EIM

Persbericht

Hoe gaan MKB-ondernemingen om met verplichtingen van de overheid?

04-07-02

nummer: 2155

Aanleiding voor het onderzoek vormden de actuele discussies rondom veiligheid van burgers (denk bijvoorbeeld aan de rampen in Enschede en Volendam), de wijze van handhaving en het gedoogbeleid van de laatste jaren. Een korte inventarisatie naar nalevingsgedrag onder MKB-ondernemers maakte deel uit van het onderzoek. Aan het MKB-Beleidspanel, waarvoor zo'n 1.200 MKB-ondernemers driemaal per jaar telefonisch vragen beantwoorden, zijn in maart 2002 enkele vragen gesteld rondom wetgeving, en de belemmeringen die ondernemers daarvan ondervinden. De resultaten van deze inventarisatie worden hier besproken.

De meeste ondernemers kennen de wet

Willen ondernemers zich aan de wet kunnen houden, dan zullen zij op de hoogte moeten zijn van deze wetgeving en van de implicaties die deze heeft voor de onderneming. Daarom is ten eerste aan de ondernemers uit het panel gevraagd in hoeverre zij op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving die relevant is voor hun bedrijf.

Een ruime meerderheid van de ondervraagde ondernemers geeft aan redelijk tot goed op de hoogte te zijn (zie figuur 1). Bijna tweederde van de MKB-ondernemers geeft aan redelijk op de hoogte te zijn (let wel: naar eigen zeggen). Ongeveer één op de vijf ondernemers is een beetje op de hoogte van wetten en regels. Ten slotte is er nog een kleine groep volledig op de hoogte, en een kleine groep niet of nauwelijks op de hoogte (respectievelijk 7 en 8%). Hierbij moet worden opgemerkt, dat wanneer een ondernemer zich er niet van bewust zou zijn dat een bepaalde wet betrekking heeft op de onderneming, hij/zij zich ook niet zal realiseren niet goed op de hoogte te zijn. Hierdoor zou het aantal ondernemers dat redelijk tot goed op de hoogte is in werkelijkheid lager kunnen zijn.

figuur 1 Kennis van relevante wetgeving

Bron: MKB-Beleidspanel, EIM, maart 2002.

MKB-ondernemers ervaren belemmeringen bij het naleven van regels

Vervolgens is de ondernemers gevraagd of zij belemmeringen ondervinden bij het naleven van bepaalde wet- en regelgeving. Dit is gedaan door zes redenen te noemen, waarop de ondernemer moest antwoorden of deze inderdaad de naleving bemoeilijken of niet.

De factor tijd wordt het vaakst genoemd als reden die het naleven van wetten en regels bemoeilijkt; 80% van de ondernemers geeft aan dat dit meespeelt. Iets minder dan 80% beaamt dat het niet eens zijn met wetten of regels meespeelt, en hetzelfde geldt voor de ingewikkeldheid van wetten en regels. Deze redenen worden vaak genoemd, vaker dan bijvoorbeeld de financiële consequenties van naleving.

In figuur 2 staan de redenen in rangorde opgesomd. Er is een zeer klein aantal ondernemers dat aangeeft geen van de genoemde belemmeringen te ervaren, namelijk 19 ondernemers (2%).

figuur 2 Belemmeringen in naleving

Bron: MKB-Beleidspanel, EIM, maart 2002.

Het aantal belemmeringen dat ondernemers ervaren is vervolgens opgeteld, dat wil zeggen: de scores op deze onderdelen (de redenen uit figuur 2). Dit resultaat is in figuur 3 weergegeven.

Een kwart van de ondervraagden heeft bij alle zes redenen (tijd, geld, kennis, ingewikkeldheid, instemming, tegenstrijdigheid) aangegeven dat deze inderdaad de naleving bemoeilijken, en driekwart noemt vier of meer redenen. Dit duidt erop dat veel ondernemers enige moeite ondervinden bij het naleven van wetten en regels.

figuur 3 Totaal aantal belemmeringen dat ondernemers noemen


* N=1174

Bron: MKB-Beleidspanel, EIM, maart 2002.

Naleving van de wet

Ten slotte is aan de paneldeelnemers gevraagd of zij altijd de wet- en regelgeving kunnen naleven. Meer dan de helft van de ondernemers (53%) zegt dit niet altijd te kunnen. Iets minder dan de helft zegt dit wel te kunnen (46%).

Tot slot

Uit deze inventarisatie blijkt dat de MKB-ondernemer in het algemeen vrij goed op de hoogte is van de wet. Bij het voldoen aan de verplichtingen lopen ondernemers tegen verschillende problemen aan.

Zeer veel ondernemers noemen tijd als reden die naleving bemoeilijkt. Dit hangt waarschijnlijk samen met de ingewikkeldheid van wetten en regels, een reden die net iets minder vaak genoemd is.

Naast ingewikkeldheid is het niet eens zijn met wetgeving ook een belemmering om de wet na te leven.

In de (organisatie)criminologie wordt ervan uitgegaan dat nalevingsgedrag ontstaat wanneer een organisatie (of andere actor) hiertoe een motief heeft (dus de wet wil naleven) en hiertoe in de gelegenheid is (dus de wet kan naleven). Mutatis mutandis geldt dit ook voor overtredingsgedrag. Het feit dat de ondervraagde ondernemers 'het niet eens zijn met de wet' zeer vaak als probleem noemen, onderschrijft dit.

Veel ondernemers geven aan dat naleving (om diverse redenen) problematisch kan zijn. Het is echter niet bekend of dit voor een klein of juist groot deel van de wetgeving geldt. Ondernemers ervaren blijkbaar veel belemmeringen, maar dit sluit niet uit dat er ook veel wetgeving kan zijn die ondernemers zonder probleem kunnen naleven. Er valt dus nog niet veel te zeggen over een soort 'totale belasting' die wetgeving op de ondernemer legt (of hoe ondernemers dit ervaren).

Ook is gebleken dat ruim de helft van de ondernemers niet altijd de wet kan naleven. Dit betekent niet automatisch dat een even zo groot aantal de wet overtreedt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een ondernemer in het verleden een keer een wet of regel heeft overtreden, en dus 'ja' antwoordt, of dat een ondernemer heeft afgezien van bepaalde handelingen (bijvoorbeeld uitbreiding van het bedrijf) omdat hij/zij inzag dat als gevolg hiervan bepaalde regels overtreden zouden worden. Er is niet gevraagd voor welke wetgeving dit met name geldt.

Deze inventarisatie biedt een eerste indruk van nalevingsgedrag van MKB-ondernemers. Verder onderzoek is wenselijk. Momenteel wordt een literatuurstudie verricht naar de factoren die van invloed zijn op het nalevingsgedrag van MKB-ondernemers. De resultaten daarvan zullen in een zgn. Scales Paper worden gepubliceerd.
Inlichtingen kunt u verkrijgen bij: 079 341 36 34