European Commission

IP/02/984

Brussel, 2 juli 2002

Europese Commissie pleit voor meer gecoördineerde voorlichting, betere uitleg van beleid en meer dialoog met de burgers van de Europese Unie.

Op verzoek van de Europese Raad en het Europees Parlement heeft de Commissie vandaag ingestemd met een nieuwe voorlichtings- en communicatie-aanpak. Uitgangspunt is een nauwere samenwerking met de Raad en het Europees Parlement, in een echt partnerschap met de lidstaten, teneinde de burgers beter te informeren over Europese kwesties en hun in staat te stellen deel te nemen aan discussies over Europa. Het is voor het eerst dat beleidsmakers op Europees, nationaal en regionaal niveau zullen samenwerken om het gat in de Europese voorlichting te dichten.

Voorzitter Romano Prodi wees op het belang van een nieuwe gecoördineerde aanpak van communicatie over belangrijke Europese onderwerpen op Europees, nationaal en lokaal niveau.

Hij merkte op dat een nieuw voorlichtingsbeleid een essentieel onderdeel is van de strategie om de werkwijze van de EU te moderniseren en dat in het licht van de toekomstige uitdagingen, waarbij met name aan de uitbreiding kan worden gedacht, het belang van dit voorlichtings- en communicatiebeleid alleen maar zal toenemen.

Antonio Vitorino, als lid van de Commissie verantwoordelijk voor het voorlichtingsbeleid, schaarde zich achter de nieuwe aanpak en verklaarde dat deze nieuwe benadering nodig is om iets te doen aan de onwetendheid en ongeïnteresseerdheid over de Europese Unie en de burgers te betrekken bij het debat over Europa.

Hij voegde daaraan toe dat de Europese instellingen niet als enigen de communicatie met 370 miljoen burgers kunnen onderhouden, en dat straks de communicatie met bijna 500 miljoen burgers na de uitbreiding een nog zwaardere opgave zal zijn. De lidstaten moeten hun deel van de verantwoordelijkheid voor het verstrekken van informatie op zich nemen en in dialoog treden met de burgers, om te trachten hun instemming te krijgen. De heer Vitorino toonde zich verheugd over het feit dat er nu sprake is van een duidelijke politieke wil om als partners samen te werken, omdat de nieuwe manier van werken waartoe nu is besloten, tot een betere uitleg over het Europese beleid zal leiden en de betrokkenheid van de burgers bij de Unie zal vergroten. Het Commissielid is ervan overtuigd dat door een nauwere samenwerking met de partners, in de hele Unie een beter contact met het publiek zal ontstaan.

De nieuwe aanpak

De Commissie stelt een realistisch en geleidelijk tweesporenbeleid voor:

Verbetering van de coördinatie tussen de instellingen en de lidstaten op nationaal, regionaal en lokaal niveau, zodat de informatieverstrekking en de formulering en verspreiding van informatie over prioritaire kwesties coherenter verlopen en meer gericht zijn op de eindgebruiker, het Europese publiek;

Totstandbrenging van een vrijwillig partnerschap met de lidstaten, zodat een echte synergie ontstaat tussen hun structuren en kennis en de activiteiten van de Europese Unie.

Dit is een gigantische uitdaging en de middelen zijn beperkt, maar wij hebben allemaal de plicht om de burgers te informeren, zodat zij meer inzicht krijgen in de Unie waarin zij leven en meer betrokken kunnen worden bij het Europese besluitvormingsproces.

Prioritaire beleidsterreinen

De Commissie is voorstander en pleitbezorger van meer samenwerking met haar partners op alle voorlichtings- en communicatieterreinen. Zij nodigt deze partners in het bijzonder uit tot samenwerking op vier centrale beleidsterreinen: uitbreiding, justitie en binnenlandse zaken, de toekomst van Europa en de rol van de Unie in de wereld.

Een actievere, professionele aanpak

De Commissie ziet in dat voor openheid en transparantie een nieuwe communicatiecultuur moet worden ontwikkeld die inspeelt op de behoeften van het publiek en dit publiek aanmoedigt zich met kennis van zaken in de discussie te mengen. Daartoe moet optimaal gebruik worden gemaakt van de nieuwe mediatechnologie. Door nauwer samen te werken kunnen de EU-instellingen en de lidstaten zorgen voor coherente informatie die is afgestemd op de behoeften van de burgers. Om Europa voor de mensen tot een tastbare realiteit te maken moet de voorlichting zijn toegesneden op lokale situaties.

Achtergrond

In 1999 verzocht de Europese Raad van Helsinki het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hun krachten te bundelen om gecoördineerde algemene informatie over de Unie te verstrekken en de middelen zo efficiënt mogelijk te gebruiken. In antwoord daarop keurde de Commissie in juni 2001 een mededeling goed over een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie(1)
. Daarin werden de andere instellingen en organen van de Unie en de lidstaten opgeroepen mee te werken aan een grondige herziening van het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Unie.

De mededeling werd goedgekeurd door het Europees Parlement(2) en met instemming begroet door het Belgische en het Spaanse voorzitterschap van de Raad. Voor het eerst werd zo de belangrijke rol van de lidstaten bij de verspreiding van informatie over EU-onderwerpen erkend.

De nieuwe strategie die de Commissie op 2 juli heeft goedgekeurd, biedt een basis voor de ontwikkeling van een gezamenlijk communicatiebeleid. De goedkeuring komt op het juiste moment, want nu bestaat de politieke wil om het publiek meer bij het Europese besluitvormingsproces te betrekken. Veel mensen voelen zich momenteel onvoldoende geïnformeerd om deel te nemen aan dit proces. Er bestaat veel onwetendheid, vooral onder jongeren, en niet alleen over wat de Unie tot stand heeft gebracht, maar ook over hoe de Unie werkt en in hoeverre zij invloed heeft op het dagelijks leven. Dit gebrek aan kennis en inzicht leidt tot ongeïnteresseerdheid en een gebrek aan bereidheid om betrokken te raken bij publieke zaken en deel te nemen aan openbare debatten.

Om hier iets tegen te doen en mensen meer te betrekken bij Europese kwesties, is betere voorlichting en communicatie door de Commissie, het Parlement, de Raad en de lidstaten een absolute noodzaak.

(1)
COM(2001)354 def.

(2)
Resolutie van 14 maart 2001 over de informatie en communicatiestrategie van de Europese Unie