Ministerie van Justitie
Aandacht voor handhaving bij gemeenten neemt toe
8 juli 2002
De aandacht voor handhaving van regels in gemeenten is de afgelopen
jaren sterk gestegen. Daar staat tegenover dat de betrokkenheid van
gemeentebesturen zich nog niet in voldoende mate heeft vertaald in
bijstelling van prioriteiten en beleid. Ook lijkt er een
handhavingstekort te zijn. Slechts een beperkt aantal gemeenten werkt
aan een zogeheten handhavingsprogramma dat een overzicht biedt van
alle geïntegreerde activiteiten op het gebied van handhaving. Er is,
behalve
voor de brandweer, geen algemeen erkende beroepsstandaard voor de
handhaving. Een en ander blijkt uit het verkennende onderzoek 'Analyse
verlening en handhaving vergunningen in 12 casusgemeenten', dat
momenteel in opdracht van het ministerie van Justitie wordt
uitgevoerd. Minister Korthals heeft vandaag mede namens minister De
Vries van BZK een tussenrapportage met betrekking tot dit onderzoek
naar de Tweede Kamer gestuurd.
Veiligheid
Doel van het onderzoek is na te gaan hoe gemeenten er voor staan met
de handhaving van regels op het terrein van veiligheid. Daarbij is
gekeken naar brandpreventie, bouw-en woningtoezicht en milieu. Het
beeld dat uit het onderzoek naar voren komt, lijkt het vermoeden van
tekorten in de handhaving te bevestigen. Het onderzoek geeft een
eerste beeld van de handhavingspraktijk in 'modale Nederlandse
gemeenten'. Uit het onderzoek wordt ook duidelijk dat er in de 12
gemeenten bij bouw-en woningtoezicht en brandpreventie nauwelijks een
scheiding is aangebracht tussen de functie van vergunningverlening en
toezicht. Op het gebied van milieu is dit wel gebeurd.
Kennis
Kort na de rampen in Enschede en Volendam is gesproken over een
handhavingstekort bij verschillende overheden zoals provincies en
gemeenten. Dit gebeurde zonder voldoende kennis van de manier waarop
deze overheden de handhaving hebben geregeld. Niet bekend was welke
middelen een doorsnee gemeente gebruikt bij de handhaving van regels,
hoe de organisatie is en welke prestaties zijn behaald. Daardoor is
niet goed vast te stellen wat nodig zou zijn aan middelen en
organisatie als gemeenten en provincies de situatie willen verbeteren.
Bovendien is het lastig om onderling een vergelijking te maken, en te
beoordelen of gemeenten en provincies op de juiste weg zijn. Ook is
het van belang om te bepalen of de gevolgde methodiek in het onderzoek
zich zou kunnen ontwikkelen tot een periodieke, landelijke monitor:
'staat van de handhaving'.
Vervolg
Het onderzoek waarvan nu een tussenrapportage is gepubliceerd, krijgt
nog een vervolg. In deze tweede fase worden bestuurlijk relevante
criteria ontwikkeld op grond waarvan de staat van de handhaving van
verschillende overheden kan worden beoordeeld en bestuurd. Het is de
verwachting dat dan ook de mogelijke oorzaken van tekorten in
capaciteit bij vergunningverlening en handhaving bij overheden kunnen
worden verklaard, alsmede de verschillen in prestatie op terreinen als
veiligheid tussen kleine en grote gemeenten. Het eindrapport is in
november klaar.