Vlaamse overheid

PERSMEDEDELING VAN HET KABINET VAN MINISTER MIEKE VOGELS VLAAMS

MINISTER VAN WELZIJN, GEZONDHEID, GELIJKE KANSEN en ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 4 juli 2002

Preventiedecreet principieel goedgekeurd

De Vlaamse regering heeft op voorstel van Vlaams gezondheidsminister Mieke Vogels het preventiedecreet principieel goedgekeurd. Het is een raamdecreet dat de verschillende initiatieven in de preventieve gezondheidszorg beter op elkaar doet afstemmen.

Preventieve gezondheidszorg is sinds 1980 een Vlaamse bevoegdheid.

Sindsdien heeft de Vlaamse Gemeenschap wel enkele losstaande decretale initiatieven binnen de context van het preventief gezondheidsbeleid ontwikkeld, zoals het decreet van 5 april 1995 betreffende de 'profylaxe' (voorkoming) van besmettelijke ziekten dat de uitbreiding van infectieziekten wil tegengaan en het decreet van 6 juli 2001 houdende de primaire preventie van schadelijke effecten bij de mens, veroorzaakt door biologische agentia dat de uitbraak van infectieziekten door ziektekiemen wil voorkomen.

Daarnaast werden enkele belangrijke besluiten van de Vlaamse regering aangaande preventieve
gezondheidsmateries genomen, in het bijzonder inzake gezondheidspromotie en borstkankeropsporing, maar zonder decretale onderbouw.

Door het invoeren van een nieuw kaderdecreet kan de duidelijkheid en de transparantie, maar ook de interne consistentie van de beleidsvisie en van de daaruit voortvloeiende regelgeving verhoogd worden.

Het is immers de bedoeling dat dit ene kaderdecreet de, twee bovenvermelde, reeds bestaande decreten opslorpt, evenals de basisstructuur van bestaande besluiten van de Vlaamse regering inzake gezondheidspromotie en borstkankeropsporing, en aan het Vlaams parlement en de bevolking een samenhangend decreet kan worden voorgesteld.

Op deze manier kan een bijdrage geleverd worden aan de doelstelling van de Vlaamse regering om een vereenvoudiging van de regelgeving door te voeren.

Het Vlaams parlement is in het verleden ook vragende partij geweest om een decretale basis voor het Vlaams overheidsoptreden inzake het preventief gezondheidsbeleid gestalte te geven.

Door gebruik te maken van een internationaal gekend referentiekader wil dit kaderdecreet ook het terrein van het preventief gezondheidsbeleid waarbinnen de Vlaamse Gemeenschap beleidsinitiatieven kan of moet ontwikkelen op langere termijn volledig in kaart brengen.

Deze ambitie naar volledigheid en overzichtelijkheid brengt met zich mee dat de formulering in een aantal artikelen voorziet in de mogelijkheid om initiatieven of maatregelen te nemen zonder daarbij altijd affirmatief te zijn. Dit kaderdecreet zal immers moeten vertaald worden in verschillende uitvoeringsbesluiten. Dat proces zal een aanzienlijke tijdsinvestering vergen en de duur van één regeringstermijn ruimschoots overstijgen. In dit kaderdecreet wordt ook een poging ondernomen om de rolverdeling binnen de preventieve gezondheidszorg te regelen en uit te klaren. Een aanzienlijk aantal verantwoordelijkheden die te maken hebben met het preventief gezondheidsbeleid situeren zich echter buiten het domein van de klassieke gezondheidszorg. Om te trachten deze onmisbare partners te betrekken in de regelgeving en de uitvoering van dit beleid wordt de notie 'facettenbeleid' ingevoerd. (inclusief beleid).

De 'tertiaire preventie' wordt doelbewust niet geregeld door dit decreet omdat deze vooral betrekking heeft op de curatieve gezondheidszorg, welke een federale bevoegdheid is.

De bedrijfsgezondheidszorg wordt ook in dit decreet niet geregeld. Nochtans is dit een belangrijk facet van het preventief gezondheidsbeleid. Gezien de complexiteit zal dit het onderwerp uitmaken van een afzonderlijk decreet dat momenteel wordt voorbereid.

De instrumenten voor dit decreet zijn onder meer: De Gezondheidsconferentie bestaande uit een breed veld van deskundigen en betrokkenen. Bepaalt de grote thema's en bereidt de gezondheidsdoelstellingen voor. Deze laatste worden via de regering voorgelegd aan het parlement. Deze 'conferenties' en werkgroepen moeten een dynamisch beleid mogelijk maken met input van voldoende deskundigheid.
Gezondheidsdoelstellingen die wetenschappelijk onderbouwd zijn, worden ontwikkeld door en worden gevalideerd door regering en parlement.
Partnerorganisaties: worden erkend en eventueel gesubsidieerd (in het kader van een duurzaam samenwerkingsverband met een beheersovereenkomst (convenant)) omwille van hun inhoudelijke deskundigheid en/of het aanleveren van epidemiologische gegevens Logo's (Locoregionaal gezondheidsoverleg en organisatie): preventienetwerken, in de toekomst afgestemd op de zorgregio-indeling, die werken rond de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen en andere Vlaamse preventieopdrachten en die daarenboven eigen initiatieven m.b.t. het locale gezondheidsbeleid kunnen nemen. Programmatisch bevolkingsonderzoek: dit kan in opdracht van of mits toestemming van de Vlaamse overheid.

info : Sylvie Fabré, woordvoerster van
minister Vogels - tel. (02) 553 24 11
e-mail: persdienst.vogels@vlaanderen.be
www.miekevogels.be