Ministerie van Buitenlandse Zaken

charset="iso-8859-1"


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Westelijk Halfrond Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag

Datum 3 juli 2002 Behandeld Lisette den Breems
Kenmerk DWH/ZM-118/02 Telefoon 070 - 348 4251
Blad /1 Fax 070 - 348 5748

Bijlage(n) - E-Mail dwh.minbuza@minbuza.nl

Betreft Beantwoording vragen over kinderarbeid en vakbondsvrijheid van bananenarbeiders in Ecuador
Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de het oud-Kamerlid Van Oven en het lid Koenders over kinderarbeid en vakbondsvrijheid van bananenarbeiders in Ecuador. Deze vragen werden ingezonden op 27 mei jl. met kenmerk 2010210510.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Eveline Herfkens

Antwoord van mevrouw Herfkens, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Vermeend, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de heer Ybema, Staatssecretaris van Economische Zaken, op vragen van de leden Van Oven en Koenders over kinderarbeid en vakbondsvrijheid van bananenarbeiders in Ecuador

Vraag 1

Kent u het Rapport van "Human Rights Watch" 1) over de afschuwelijke situatie met betrekking tot kinderarbeid en gebrek aan vakbondsvrijheid bij de bananenarbeiders in Ecuador.

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat bedrijven als Chiquita, Del Monte, Dole en Favorita deze bananen uit Ecuador afnemen en hun invloed onvoldoende gebruiken om deze praktijken aan de orde te stellen?

Antwoord

Bovengenoemde bedrijven nemen inderdaad bananen af uit Ecuador. Dit gebeurt voor een groot deel via Ecuadoraanse toeleveranciers. Ik heb onvoldoende inzicht of genoemde bedrijven hun invloed voldoende gebruiken om de situatie met betrekking tot kinderarbeid en vakbondsvrijheid aan de orde te stellen.

Vraag 3

Welke invloed kan Nederland c.q. de EU uitoefenen op Ecuador om zich aan de arbeidswetten en aan internationale arbeidsregels te houden?

Antwoord

Nederland steunt de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) in haar streven om de naleving van de fundamentele arbeidsnormen, waaronder uitbanning van kinderarbeid en het recht op vakbondsvrijheid, te bevorderen en het toezicht erop te verstevigen.

Daarnaast zal Nederland voorstellen om in EU-verband bij de Ecuadoraanse regering aan te dringen op naleving van deze fundamentele arbeidsnormen, conform de daartoe in ILO-verband vastgestelde regels. Ecuador heeft net als Nederland de vier fundamentele ILO-verdragen over kinderarbeid en vakbondsvrijheid geratificeerd.

Nederland ondersteunt kinderarbeidprogramma's via de ILO (IPEC) en UNICEF, beide actief in Ecuador, en verschillende niet-gouvermentele organisaties. De bestrijding van armoede, van eminent belang om kinderarbeid uit te bannen, is de kern van het Nederlandse OS-programma in Ecuador, evenals dat van de Europese Commissie.

Een belangrijke rol is weggelegd voor maatschappelijke organisaties die ontoelaatbare praktijken aan de kaak stellen en de regering en ondernemers aanspreken op hun verantwoordelijkheden met betrekking tot het respecteren, bevorderen en toepassen van arbeidsnormen. Zo is het als positief te bestempelen dat de arbeidsomstandigheden op de bananenplantages door het rapport van Human Rights Watch veel aandacht hebben gekregen in de Ecuadoraanse pers. Op deze wijze wordt de overheid door de eigen bevolking onder druk gezet de situatie te verbeteren. Maatschappelijke organisaties ontvangen steun via SNV en het medefinancieringsprogramma.

De International Union of Food, Agricultural, Hotel, Restaurant, Catering, Tobacco and Allied Workers' Associations (IUF) zet zich in voor de organisatie van werkers in de bananenproductie. Ook probeert de IUF rechtstreeks met de grote multinationals als Chiquita, Delmonte en Dole te onderhandelen over het recht op organisatie, betere beloning en betere arbeidsomstandigheden. Als streefnorm hanteert de IUF hierbij de internationale arbeidsnormen zoals die door de ILO zijn vastgesteld. De FNV heeft de IUF in het verleden uit het budget van het vakbondsmedefinancieringsprogramma ondersteund.

