Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag

Datum 2 juli 2002 Behandeld Mirande Mulder

Kenmerk DAM-326/02 Telefoon +31 (0) 70 348 5439
Blad /4 Fax +31 (0) 70 348 6639

Bijlage(n) E-Mail hm.mulder@minbuza.nl

Betreft Recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten Zeer geachte Voorzitter,

In reactie op uw verzoek van 25 juni 2002, kenmerk 202-133, geef ik u hierbij een overzicht van de meest recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten.

Recente ontwikkelingen

Na de reeks bloedige aanslagen begin juni besloot het Israëlische veiligheidskabinet tot herbezetting van het autonome Palestijnse gebied op de Westoever en de daarin gelegen steden, met uitzondering van Jericho. Van Israëlische zijde is aangegeven dat het militair optreden van langere duur zal zijn dan de invallen van april jl., omdat het verklaard doel is de Palestijnse terroristische infrastructuur voorgoed uit te schakelen. In dit opzicht kan men derhalve spreken van een daadwerkelijke herbezetting van Palestijns autonoom gebied, die qua aard en omvang verder reikt dan de invallen van twee maanden geleden.

Beide partijen zijn gevangen in een cyclus van actie en reactie, van geweld en tegengeweld zonder uitweg. Het is naar mijn oordeel op de langere termijn bezien uitgesloten dat een Israëlische benadering uitsluitend gericht op veiligheid - militair ingrijpen, het bouwen van muren - een eind zal kunnen maken aan de Palestijnse terreur van zelfmoordaanslagen. Aan de andere kant snijden de Palestijnen die menen dat terrorisme loont, zichzelf diep in eigen vingers. Terrorisme zal geen vrede brengen.

In de afgelopen periode heeft de internationale gemeenschap zich inspanningen getroost deze spiraal te doorbreken en een nieuw vredesproces van de grond te krijgen. De rede van president Bush over het Midden-Oosten zal hieraan hopelijk een nieuwe impuls geven. De Europese Unie gaf overigens enige dagen eerder bij gelegenheid van de Europese top in Sevilla een verklaring over het Midden-Oosten uit. In diezelfde periode sprak ik met collega Powell over de situatie in de regio.

Toespraak president Bush

In zijn toespraak legde de president sterk de nadruk op spoedige en ingrijpende hervormingen van het Palestijns bestuur. Om in veiligheid te kunnen leven heeft Israël een betrouwbare partner nodig, aldus Bush. In zijn ogen heeft het huidige Palestijnse leiderschap te weinig gedaan op het punt van bestrijding van terrorisme en het creëren van meer openheid en transparantie binnen de Palestijnse Autoriteit. Bush riep daarom de Palestijnse bevolking op nieuwe leiders te kiezen en te werken aan democratisering van de eigen samenleving. In de visie van Bush zijn dit randvoorwaarden voor de vestiging van een voorlopige Palestijnse staat. De onderhandelingen over de finale status zouden binnen drie jaar moeten zijn afgerond. Gaande dit proces zou Israël de uitbreiding van nederzettingen moeten stopzetten (conform het Mitchell-plan) en zich moeten terugtrekken tot de posities van september 2000. Een finale status zou volgens Bush moeten zijn gebaseerd op resoluties 242 en 338 en Israëlische terugtrekking tot veilige en erkende grenzen.

Arafat zei de speech van Bush te verwelkomen. Hij ging daarbij voorbij aan de kritiek aan eigen adres. Arafat volstond met de vaststelling dat de Palestijnen zelf uitmaken wie hun leiders zijn, en benadrukte met name het voor de Palestijnen zo belangrijke toekomstbeeld van twee staten. Gematigde Arabische landen als Egypte en Jordanië hebben voorzichtig positief op de toespraak gereageerd.

Ook aan Israëlische kant werd de toespraak positief ontvangen. Commentaren in de Israëlische media leiden uit de toespraak Amerikaanse steun af voor het Israëlische militaire optreden tegen terreur. Met name de kritiek van president Bush aan het adres van het huidige Palestijnse leiderschap, in Israël vertaald als steun voor het idee dat Arafat als vredespartner heeft afgedaan, sluit aan bij opvattingen die in Israël zowel politiek als onder het brede publiek overheersen. In Israël werd juist nadruk gelegd op dit aspect en voorbijgegaan aan de Amerikaanse boodschap wat betreft nederzettingen en de vorming van een Palestijnse staat.

