Unicef
Jongeren weten weinig over HIV/aids
Nieuw rapport pleit voor veel meer voorlichting voor en door jongeren.
Jongeren weten het minst over Aids, maar lopen het meeste gevaar.
Den Haag, 28 juni 2002 - Uit nieuw onderzoek in meer dan 60 landen blijkt dat de overgrote meerderheid van de jongeren van 15 tot 24 jaar geen idee heeft hoe Hiv/Aids wordt overgedragen en hoe ze zichzelf tegen de ziekte kunnen beschermen. Juist in deze leeftijdsgroep doet zich meer dan de helft van alle nieuwe besmettingen met Hiv voor, te weten 6.000 per dag. Dat staat in het nieuwe rapport 'Young people and Hiv/Aids - Opportunity in crisis' van Unicef, UNAIDS en WHO, dat dinsdag 2 juli in New York wordt gepresenteerd.
Wereldwijd zijn 11,8 miljoen jongeren tussen de 15 en 24 jaar besmet
met Hiv of hebben Aids. De enige manier om de Aids-epidemie te stoppen
is voorlichting voor en door jongeren, bij voorkeur al voordat ze
seksueel actief worden, aldus het rapport.
In twaalf landen van zuidelijk Afrika heeft minstens 10% van de
bevolking Hiv. Daar doen ook de meeste nieuwe besmettingen zich voor
onder jongeren van 15 tot 24 jaar. Geschat wordt dat in Botswana,
Zuid-Afrika en Zimbabwe meer dan 60% van de jongens die nu 15 jaar
zijn, op enig moment Hiv zullen oplopen. In Oost-Europa en Centraal
Azië, waar de Aids-epidemie het hardst groeit, houden bijna alle
nieuwe besmettingen met Hiv, verband met het injecteren van drugs. 70%
van de drugsgebruikers is jonger dan 25 jaar.
De overgrote meerderheid van de jongeren heeft echter geen idee van de
risico's die ze lopen. In landen die nu al zwaar getroffen zijn door
Aids, zoals Kameroen, de Centraal Afrikaanse Republiek en Sierra
Leone, weet ruim 80% van de jonge vrouwen tussen 15 en 24 jaar
onvoldoende over Hiv.
Uit onderzoek blijkt dat meer dan de helft van alle jongeren van 15
tot 24 jaar totaal verkeerde ideeën heeft over de manier waarop Aids
wordt overgebracht. En zelfs als ze de juiste informatie hebben,
vinden jongeren het vaak moeilijk om met hun partner over seks of
condoomgebruik te praten. Of ze schatten het risico op besmetting zeer
laag in: in Nigeria en Haiti denkt ruim 90% van de meisjes dat ze geen
of slechts een minimale kans lopen op Hiv/Aids.
Extra kwetsbaar
Meisjes lopen een veel grotere kans op besmetting dan jongens. In
zuidelijk Afrika betreft tweederde van de nieuwe Hiv-gevallen jonge
meisjes of vrouwen. In Ethiopië, Malawi, Tanzania en Zimbabwe is deze
verhouding nog schever: tegenover elke jongen tussen de 15 en 19 jaar
die met Hiv is besmet, staan 5 tot 6 meisjes in dezelfde leeftijd met
Hiv. Jonge meisjes worden vaak door oudere mannen gedwongen tot seks
of ze hebben seks in ruil voor betaling. Veel oudere mannen zoeken
juist jonge seksuele partners omdat ze geloven dat seks met een maagd
Aids geneest, of omdat ze denken dat jonge meisjes geen Hiv hebben.
Ook om puur lichamelijke redenen lopen meisjes een grotere kans op Hiv
dan jongens, zeker wanneer ze onvolgroeid zijn.
Ook de jongeren die drugs injecteren, waarbij ze hun naalden delen,
hebben vaak geen idee van de grote risico's op Hiv. De gevaren van
vuile naalden blijken onbekend, ook in een land als Ierland: in
Dublin blijkt 70% van de jongeren die drugs gebruiken, hun naalden te
delen.
Slechts 1 op de 10 mensen die besmet zijn met het Aids-virus weet
hiervan; deze onwetendheid heeft grote gevolgen voor de eigen
gezondheid, maar ook voor het besmettingsgevaar van anderen.
De meeste jongeren worden al in hun tienerjaren seksueel actief. Hoe vroeger de eerste seksuele ervaring, des te groter de kans op besmetting met Hiv. Jongeren die al vroeg seksueel actief worden, hebben vaker seks met meerdere partners en blijken minder snel een condoom te gebruiken. Uitstel van de eerste seksuele ervaring heeft daarom een direct positieve invloed op het besmettingscijfer.
Voorlichting al vroeg beginnen
'Opportunity in crisis' maakt ook duidelijk dat de sleutel tot het
verminderen van het Aidsprobleem bij jongeren zelf ligt. In gebieden
waar het aantal besmettingen met Hiv afneemt of zelfs stopt, komt dat
voornamelijk door goede preventieprogramma's die gericht zijn op
jongeren. Als jongeren al op jonge leeftijd worden voorgelicht over de
gevaren van Aids en de manier waarop het virus wordt overgedragen,
blijkt dat ze hun eerste seksuele ervaring uitstellen. Als ze seksueel
actief worden, blijken ze zichzelf beter te beschermen tegen
ongewenste zwangerschappen, seksueel overdraagbare ziektes en
Hiv/Aids.
Het aantal Hiv-besmettingen neemt duidelijk af in Thailand, waar de
overheid een campagne ter bevordering van condoomgebruik in bordelen
heeft opgezet. Het condoomgebruik nam toe van 60 naar bijna 95% en het
aantal jonge mannen dat met Hiv wordt besmet, daalde van 8% in 1992
naar minder dan 3% in 1997. In Lusaka (Zambia) daalde het aantal
Hiv-besmettingen onder jongeren van 15 tot 19 jaar van 28% in 1993
naar 15% in 1998. Het condoomgebruik is gestegen en het aantal
seksuele partners is verminderd, als gevolg van meer voorlichting en
beschikbare diensten voor jongeren in gezondheidscentra.
Unicef, UNAIDS en WHO bepleiten een 10 stappen-plan, gericht op
jongeren, om de Hiv/Aids-epidemie een halt toe te roepen. Overheid,
andere beleidsmakers en bekende personen moeten het taboe op Aids
doorbreken. Al op de basisschool moet worden gestart met het geven van
Aidsvoorlichting, temeer daar veel kinderen niet naar het voortgezet
onderwijs gaan. Er moeten speciale voorlichtingsprogramma's komen voor
risicogroepen en jongeren die moeilijk te bereiken zijn. De
gezondheidszorg moet veel meer op jongeren gerichte zorg aanbieden en
de mogelijkheid tot vrijwillige, vertrouwelijke testen op Hiv/Aids.
Tenslotte moeten jongeren zelf veel meer bij voorlichting aan
leeftijdsgenoten en andere preventieprogramma's worden betrokken. Goed
geïnformeerde jongeren zijn uiteindelijk de oplossing van het
probleem.
* * * *