Vraag 4

Welke handelsbetrekkingen heeft de EU met Ecuador en op welke wijze kunnen bovenstaande toestanden aan de orde worden gesteld?

Antwoord

De EU is een belangrijke exportmarkt voor Ecuador. In de handelsrelaties tussen Ecuador en de EU speelt het Algemeen Preferentieel Systeem (APS) een belangrijke rol. Landen die hiervan gebruik maken, dienen zich te houden aan in ILO-verband gemaakte afspraken, waaronder die over kinderarbeid en vakbondsvrijheid. In dit kader volgt de Europese Commissie de naleving van de ILO-normen nauwgezet. Op basis van beschikbare uitspraken van de ILO, kan de EU besluiten een onderzoek in te stellen dat zou kunnen leiden tot de tijdelijke opschorting van de preferentiële toegang. Ernstige en systematische schending van de vakbondsvrijheid en het gebruik van kinderarbeid moeten dan wel zijn aangetoond.

In het kader van de overeenkomst die tussen de EU en de landen van de Andesgemeenschap is gesloten wordt elk jaar een politieke dialoog gehouden. Bij samenwerking met de Andesgemeenschap hecht de EU groot belang aan zaken als fundamentele arbeidsnormen, arbeidsomstandigheden en mensenrechten. Onlangs is te Madrid besloten om de economische samenwerking tussen de EU en de Andesgemeenschap te intensiveren. Dit zal de EU betere mogelijkheid geven Andeslanden, waaronder ook Ecuador, aan te spreken op naleving van internationale afspraken.

In het kader van de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen worden bedrijven geacht de fundamentele arbeidsnormen na te leven en dit zoveel mogelijk ook in de keten te stimuleren. Het staat maatschappelijke partijen vrij vraagstukken over het gedrag van een onderneming ten aanzien van het navolgen van de OESO-richtlijnen, voor te leggen bij het Nationaal Contactpunt (NCP). Het NCP bekijkt per individueel geval of de OESO-richtlijnen van toepassing zijn en hoe deze het beste geïmplementeerd kunnen worden.

Vraag 5

Welke activiteiten kan de Nederlandse regering ondernemen ten aanzien van bananenafnemers en verkopers in Nederland?

Antwoord

Ik ben van mening dat het meest effectieve signaal afkomstig is van de consument, die door middel van het kopen van EKO-Oké en Max Havelaar bananen afnemers en verkopers dwingt in de richting van het afnemen van eerlijk geproduceerde bananen. De Nederlandse regering ondersteunt deze keurmerken, die bewustwording bij consumenten voor eerlijke handel of op maatschappelijk verantwoorde wijze, met inachtneming van de fundamentele arbeidsnormen, geproduceerde producten beogen te bevorderen.

Voor de keuzemogelijkheid van de consument is transparantie van bedrijfsactiviteiten erg belangrijk. In Nederland is de Raad voor de Jaarverslaggeving op 19 juni gekomen met een ontwerp-richtlijn over de herziening van Richtlijn 400 Bestuursverslag. Het streven is om in deze bestaande richtlijn uitgebreidere aandacht te besteden aan financieel-economische, milieu- en sociaal-ethische aspecten. Daartoe zijn nu algemene informatie-eisen geformuleerd die het karakter hebben van aanbevelingen, waarbij tevens is aangegeven hoe deze zouden kunnen worden uitgewerkt. Hieraan is een consultatietraject gekoppeld waarin verschillende partijen, waaronder NGO's, op het voorstel kunnen reageren. De ontwerp-richtlijn is van toepassing op beursgenoteerde ondernemingen, alsmede op grote en middelgrote ondernemingen die in de praktijk met aspecten en effecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen worden geconfronteerd.

In een tweede fase ontwikkelt de Raad voor Jaarverslaggeving een conceptueel kader voor een maatschappelijk verslag. De Raad heeft aangegeven naar verwachting begin 2003 met een ontwerp daarvoor te komen. Ook hieraan zal een consultatietraject zijn gekoppeld.

Op internationaal vlak is met name het Global Reporting Initiative (GRI) zeer druk bezig met standaarden voor het bereiken van transparantie. Onlangs heeft het GRI besloten zich in Amsterdam te vestigen, mede gezien het gunstige klimaat voor dergelijke initiatieven in Nederland.


Kenmerk

Blad /1

===