Nederlands Politie Instituut


Reactie op regeerakkoord

Aan de fracties van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

L.S.

Hierbij ontvangt u enige kanttekeningen van het Korpsbeheerdersberaad bij het concept "Strategisch akkoord Kabinet CDA, LPF en VVD" versie 2 juli 2002.

Deze reactie beperkt zich tot enkele onderdelen van de paragraaf veiligheid.

Kanttekeningen bij het concept "Strategisch akkoord Kabinet CDA, LPF en VVD" versie 2 juli 2002.

Criminaliteitsbestrijding
De korpsbeheerders onderschrijven het voornemen op korte termijn een ambitieus programma van maatregelen uit te voeren ter versterking van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de politie en de rechtshandhaving. De navolgende punten dienen naar hun oordeel een verdere uitwerking te krijgen in het beleidsprogramma. Uiteraard zijn zij graag bereid in overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tot een nadere uitwerking te komen.

Effectieve inzet en capaciteit politie
Korpsbeheerders zijn van mening dat de bestaande capaciteit optimaal wordt benut. Waar ruimte is voor verbetering zijn al acties in gang gezet, bijvoorbeeld:
het benutten van de mogelijkheden die de CAO biedt om politiemensen flexibel in te zetten;
het verbeteren van het capaciteitsmanagement binnen de politie;
het toepassen van functiedifferentiatie, zowel aan de `onderkant' van de organisatie (surveillanten, ambtenaren met buitengewone opsporingsbevoegdheid) als in specialistische functies; het verbeteren van in- en externe samenwerking door het standaardiseren en uniformeren van ICT hard- en software.

Korpsbeheerders ondersteunen:
het versterken en vereenvoudigen van de samenwerking tussen politie, marechaussee, douane en krijgsmacht;
het intensiveren van de samenwerking tussen politie en toezichthouders onder regie van de politie;
het uitbreiden van de bevoegdheid tot het verbinden van voorwaarden aan de toestemming tot het houden van grootschalige commerciële publieksactiviteiten.

Voorgaande laat onverlet dat er behoefte is aan uitbreiding van de politie met voldoende gekwalificeerde politiemensen om te zorgen dat Nederland veiliger wordt. De passages over de uitbreiding van de politie in het Strategische akkoord geven naar de mening van de korpsbeheerders onvoldoende duidelijkheid op dit punt.

Ter toelichting de volgende berekening:

Het tenminste volledig benutten van de opleidingscapaciteit om het aantal agenten en marechaussees substantieel te vergroten, betekent voor de politie dat jaarlijkse minimaal 3200 mensen in opleiding worden genomen. Rekening houdend met de vervangingsvraag bij de politie, levert dit per jaar 2000 extra agenten op. Dit resulteert in het feit dat er in de komende 4 jaar 8000 extra mensen instromen in de politieopleiding. Voor het jaar 2003 wordt echter geen extra geld beschikbaar gesteld voor het benutten van de opleidingscapaciteit. Dit betekent voor de korpsen dat de continuïteit van de instroom wordt verstoord. Verder betekent dit voor het LSOP dat de recent opgebouwde opleidingsinfrastructuur in 2003 niet volledig wordt benut en wellicht moet worden ingekrompen.

Financiële middelen
Korpsbeheerders zien dat gegeven de economische verwachtingen de ruimte voor investeringen in nieuw beleid beperkt is, maar dat een substantieel deel van deze ruimte al wordt aangewend voor het vergroten van veiligheid. Wij zijn van mening dat de effectiviteit van het politiewerk mede afhankelijk is van de capaciteit van ketenpartners. Dit betekent naar onze mening dat het genoemde bedrag voor criminaliteitsbestrijding, rechtshandhaving en rampenbestrijding van 700 miljoen euro en 100 miljoen euro voor het opvangen van verwachte tegenvallers absoluut onvoldoende is om de doelen uit het hoofdstuk veiligheid uit het Strategisch akkoord te realiseren.

Om wat betreft de politie geen onhaalbare verwachtingen te wekken, geven wij aan dat het binnen het beschikbare financiële kader niet mogelijk is om zowel het benutten van de opleidingscapaciteit, als het verbeteren van de ICT en als het verbeteren van de kwaliteit van de politie tegelijkertijd te realiseren. Dit betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. Als alle ingezette kwaliteitsverbeteringen voor de politie worden doorgezet, hetgeen wenselijk is, zal dit uiteindelijk ten koste gaan van de beschikbare politiecapaciteit.

Hieronder wordt nog eens globaal ingegaan op deze financiële knelpunten:

Uit onderzoek is gebleken dat de politie voor de normale bedrijfsvoering jaarlijks 200 miljoen euro extra nodig heeft. Behalve voor de kosten van de bedrijfsvoering zijn deze gelden nodig om de ingezette kwaliteitsverbeteringen op het gebied van ICT, Politieonderwijs 2002, C2000 en GMS (leidend tot een betere en snellere inzet van de politie, in samenwerking met veiligheidspartners) te financieren. Los hiervan zijn wij van mening dat er de komende jaren een substantiële stijging van de kosten voor de korpsen zal plaatsvinden met name op het gebied van ICT. Daarbij komen nog eenmalige `frictiekosten' die ontstaan bij de implementatie van onder andere C2000 en de veiligheidsregio's.

De hiervoor genoemde uitbreiding door de extra instroom van 8000 agenten in het politieonderwijs komt hier bovenop. De structurele lasten die met deze uitbreiding samenhangen bedragen ongeveer 500 miljoen euro (oplopend) in 2006.

Samenvattend:
Uitbreiding personeel 500 miljoen euro
Aanpassen normvergoeding en
ontwikkelingen ICT 500 miljoen euro

Kwaliteit politiefunctie
Korpsbeheerders ondersteunen de inzet van andere diensten, stadswachten en toezichthouders ter versterking van het toezicht onder directe operationele regie van de politie. Deze diensten vormen een aanvulling op de politietaak. Zij kunnen niet de werkzaamheden overnemen van gekwalificeerd politiepersoneel. Het inzetten van toezichthouders moet dus los gezien worden van de noodzakelijke uitbreiding van de politiecapaciteit.

Korpsbeheerders vinden de voorgestelde uitbreiding van de politie met een lagere rang en nog beperktere taak dan de huidige politiesurveillant strijdig met de doelstelling het gezag in het publieke domein te versterken. De aanwezigheid van medewerkers in politie-uniform met (nagenoeg) geen bevoegdheden leidt tot verwachtingen bij de burger die niet kunnen worden waargemaakt, tot niet-consequent optreden en daarmee tot verdere uitholling van het gezag van de overheid.

Organisatie politie
Korpsbeheerders ondersteunen, zoals bekend, dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het beheer met de korpsbeheerders stringente afspraken maakt over realistische en gekwantificeerde doelen.

Korpsbeheerders zijn van mening dat de aansturing door het OM van een nationale recherche ondergebracht bij het KLPD principieel onjuist is, omdat de beheersverantwoordelijkheid van het KLPD bij de Minister van BZK ligt. Juister zou zijn om in plaats van aansturing te spreken over prioriteitstelling door het OM. In dat geval kan de structuur in opbouw van de nationale recherche worden gehandhaafd en kan de politie als eenheid blijven opereren.

Wij vertrouwen erop dat u deze kanttekeningen wilt betrekken in de komende gedachtewisseling over het Strategisch akkoord in de Tweede Kamer. De opmerkingen worden mede ondersteund door de Raad van Hoofdcommissarissen.

Hoogachtend,

mr. I.W. Opstelten
Voorzitter Korpsbeheerdersberaad

Den Haag, 3 juli 2002