Gemeente Utrecht
Smeerolie voor haperende Utrechtse woningmarkt
Het college van burgemeester en wethouders heeft ingestemd met de
Prestatieafspraken en het Mantelcontract DUO voor de periode
2002-2005. Het gaat om een groot pakket aan afspraken, intenties en
voornemens, waarover gemeente en Utrechtse woningcorporaties hebben
onderhandeld. Dit onderhandelingsresultaat is een belangrijke stap
voorwaarts in de uitvoering van de herstructurering van de
woningvoorraad in Hoograven, Zuilen, Ondiep, Kanaleneiland en
Overvecht. De bouw van Leidsche Rijn én de vernieuwing van naoorlogse
wijken zijn van essentieel belang voor de toekomst van Utrecht als
aantrekkelijke woon- en werkstad. Directe verbetering van vraag en
aanbod op de Utrechts woningmarkt zijn voor woningcorporaties
uitgangspunt en doel geweest van zowel Mantelcontract DUO als
Prestatieafspraken.
Het Mantelcontract
is een uitwerking van de raamovereenkomst "De Utrechtse Opgave". Dit
vorig jaar tussen gemeente en corporaties gesloten DUO-akkoord behelst
een gezamenlijke investeringsstrategie om in de komende 15 jaar de
woningvoorraad in Hoograven, Zuilen, Ondiep, Kanaleneiland en
Overvecht te vernieuwen. Het Mantelcontract is de basis voor het
contract dat met iedere corporatie afzonderlijk gesloten wordt. In
deze contracten is per corporatie vastgelegd welke bijdrage in de
komende vier jaar geleverd wordt aan uitbreiding en vernieuwing van de
woningvoorraad in de stad.
* Aanpak van ruim 4000 woningen voor 2005
In het mantelcontract DUO is vastgelegd dat er voor 2005 uitgewerkte
plannen liggen voor sloop en nieuwbouw van ruim 2.500 woningen in de
naoorlogse wijken en voor renovatie van ruim 1.800 woningen. Daarnaast
bouwen de corporaties de komende 4 jaar zo'n 4500 woningen in Leidsche
Rijn, waaronder ruim 3000 sociale huurwoningen. Verder is bepaald dat
de corporaties tot 2005 in de bestaande stad circa 1.950 sociale
huurwoningen mogen verkopen.
Nog dit najaar brengen de corporaties een lijst naar buiten met per
wijk de verschillende locaties die de komende vier jaar in het
herstructuringsproces aan bod komen. Dat gebeurt na bespreking van de
corporatieplannen met de betrokken bewoners- en huurdersorganisaties.
De Prestatieafspraken
worden elke vier jaar afgesloten tussen gemeente en de gezamenlijke
corporaties. De afspraken zijn een vertaling van het door de
corporaties onderschreven gemeentelijke beleid dat uitgaat van de
vraag van de Utrechtse woonconsumenten. Het is nu voor de tweede maal
dat gemeente en corporaties met elkaar prestatieafspraken maken.
Bij de Prestatieafspraken komen aan de orde de omvang van de
kernvoorraad betaalbare huurwoningen, de gewenste kwaliteit van nieuwe
en bestaande woningen, het woningaanbod voor bijzonder doelgroepen,
inrichting en beheer van de woonomgeving en de positie van de
Utrechtse woonconsument.
* De omvang van de kernvooraad
In het DUO-akkoord is vastgelegd dat de omvang van de kernvoorraad
betaalbare en bereikbare woningen op 1 januari 2005 bestaat uit
tenminste 38.000 woningen.
Eén van de prestatieafspraken is om onderzoek te doen naar de vraag of
de omvang van de kernvoorraad wel het enige uitgangspunt van beleid
zou moeten zijn. Nu worden veel van de betaalbare woningen 'scheef'
bewoond door huishoudens met een te hoog inkomen. Onderzocht wordt of
niet veel beter kan worden uitgegaan van de slaagkans: de mate waarin
het huishoudens uit de doelgroep lukt om een huurwoning te krijgen.
* Bestemming van de woningvoorraad
Een groot aantal afspraken heeft betrekking op het woningaanbod van
specifieke groepen, waarvoor extra aandacht nodig is. Het gaat daarbij
onder meer om ouderen, studenten/jongeren, grote gezinnen, mensen met
een functiebeperking, woonwagenbewoners maar ook om de huisvesting van
mensen die om allerlei redenen begeleiding nodig hebben. Afgesproken
is om de woningbehoefte in de stad zo volledig mogelijk in kaart te
brengen. Op die manier kan beter worden afgewogen welke gewone en
bijzondere doelgroepen in het woningaanbod prioriteit moeten krijgen.
* De kwaliteit van de woningvoorraad.
Het is de wens om meer ambitie te tonen bij de na te streven kwaliteit
van nieuwbouwwoningen. Te denken valt aan extra ruimte, veiligheid,
duurzaamheid en energiebesparing. Gemeente en corporaties zullen
daarover per project afspraken maken. Elk jaar zullen corporaties
terugmelden welke resultaten zijn bereikt en welke nog te verwachten
zijn.
* De omgeving van de woning.
Gemeente en corporaties willen samenwerken in het belang van de
leefbaarheid in de wijken. Zo is afgesproken dat beide partijen samen
met bewoners in 2003/2004 per wijk een visie op stellen met betrekking
tot beheer en inrichting van de buitenruimte. Deze visies worden
vertaald in buitenruimteplannen, die als uitgangspunt gaan dienen voor
onderhouds-programma's van gemeente en corporaties.
* Positie woonconsument
Zeggenschap van woonconsumenten is in bestaande situaties over het
algemeen goed geregeld. Voor wijken waar herstructurering plaatsvindt
zijn afspraken vastgelegd in het Stedelijk Protocol, onderdeel van de
DUO-raamovereenkomst. In de prestatieafspraken is nu opgenomen dat
bewoners ook invloed krijgen bij de ontwikkeling van
nieuwbouwprojecten. Die invloed zal komend jaar worden vastgelegd. Bij
het opstellen van een protocol zal ook de stedelijke
bewonersorganisatie De Bundeling worden betrokken.
Zowel de Prestatieafspraken als het Mantelcontract DUO moeten nog door de gemeenteraad en de besturen van de corporaties worden vastgesteld.
Utrecht, 3 juli 2002.