Gemeente Utrecht
Geannoteerde agenda naar aanleiding van de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d 3 juli 2002.
1. Nieuwbouw GVU
Het college van burgemeester en wethouders heeft ingestemd met het
definitief ontwerp voor de nieuwbouw van het GVU aan de Europalaan. De
gemeenteraad wordt voorgesteld voor de nieuwbouw een krediet van EUR
13,3 miljoen te verstrekken.
In het ontwerp wordt op de huidige locatie aan de Europalaan nieuwbouw
voor het GVU gerealiseerd die bestaat uit:
- een nieuw kantoor (3, gedeeltelijk 4 lagen) aan de zijde van de
Europalaan,
- een stalling voor de bussen, overdekt door een parkeerdek met 470
parkeerplaatsen,
- een wasplaats en LPG-vulpunt op het middenterrein,
- en een werkplaats aan de zijde van het Merwedekanaal.
Er is een aantal mogelijkheden voor intensivering van het grondgebruik
op de GVU-locatie aan de Europalaan. In de eerste plaats kunnen op een
gedeelte van het te bouwen parkeerdek nog een of twee lagen bebouwing
worden gerealiseerd. Verder kunnen op het kantoorgebouw twee extra
lagen worden gebouwd. Tenslotte kan naast het kantoorpand nog een
gebouw van zes lagen worden neergezet. Over de daadwerkelijke
uitvoering hiervan zal in een latere fase besluitvorming plaatsvinden.
Het voorstel voor het verlenen van het krediet voor de GVU-nieuwbouw
aan de Europalaan komt aan de orde in de raadscommissie voor
Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onderwijs van 10 september 2002. De
raadscommissie voor het Stationsgebied, Leidsche Rijn en Verkeer en
Vervoer wordt over het voorstel geïnformeerd.
2. Brandweerzorg aan gemeentegrenzen
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om een
gemeentegrensoverschrijdende alarmeringsregeling voor Brandweer
Utrecht in het Maarssense kerkdorp "Oud Zuilen" op te stellen.
Brandweer Utrecht kan hier namelijk een snellere inzet bewerkstelligen
dan de brandweer van Maarssen. Omgekeerd zal Brandweer Maarssen de
basisbrandweerzorg van een deel het industrieterrein Lage Weide en de
Zuilense ring van de Utrechtse brandweer overnemen.
Rekening houdend met de verschillende "aanrijroutes" van de brandweer,
de uitruktijden van de brandweer en de locaties van de
brandweerkazernes is de opkomsttijd van de brandweer bij een incident
te berekenen.
Deze berekeningen laten zien dat het Maarssense kerkdorp "Oud Zuilen"
sneller en in ieder geval binnen de geldende norm bediend kan worden
door Brandweer Utrecht. Een deel van industrieterrein Lage Weide en de
Zuilense ring kan daarentegen sneller door de brandweer van Maassen
bediend worden. Deze wederzijdse dienstverlening wordt in een
convenant vastgelegd.
3. Recht van Initiatief: Centaurusdreef (Overvecht)
De bewonerscommissie ACA (Atlas-, Centaurus-, Apollodreef) heeft een
voorstel gedaan voor de verbetering van de huidige skatebaan aan de
Centaurusdreef om deze weer aantrekkelijk te maken voor de kinderen.
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten het
initiatiefvoorstel nader te laten onderzoeken door de wijkwethouder
voor de wijk Overvecht. Dit is een gebruikelijke stap in de procedure.
De wijkwethouder neemt binnen 8 weken een besluit over het honoreren
van het initiatiefvoorstel.
Het initiatiefvoorstel Centaurusdreef is het eerste voorstel dat wordt
ingediend en behandeld nadat de nieuwe Regeling Recht van Initiatief
voor Inwoners van kracht is geworden. In de nieuwe regeling kan elke
wijk per jaar vóór 1 juli maximaal twee voorstellen indienen. Het
maximum bedrag per voorstel is EUR 30.000. Het totale jaarbudget voor
alle voorstellen is EUR 455.000. Met deze regeling beoogt de gemeente
het budget rechtvaardig te verdelen over de hele stad. Voor het geld
dat na 1 juli resteert geldt: wie het eerst komt, die het eerst maalt.
4. Recht van Initiatief: Ferdinand Bolstraat (Oost)
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om een
voorstel van bewoners in de F.Bolstraat in het kader van het recht van
initiatief, na behandeling in de wijkcommissie, niet te honoreren.
