Praktijkonderzoek Veehouderij
Plateau voor vleesvarkens
PraktijkRapport 6
Auteurs: I. Vermeij, A.I.J. Hoofs, J. Enting, H. Hopster
(ID-Lelystad), E.W. Ruesink (ID-Lelystad)
De varkenshouderij in Nederland heeft te maken met het Varkensbesluit
1998, waarin een aantal welzijnsnormen zijn opgenomen. Een van de
normen is dat de minimum beschikbare vloeroppervlakte per varken
(85-110 kg) is vergroot van 0,7 m2 tot 1,0 m2 ten opzichte van het
Varkensbesluit 1994. Tevens worden er minimumeisen aan de oppervlakte
dichte vloer gesteld. Vanaf 2003 moeten varkenshouders die nu nog
volledig roostervloer in de stal hebben, overschakelen naar
gedeeltelijk dichte vloer. Door de aanpassing van de vloer moeten zij
ook meteen voldoen aan de eis van 1,0 m2 per vleesvarken vanaf 85 kg.
Het is dus van belang dat varkenshouders snel inzicht krijgen in
mogelijke oplossingen die voldoen aan de normen van het Varkensbesluit
1998. Een plateau, bereikbaar door een loopplank, kan een oplossing
zijn om in bestaande stallen zowel de totale vloeroppervlakte als het
aandeel dichte vloer te vergroten.
Het onderzoek is gedurende twee ronden uitgevoerd in twee afdelingen
op Praktijkcentrum Sterksel. De afdelingen bestonden ieder uit twee
hokken met elk 19 vleesvarkenplaatsen, zodat bij acht koppels
waarnemingen zijn verricht. Daarnaast zijn waarnemingen op een
praktijkbedrijf uitgevoerd. In de afdelingen op Praktijkcentrum
Sterksel was tegen de achtermuur van de hokken een plateau geplaatst
op circa 1 meter boven de vloer. De afdelingen hadden mechanische
voergangventilatie met een verlaagde luchtinlaat. Binnen het onderzoek
hebben we twee trajecten onderscheiden waarin naar het gebruik van het
plateau gekeken wordt: groeitraject 60 - 85 kg en groeitraject 85 kg -
110 kg. Door middel van video-observaties is het gebruik en de
toegankelijkheid van het plateau geanalyseerd. Van de 24-uurs opnamen
is via scan-sampling per 15 minuten vastgesteld:
1. het aantal varkens op het plateau;
2. het aantal liggende varkens op het plateau;
3. het aantal liggende varkens op de begane grond.
In overleg met EC-LNV en PVV zijn enkele parameters opgesteld, waarop
het gebruik van het plateau beoordeeld is. Een belangrijke parameter
is de beschikbare oppervlakte per vleesvarken, die op de begane vloer
niet of nauwelijks beneden de 1,0 m2 per aanwezig dier (vanaf 85 kg)
mag komen. Uit de resultaten blijkt dat nergens in het onderzoek de
oppervlakte per vleesvarken veel lager dan 1,0 m2 wordt en er dus geen
sprake is van ruimtegebrek op de begane grond. Op het plateau ligt de
oppervlakte per dier gemiddeld hoger. Een tweede parameter is het
gemiddeld percentage dieren dat op het plateau aanwezig is. Uit de
resultaten blijkt dat in het gewichtstraject van 60-85 kg gemiddeld
ruim 19% van de varkens op het plateau aanwezig was. In het
gewichtstraject van 85-110 kg was dat gemiddeld 20%. In de eerste
ronde nam het gebruik van het plateau toe naarmate de dieren zwaarder
(en daarmee groter) werden; in de tweede ronde was het gebruik tijdens
de eerste observatieperiode hoger dan tijdens de tweede periode, maar
dit betrof verschillende hokken. Er blijken in beide rondes op basis
van de vooraf gestelde criteria voldoende varkens op het plateau te
komen. De loopplank om het plateau te bereiken functioneerde goed. Uit
de waarnemingen zijn geen aanwijzingen dat varkens uitgleden of eraf
vallen. Van de varkens die opgelegd zijn, is 95% minimaal één keer op
het plateau gesignaleerd (liggend of staand). Het grootste gedeelte
hiervan is meerdere keren op het plateau geweest.
Uit deze waarnemingen zijn geen aanwijzingen dat een plateau de gezondheid van de vleesvarkens beïnvloedt (bijvoorbeeld beenwerkproblemen). In het gewichtstraject voorafgaand aan de waarnemingsperioden (25 - 60 kg) treedt op het plateau enige mate van bevuiling met mest en urine op, waarbij een afname is waargenomen met het verloop van de ronde. In het laatste gewichtstraject (85 kg - 110 kg) is nauwelijks nog hokbevuiling op het plateau geconstateerd. De mate van hokbevuiling op de begane grond was het gehele traject gering. De ruimtetemperatuur op en onder het plateau was iets hoger dan de ruimtetemperatuur vlak boven de dichte vloer op de begane grond. Uit metingen naar het CO2-gehalte is gebleken dat het gehalte op alle plaatsen, met uitzondering van één meting (0,28 vol%), onder de norm van 0,25 vol% is gebleven. Op het praktijkbedrijf te Ysselsteyn (L) bleek dat enkele dagen na opleg (biggen van circa 30 kg) gemiddeld bijna 21% van de dieren zich op een van beide plateaus bevond. Op het moment dat de varkens ongeveer 60 kg wogen, was gemiddeld ruim 31% van de dieren op de plateaus, terwijl dit rond 100 kg weer was gedaald tot iets meer dan 22%. De oppervlakte van de plateaus besloeg hier 33% van de totale oppervlakte.
Een plateau in een stal voor vleesvarkens is een goed functionerend
systeem dat door de varkens adequaat als leefruimte gebruikt wordt. Er
waren voor individuele varkens geen belemmeringen om het plateau te
bezoeken. Het plateau dient een degelijke constructie te hebben. Het
is op dit moment nog onduidelijk of het plateau door de wetgever wordt
geaccepteerd.
Wilt u het hele praktijkrapport lezen? Dat kan. Bestel
praktijkrapport 6 hier voor de prijs van 17.50.
Varkens praktijkrapport 6: Plateau voor vleesvarkens - 2002 - 33
pagina's
Oudste praktijkrapport Vorige praktijkrapport Overzicht alle
praktijkrapporten
---
© Praktijkonderzoek Veehouderij - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt:
03-07-2002 08:46.