Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht 02/089
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
04 juli 2002
Nr. 02/089
Vrouwen verdienen 7 procent minder dan mannen voor zelfde werk
Vrouwen ontvingen in het jaar 2000 voor hetzelfde werk gemiddeld zeven
procent minder salaris dan mannen. Dit verschil was even groot als in
1998. Vrouwen ontvingen in 2000 wel ongeveer evenveel variabele
beloning, zoals bonussen, winstdeling en opties, als mannen. Het
beloningsverschil tussen autochtonen en allochtonen bedroeg in 2000
drie procent, evenveel als in 1998. Er is wel veel aandacht geweest en
ook veel beleid ontwikkeld op het terrein van gelijke beloning, maar
dat heeft zich nog niet vertaald in het afnemen van de verschillen. Er
is dan ook alle reden om het onderwerp op de politieke agenda te
houden.
Dit staat in de Tweede Voortgangsbrief gelijke beloning en het rapport
Gelijke monniken (m/v), gelijke kappen. Staatssecretaris Verstand van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de voortgangsbrief en het
rapport naar de Tweede Kamer gestuurd.
De voortgangsbrief, die onder meer is gebaseerd op cijfers van de
Arbeidsinspectie, is een vervolg op het Plan van aanpak gelijke
beloning uit 2000. In dit plan staat dat het beloningsverschil tussen
mannen en vrouwen en tussen allochtonen en autochtonen nog steeds
groot is. Een belangrijk deel van die beloningsverschillen wordt
verklaard door verschillen in onder andere opleiding, functieniveau,
ervaring en leeftijd. Zo werken mannen vaker in hogere functies.
Uit de cijfers van de Arbeidsinspectie over het jaar 2000 blijkt dat
er na correctie voor deze functie- en persoonskenmerken, een
beloningsverschil van zeven procent bestaat ten nadele van vrouwen.
Dit is even groot als in 1998. Bij de overheid is het
beloningsverschil tussen mannen en vrouwen gedaald van vier procent in
1998 naar drie procent in 2000.
Bij variabele of flexibele beloning ligt dit anders. Uit het rapport
Gelijke monniken (m/v), gelijke kappen blijkt dat vrouwen ongeveer
evenveel in aanmerking komen voor variabele beloning als mannen.
Vrouwen werken wel vaker in functies waar variabele beloning geen
onderdeel is van het loon, zoals in ondersteunende diensten en lagere
functieniveaus.
Staatssecretaris Verstand schrijft in de voortgangsbrief dat de
sociale partners en het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid een handleiding hebben ontwikkeld waarmee
functiewaarderingssystemen kunnen worden getoetst op
sekseneutraliteit. Voorts hebben de sociale partners de Checklist
gelijke beloning ontwikkeld om beloningssystemen te beoordelen op
gelijke beloning. Deze checklist is inmiddels wijd verspreid onder
werkgevers. Deze twee instrumenten zijn gestart na 2000 en hebben dus
geen invloed gehad op de cijfers van de Arbeidsinspectie. Om
gelijkheid verder te stimuleren, gaat het ministerie dit najaar
voorlichting geven aan ondernemingsraden over gelijke beloning.
Overigens kan uit de cijfers van de Arbeidsinspectie niet de conclusie
worden getrokken dat sprake is van ongerechtvaardigde
beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen, allochtonen en
autochtonen en tussen voltijders en deeltijders. Dit kan alleen worden
onderzocht door een vergelijking te maken van beloningen op
individueel niveau. De eerste resultaten van een dergelijk onderzoek
worden dit najaar verwacht.
---
De volgende Officiële publicatie(s) zijn gerelateerd aan
bovenstaande persbericht:
PDF publicatie Aanbiedingsbrief van staatssecretaris Verstand bij
Tweede Voortgangsbrief gelijke beloning
PDF publicatie Bijlage 1: Tweede Voortgangsbrief gelijke beloning
PDF publicatie Bijlage 2: Onderzoeksrapport Gelijke monniken m/v
gelijke kappen