Medio 2001 is een initiatiefvoorstel van een groep bewoners in de
Ferdinand Bolstraat e.o. in de wijk Oost ingediend en behandeld in het
kader van de verordening Recht van Initiatief: Het initiatiefvoorstel
ging over de plaatsing van een voetbalkooi in de omgeving van de
Ferdinand Bolstraat. De wijkcommissie (c.q. de raadscommissie voor de
wijk) Oost heeft een aantal keren vergaderd over dit
initiatiefvoorstel, waarbij met name de lokatie van de voetbalkooi een
punt van onderzoek en discussie was. Behandeling in de
wijkcommissievergaderingen op 30 oktober 2001 en 26 februari 2002
leidden tot het besluit: nader onderzoek naar een alternatieve
lokatie. Het college heeft hiervoor drie maanden uitstel gegeven. In
de vergadering van de raadscommissie voor de wijk Oost is uiteindelijk
besloten het initiatiefvoorstel niet te honoreren, omdat de lokatie
(viaduct Stadionlaan) niet voldoet aan de milieunormen. Met het
besluit van de raadscommissie voor de wijk Oost wordt het
initiatiefvoorstel definitief niet gehonoreerd
5. Nieuwe Gemeenschappelijke Regeling CPA/GHOR
Het college van b en w heeft vandaag besloten de gemeenteraad voor te
stellen in te stemmen met een nieuwe gemeenschappelijke regeling
CPA/GHOR die werkzaam zal zijn in de provincie Utrecht.
Dit besluit houdt in dat de bestaande regeling, die uitsluitend
betrekking had op de CPA , wordt uitgebreid met taken en
verantwoordelijkheden t.a.v. de geneeskundige hulpverlening bij
ongevallen en rampen ( GHOR ).
De regeling betreft de zorg voor hulp aan burgers bij rampen,
ongevallen en dagelijkse ambulancezorg.
Voor de CPA resp. de GHOR blijft inhoudelijk en qua financiering in
belangrijke mate een scheiding in stand. Dit houdt in dat het beleid
t.a.v. de dagelijkse ambulancezorg erop gericht blijft dat zoveel
mogelijk patiënten zo hoog mogelijke kwaliteit van zorg krijgen met zo
hoog mogelijke snelheid. Slechts waar t.b.v. oefeningen of bij rampen
ambulances nodig zijn zullen er afspraken zijn om die onverwijld in de
benodigde mate beschikbaar te stellen.
De financiering van de ambulancezorg, ook van de CPA, loopt voor het
grootste deel via de zorgverzekeraars. De gemeenten dragen een klein
deel ( EUR 0,10 per inwoner ) bij.De financiering van de
rampenbestrijding loopt volledig via de overheid ( 90% Rijk, 10%
gemeenten = EUR 0,20 per inwoner ).
De gevolgen voor de dienstverlening zijn straks vooral merkbaar bij de
rampenbestrijding omdat er een formeel kader zal zijn op basis waarvan
onder meer regelmatig lokaal, interlokaal en interregionaal oefenen
zal moeten plaatsvinden.
6. Verbouwingskosten Aloysiushuis
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten dat de
uiteindelijke verbouwingskosten van het Aloysiushuis ad EUR 252.500,-
ten laste worden gebracht van de 80 miljoen Sociale Infrastructuur en
van de Investeringsplanning 2002 Uitbreiding Kinder- en Peuteropvang.
De financiering van de verbouwing van het Aloysiushuis tot een groot
kinderdagverblijf en kantoren voor de wijkwelzijnsorganisatie Oost is
tot stand gekomen middels een co-financiering tussen gemeente en de
wijkwelzijnsorganisatie. De investeringen van de gemeente Utrecht zijn
voorgefinancierd uit de reguliere begroting van Welzijn, dit in
afwachting van de definitieve afrekening. De verbouwing is inmiddels
klaar en het pand is dit voorjaar in gebruik genomen door de
wijkwelzijnsorganisatie Oost.
Het voorstel komt aan de orde in de raadscommissie voor MOV.
7. Benoeming juryleden C.C.S.Croneprijs
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht
hebben op 2 juli een besluit genomen over de samenstelling van de jury
voor de C.C.S.Crone prijs 2002. Benoemd zijn prof.dr. Paul Schnabel,
directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau en literatuurkenner,
drs. Marischka Verbeek van de Utrechtse boekhandel Savannah Bay en
drs. Mirjam van Hengel, redactrice van het tijdschrift Tirade.
De tweejaarlijkse literatuurprijs van de gemeente Utrecht - genoemd naar de Utrechtse prozaschrijver C.C.S.Crone (1914-1951) - is eind 2001 ingesteld om de literaire activiteiten van met name de jonge auteurs in stad en regio Utrecht te stimuleren en een bloeiend literair klimaat te bevorderen. Het ligt in de bedoeling om nog dit jaar de eerste C.C.S. Croneprijs uit te reiken.