Het belang van de speech van Bush ligt naar het oordeel van de regering in de eerste plaats in de uitdrukking die deze geeft aan de voortdurende Amerikaanse betrokkenheid bij het Midden-Oosten. Voorts heeft Bush in zijn toespraak de Amerikaanse visie neergelegd voor wat betreft een uiteindelijke oplossing van het conflict: twee staten, die in vrede en veiligheid naast elkaar bestaan.

Hieruit blijkt (opnieuw) dat de EU en de VS dezelfde strategische visie delen. De visie van Bush komt grotendeels overeen met het standpunt van de Europese Unie zoals recentelijk neergelegd in de verklaring in Sevilla. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de oproep tot spoedige terugkeer naar de onderhandelingstafel, de oproep tot diepgaande hervorming van het Palestijnse bestuur, de noodzaak van veiligheid voor Israël en van beëindiging door Israël van de nederzettingenactiviteiten.

De EU heeft in de verklaring van de Sevilla bevestigd hervorming van het Palestijns bestuur van essentieel belang te achten. De EU benadrukt tegelijkertijd dat een eventuele opvolging van Arafat, als democratisch gekozen leider van het Palestijnse volk, evenals het tijdstip waarop dit zou dienen plaats te vinden, een zaak is van de Palestijnen zelf. De PA heeft inmiddels laten weten dat begin 2003 verkiezingen zullen worden gehouden voor zowel het leiderschap als voor de Palestijnse Wetgevende Raad. De EU, Nederland voorop, heeft consequent aangedrongen op hervorming en transparantie van de PA. In september 2001 heb ik tijdens het algemeen overleg met uw Kamer inzake het Midden-Oosten (TK 23 432, nr. 41) gewezen op het naar mijn oordeel bepaald zwakke leiderschap van Arafat, met name in relatie tot zijn optreden tegen terrorisme. Maar ook van de opbouw van democratie, rechtsstaat en goed bestuur is onder zijn leiding weinig terecht gekomen. Er moet dus ook naar mijn oordeel het nodige veranderen bij het Palestijns leiderschap. Deze veranderingen zullen wel met steun vanuit de Palestijnse maatschappij gestalte moeten krijgen. Het houden van vrije en open verkiezingen zal daarbij van groot belang zijn.

Op basis van bovengenoemde uitgangspunten dient thans met voorrang samen met de VS alles in het werk te worden gesteld om de geweldscyclus te doorbreken en terugkeer van de partijen naar de onderhandelingstafel te bewerkstelligen. In de toespraak van president Bush wordt geen melding gemaakt van een te houden internationale conferentie. Minister Powell heeft mij tijdens het telefoongesprek van vorige week laten weten dat een conferentie wel nog steeds wordt voorzien. De Europese Unie zal thans op korte termijn samen met de VS en de andere leden van het "kwartet" concrete invulling dienen te geven aan stappen gericht op beteugeling van het geweld en herstel van een politiek proces. Inmiddels heeft het Deense voorzitterschap bekend gemaakt dat Minister Moeller van Buitenlandse Zaken volgende week met Powell over het Midden-Oosten zal spreken.

Conclusie

Hoewel er in de uitwerking van details accentverschillen zijn, delen de EU en de VS dezelfde strategische visie; essentieel is nu het doorbreken van de geweldscyclus en terugkeer van de partijen naar de onderhandelingstafel. De VS hebben door middel van de toespraak van Bush aangegeven dat hun engagement onverminderd aanwezig is. Ook Nederland zal zich, mede in EU-kader, hiertoe maximaal blijven inspannen.

Naar het oordeel van de regering is daarbij een zeer belangrijke rol weggelegd voor de vredeskrachten aan beide zijden. Er zijn moedige Israëliërs en Palestijnen die ondanks alles laten zien dat er een geweldloos alternatief is en elkaar de hand toereiken. De verklaring van een groep prominente Palestijnen tegen terreur en zelfmoordacties is hiervan een recent inspirerend voorbeeld dat alle steun verdient.

De Minister van Buitenlandse Zaken


Kenmerk DAM-326/02

Blad /1

===