen. Mijn beleid in deze is dus niet veranderd.

datum
08-07-2002

kenmerk
VVA. 2002/2138

bijlage

Bij de Najaarsnota 2001 is door het kabinet een ombuiging op de LNV-begroting gerealiseerd. Hierdoor is het budget voor onderzoek aanzienlijk verkleind. Ter toelichting hierop het volgende. In de oorspronkelijk raming van de BSE-gelden van fl 350 mln is rekening gehouden met fl 50 mln budget voor onderzoek naar alternatieve verwerkingsmethoden. Bij de Najaarsnota 2001 was sprake van een algemene bugettaire problematiek op de rijksbegroting en daarom is het totaalbudget van fl 350 mln (EUR 159 mln) verlaagd met fl 112 mln (EUR 51 mln). Daarmee is het budget voor onderzoek van fl 50 mln (EUR 22,7 mln) komen te vervallen. Daarnaast heb ik toegezegd maximaal fl 60 mln (EUR 27,2) binnen de LNV-begroting vrij te maken voor aanvullende maatregelen (bijdrage BSE-testen en kadaverregeling).

In mijn brief aan de Tweede Kamer van november jl. heb ik u geïnformeerd over de ombuiging op de BSE-gelden en de aanvullende maatregelen (VVA 01.4255GM).

Ter ondersteuning van de ontwikkeling van alternatieve verwerkingsmethoden zal ik binnen mijn begroting een bedrag vrijmaken van enkele miljoenen euro's. Ter indicatie heb ik in het algemene overleg over destructie van 6 juni jl. een bedrag van maximaal EUR 6 mln genoemd.

Met deze middelen wil ik alternatieven stimuleren die de verwerking van LRM-slachtafvallen op slachterijniveau op korte termijn (binnen 3 jaar) mogelijk maken. Eén alternatieve methode per subsector (varkens, pluimvee en runderen) volstaat hiertoe mijns inziens. Momenteel wordt gewerkt aan een stimuleringsprogramma en de voorbereiding van een EU-aanbesteding, op basis waarvan drie praktijkproeven kunnen worden gefinancierd. Dit is reeds in april jl. met de sector besproken.

Naast deze alternatieven voor verbranding, is onderzoek naar en ontwikkeling van alternatieve aanwendingsvormen gewenst. Dit spoor zal met name gericht zijn op een andere benutting van slachtafvallen en diermeel en zal naar verwachting pas op de langere termijn concrete resultaten opleveren. Uitgangspunt is dat het moet gaan om innovatieve projecten die een gezond economisch perspectief hebben. Ook zullen milieu-technische eisen gesteld worden. Over de nadere invulling van dit spoor wordt binnenkort overleg gestart met relevante partijen, waaronder de sector.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst


---