11. Spelregels voor Wijkverkeersplannen
Het college van burgemeester en wethouders heeft ingestemd met de
notitie 'Spelregels voor Wijkverkeersplannen'. In het
collegewerkprogramma 'Utrecht in uitvoering' is aangegeven dat voor
elke wijk in de periode van 2003 tot en met 2006 een wijkverkeersplan
moet worden opgesteld. Dit voornemen past in de structurele aanpak van
de verkeersonveiligheid, het bevorderen van de leefbaarheid en de
bereikbaarheid.
De bedoeling van een wijkverkeersplan is om samenhang aan te brengen
in alle verkeersmaatregelen die in de wijken worden genomen. Hiervan
is de stedelijke hoofdinfrastructuur dus uitgesloten. Met de notitie
'Spelregels voor Wijkverkeersplannen' heeft het college een aantal
richtlijnen voor het opstellen van de wijkverkeersplannen vastgesteld,
zodat in de diverse wijken het proces en de inhoud uniform tot stand
komen. Voorbeelden van de spelregels in de notitie zijn dat de
wijkraden dienen te functioneren als klankbordgroep bij het opstellen
van het wijkverkeersplan en dat in een wijkverkeersplan aangedragen
oplossingen geen onaanvaardbare overlast in andere wijken mogen
veroorzaken. De wijkraden worden over deze spelregels geconsulteerd.
De notitie 'Spelregels voor Wijkverkeersplannen' zal worden gestuurd
aan de raadscommissie voor het Stationsgebied, Leidsche Rijn, Verkeer
en Vervoer.
12. Onderzoek toegankelijkheid openbaar vervoer voor gehandicapten
Het college van burgemeester en wethouders heeft kennisgenomen van de
rapportage 'Pilot Toegankelijk Openbaar Vervoer Utrecht'. In deze
rapportage is een inventarisatie gemaakt van maatregelen die nodig
zijn in een stedelijke omgeving om openbaar vervoer toegankelijk te
maken voor mensen in een rolstoel en visueel en auditief
gehandicapten. Tevens brengt de rapportage de financiële consequenties
van deze maatregelen in beeld.
In het collegewerkprogramma 'Utrecht in uitvoering' staat dat een
onderzoek zal worden gestart naar de kosten voor het
rolstoeltoegankelijk van het openbaar vervoer. In oktober 2000 heeft
de rijksoverheid het Platform Toegankelijk Openbaar Vervoer (TOV) in
het leven geroepen om de toegankelijkheid van het openbaar vervoer te
bevorderen. Wethouder Yet van den Bergh (Verkeer en Vervoer) is in het
voorjaar van 2001 door de voorzitter van dit platform gevraagd mee te
werken aan een onderzoek naar de haalbaarheid van openbaar vervoer dat
ook voor minder validen toegankelijk is.
De rapportage bestaat uit een theoretische uitwerking voor het
toegankelijk maken van buslijn 4. De financiële consequenties zijn
vervolgens doorberekend naar het gehele GVU-lijnennet. Uitgangspunt
hierbij is dat het openbaar vervoer toegankelijk wordt voor mensen die
zelfstandig de halte kunnen bereiken.
De kosten (indicatief) voor het rolstoeltoegankelijk maken van het
stadslijnennet zijn deels eenmalig en komen voor een deel jaarlijks
terug. De kosten worden geschat op:
- aanpassing haltes GVU-lijnen: EUR 5.294.000
- aanpassing GVU-voertuigen: EUR 6.681.000
- exploitatiekosten per jaar: EUR 454.000
Indien het stadslijnennet ook voor visueel en auditief gehandicapten
toegankelijk gemaakt zou worden, komen daar de volgende kosten
(indicatief) bij:
- zuil auditieve info bij haltes GVU-lijnen: EUR 5.000.000
- onderhoud informatiezuilen per jaar: EUR 500.000
De rapportage wordt aan de voorzitter van het Platform Toegankelijk
Openbaar Vervoer aangeboden. Daarmee is het theoretische deel van de
praktijkproef afgerond. Het is nu aan het ministerie van Verkeer en
Waterstaat om te bezien of dit experiment uitvoering kan worden
uitgevoerd.
De rapportage wordt ter informatie toegezonden aan de raadscommissie
voor Stationsgebied, Leidsche Rijn, Verkeer en Vervoer.
Utrecht, 3 juli 2002.