HBO-Raad
verschenen op: 02-07-2002
Complexiteit functies vereist hogere opleidingseisen
Werkzekerheid hboers verder toegenomen
Afgestudeerde hboers hebben nog steeds een zeer grote kans op werk, zo
blijkt uit de HBO-Monitor 2001 van de HBO-raad. De krappe arbeidsmarkt
weerspiegelt zich onder meer in het zeer lage werkloosheidspercentage
van 2,5%. Dit betekent een verdere daling ten opzicht van 2000, toen
de werkloosheid onder hboers met 2,8% al uiterst laag was. Een andere
indicatie voor de krapte op de arbeidsmarkt is het percentage hboers
met een flexibele aanstelling. Dit percentage is de afgelopen vier
jaar gestaag gedaald: van 15% in 1998 tot 10% nu. De werkzekerheid is
dus de afgelopen vijf jaar fors toegenomen.
Het eerste exemplaar van de Monitor werd vandaag overhandigd aan drs.
Annette Roeters, lid van het college van bestuur van de Christelijke
Hogeschool Windesheim. Zij is tevens voorzitster van de
programmacommissie van het WACE-congres over de integratie van werken
en leren dat de HBO-raad in augustus 2003 organiseert. Door studenten
werk te laten doen dat aansluit op hun opleiding kan een deel van het
effect van krapte op de arbeidsmarkt worden verzacht, aldus Annette
Roeters. Door de technologische ontwikkelingen vindt binnen veel
beroepen steeds vaker scholing van werknemers op de werkvloer plaats.
Bedrijfsleven en onderwijsinstanties spelen een grote rol in de
discussie over kenniseconomie en kennisontwikkeling. Deze discussie
zal centraal staan tijdens het WACE-congres.
De vraag naar hboers zal de komende jaren verder groeien. Eén van de
oorzaken is de stijging van de opleidingseisen binnen veel beroepen
door technologische ontwikkelingen. Zij leiden op hun beurt tot
organisatorische veranderingen zoals het schrappen van
managementlagen. Uit de HBO-Monitor 2001 blijkt dat meer dan de helft
van de recent afgestudeerde hboers te kennen geeft dat in het werk een
groot beroep wordt gedaan op communicatieve vaardigheden en het
vermogen tot zelfstandig werken. Dat de vraag naar hoger opgeleiden
hoog blijft, blijkt eveneens uit de resultaten van de NIPO-enquête die
onlangs is gehouden in opdracht van de HBO-raad en de gezamenlijke
universiteiten.
De positie van hboers op de arbeidsmarkt is als zeer gunstig te
betitelen. De reële lonen zijn tot en met 1996 gedaald en daarna fors
gestegen, om in 2001 licht te dalen. Het lijkt erop dat het
terugvallen van de economische groei in 2001 voorlopig een eind heeft
gemaakt aan de loonexplosie onder pas afgestudeerde hboers van de
laatste jaren, ondanks de krappe arbeidsmarkt. Deze ontwikkeling heeft
echter geen nadelige gevolgen voor de kans op werk, baanzekerheid en
aansluiting van het werk op de opleiding.
De HBO-Monitor is een uitgave van de HBO-raad met daarin de resultaten
van een jaarlijks terugkerend onderzoek onder afgestudeerde hboers
naar hun positie op de arbeidsmarkt en wordt uitgevoerd door het
Researchcentrum voor onderwijs en arbeidsmarkt. Het onderzoek heeft
betrekking op hboers die aan het begin staan van hun beroepsloopbaan.
In de enquête zijn in totaal circa 40.000 afgestudeerde hboers van het
examenjaar 1999/2000 benaderd.
Terug terug